Voorzitter op vrijdag: "Inzetten op educatieve communicatie, digitalisering en alternatieve geschillenoplossing, daarin valt nog bijzonder veel te winnen"
Advies 667
Er bestaat geen absoluut verbod om op te treden tegen een vroegere cliënt. Voor elke zaak moet in concreto worden nagegaan of dit optreden een (potentiële) schending van het beroepsgeheim met zich meebrengt en of de advocaat volledig onafhankelijk kan optreden zonder dat er sprake is van tegenstrijdige belangen. Als partijdige raadsman dient de advocaat de belangen van zijn cliënt maximaal te behartigen. Wanneer een advocaat in de ene zaak optreedt voor een bepaalde persoon of vennootschap en in een andere zaak tegen die persoon/vennootschap, bestaat het gevaar dat hij - omwille van de vroegere vertrouwensrelatie - in de nieuwe zaak niet voluit gaat en derhalve onvoldoende onafhankelijk zal zijn om de belangen van zijn nieuwe cliënt optimaal te verdedigen of dat hij bij het behartigen van de nieuwe zaak het beroepsgeheim schendt omdat hij vertrouwelijke informatie kan gebruiken die hij heeft verworven in zijn vroegere cliëntrelatie.
Advies 661
De advocaat mag de bewering van zijn cliënt die ingaat tegen een rechterlijke beslissing poneren in een conclusie wanneer de verdediging van de cliënt dit vereist. De advocaat is de woordvoerder van zijn cliënt. Hij moet wel waken over zijn onafhankelijkheid ten aanzien van de cliënt.
Het behoort tot bevoegdheid van de rechter en niet van de stafhouder om de aangevoerde stellingen en voorgelegde stukken te beoordelen.
Advies 660
Met de ‘betrokken advocaten’ bedoelt artikel 107 van de Codex alle advocaten die in een zaak betrokken zijn en niet alleen de advocaat van de partij tegen wie hoger beroep wordt ingesteld.
De loyaliteit gebiedt een advocaat alles in het werk te stellen om de nadelige gevolgen van zijn ondeontologisch handelen zoveel mogelijk teniet te doen. De advocaat die artikel 107 van de Codex heeft miskend kan de nadelige gevolgen niet meer rechtzetten. De benadeelde partij kan wel een aansprakelijkheidsvordering instellen ten aanzien van de advocaat.
Een deontologische inbreuk kan geen ingreep door de stafhouder in een definitieve rechterlijke beslissing rechtvaardigen.
Advies 658
Een advocaat die een schuld wil invorderen ten aanzien van een confrater via de IOS-procedure dient dit vooraf te melden aan de stafhouder (artikel 109 van de Codex). De stafhouder moet op de hoogte zijn van de procedures waarin een advocaat van zijn balie betrokken is. Bovendien sluit het opteren voor de IOS-procedure een procedure voor de rechtbank niet helemaal uit.
Advies 659
Een advocaat mag een gewone commanditaire vennootschap oprichten voor de uitoefening van het advocatenberoep, op voorwaarde dat alle aandelen – ook die van de stille vennoot – in handen zijn van een advocaat.
Advies 657
Artikel 223 van de Codex - een consumentengeschil omvat niet uitsluitend ereloongeschillen tussen de cliënt-consument en de advocaat, maar bijvoorbeeld ook geschillen waarin de aansprakelijkheid van de advocaat in het gedrang is. Het inlichten van de verzekeraar (en de stafhouder) is niet beperkt tot de zaken waarin een beroep wordt gedaan op de Ombudsdienst Consumenten Advocaten (OCA).
Een advocaat die zijn ereloon wil invorderen lastens een cliënt-consument, moet zijn stafhouder hierover informeren; een voorafgaande toelating van de stafhouder om te dagvaarden is niet vereist.
Advies 656
Optreden tegen een vroegere cliënt van een vennoot. De artikelen 9, § 2 (tegenstrijdige belangen) en 21 (beroepsgeheim) van de Codex breiden de respectieve regels en verboden uit tot de leden van de groepering of associatie. Als de vennoot van de betrokken advocaat (niet) zou mogen optreden voor de nieuwe cliënt tegen zijn voormalige cliënt, mag de betrokken advocaat dat ook (niet).
Er bestaat geen absoluut verbod om op te treden tegen een vroegere cliënt. Voor elke zaak moet in concreto worden nagegaan of dit optreden een (potentiële) schending van het beroepsgeheim met zich meebrengt en of de advocaat volledig onafhankelijk kan optreden zonder dat er sprake is van tegenstrijdige belangen. Als partijdige raadsman dient de advocaat de belangen van zijn cliënt maximaal te behartigen. Wanneer een advocaat in de ene zaak optreedt voor een bepaalde persoon en in een andere zaak tegen deze persoon, bestaat het gevaar dat hij - omwille van de vroegere vertrouwensrelatie - in de nieuwe zaak niet voluit gaat en derhalve onvoldoende onafhankelijk zal zijn om de belangen van zijn nieuwe cliënt optimaal te verdedigen.
Advies 655
Er is geen beletsel voor de oprichting van een BV voor uitsluitend syndicusactiviteiten, ook al wordt in Hoofdstuk IV.2 ‘Syndicus’ van de Codex niet gealludeerd op de mogelijkheid om die activiteit in een samenwerkingsverband met rechtspersoonlijkheid uit te oefenen.
Advies 654
Het beroepsgeheim kan in conflict komen met hogere waarden die in sommige gevallen kunnen primeren, zoals de noodtoestand. De minderjarige cliënt die de intentie heeft geuit om een mogelijk ernstig misdrijf te plegen tegen het leven of de gezondheid van een magistraat en dit nadien nog eens heeft herhaald aan zijn broer, plaatst de advocaat voor een dergelijk waardenconflict. De advocaat moet in eer en geweten zelf beoordelen of de dreigementen van zijn cliënt ernstig moeten worden genomen. In bevestigend geval bespreekt hij de zaak met zijn stafhouder. Het is aangewezen dat de stafhouder de Procureur des Konings inlicht, zodat hij de betrokken jeugdrechter kan inlichten en desgevallend de nodige (beschermings)maatregelen kan treffen. De advocaat dient zich terug te trekken als raadsman van de minderjarige zodra de Procureur des Konings in kennis werd gesteld van de bedreigingen.
Advies onverenigbaarheden nr. 4
De onafhankelijkheid vereist dat de advocaat vrij van alle druk moet kunnen optreden. Als de advocaat opteert om werkzaam te zijn als juridisch adviseur in het kader van de artikelen 11 en 11bis van de Codex (als ‘andere activiteit’), kan hij (en zijn kantoorgenoten) voor die onderneming niet optreden als advocaat.
Hoewel een jurist geen beroepsgeheim heeft, kan hij de informatie die hij verneemt bij zijn klant niet verspreiden en aanwenden in zijn advocatendossiers. Dit strookt niet met de integriteitswaarden. Op grond van het beroepsgeheim van de advocaat geldt ook het omgekeerde.
Advies onverenigbaarheden nr. 5
De leden van een administratief college in onderwijszaken kunnen niet worden beschouwd als ‘werkend magistraat’, wat een absolute onverenigbaarheid zou zijn.
De onafhankelijkheid staat eraan in de weg dat een advocaat-lid of voorzitter van een bestuursrechtscollege zetelt in een dossier van een cliënt van het kantoor. Het is de taak van de advocaat om elke mogelijkheid tot verwarring met zijn optreden in hoedanigheid van bestuursrechter, te vermijden en dit zowel in hoofde van zijn cliënt als van derden.
Advies 653
Het op briefpapier vermelden van een diploma dat geen toegang geeft tot het beroep van advocaat komt niet gepast voor en beantwoordt dus niet aan het beginsel van de kiesheid.