Ga verder naar de inhoud

Deontologie-advies

667 aantal items zijn gevonden. U vindt hier 667 items op pagina 16 van de 56.
vrijdag 31 juli 2015

Advies 525

Wanneer een advocaat al zijn activiteiten als advocaat heeft ondergebracht in zijn (eenpersoons)vennootschap en aldus geen werkzaamheden meer uitoefent als advocaat-natuurlijk persoon, heeft hij deze activiteit als het ware stopgezet en kan hij zijn zelfstandige activiteit als natuurlijke persoon uitschrijven uit de KBO. Wanneer de advocaat daarentegen enkele activiteiten niet heeft ondergebracht in zijn vennootschap, zijn deze niet-ingebrachte activiteiten als advocaat-natuurlijk persoon aldus niet beëindigd en dient hij zijn inschrijving in de KBO te behouden.

Meer lezen
dinsdag 28 juli 2015

Advies 537

Een vrederechter stelt een advocaat aan als ‘juridisch adviseur’, niet als gerechtsdeskundige. De bepalingen ter zake van het gerechtelijk wetboek zijn niet van toepassing – een rechter heeft niet de bevoegdheid om de beoordeling van juridische kwesties te delegeren aan een derde: artikel 11, eerste lid Ger. W. (verbod op overdracht van rechtsmacht) – een advocaat mag optreden tegen een advocaat die verbonden is aan dezelfde balie (artikel VI.2.1 van de Codex Deontologie voor Advocaten).

Meer lezen
donderdag 02 juli 2015

Advies 536

De advocaat bepaalt zelf zijn ereloon en doet dit in volledige onafhankelijkheid. Zo mag hij zelf bepalen op welke wijze (uurtarief, forfait, …) hij zijn ereloon begroot. Uiteraard moet hij hierover communiceren met zijn cliënt bij aanvang van de dienstverlening - transparantie is niet alleen een deontologische verplichting, maar tevens een thans wettelijk verankerde verplichting (artikelen III.74 – 81 van het WER) – verbod om misleidende publiciteit te voeren (artikel III.1.7.2 van de Codex) en toepassing van de bepaling omtrent het vermelden van tarieven en voorwaarden (artikel III.1.7.6 van de Codex) – er is geen beletsel om de kosten en prestaties van de advocaat op voorhand te betalen, temeer er in casu wordt voorzien in een regeling voor het geval de cliënt de samenwerking beëindigt.

Meer lezen
donderdag 02 juli 2015

Advies 530

Door het inhouden van pro-Deogelden door de stafhouder wordt in casu de beweerde schending van de deontologie niet vermeden en wordt de begonnen mogelijke schending niet beëindigd, daar het mogelijke ‘kwaad’ was geschied. Het inhouden van pro-Deogelden in afwachting van het voeren van een tuchtonderzoek kan aldus niet als een bewarende maatregel in de zin van artikel 473 Ger. W. worden beschouwd. De maatregel kan evenmin opgevat worden als bewarend beslag in de zin van artikel 1413 e.v. Ger. W. Hierover moet de beslagrechter oordelen en niet de stafhouder en is er hoogdringendheid vereist.

Meer lezen
woensdag 24 juni 2015

Advies 527

Toepassing van het Wetboek Economisch Recht en van Afdeling III.1.7 Publiciteit van de Codex Deontologie voor Advocaten.

Het is een advocaat verboden zijn honorarium te delen met iemand die geen advocaat is. Dit is strijdig met de goede zeden - de advocaat bepaalt zelf zijn ereloon en in volledige onafhankelijkheid. Het staat de advocaat dan ook vrij om zijn diensten aan te bieden tegen een vaste prijs.

Meer lezen
maandag 22 juni 2015

Advies 247

Onderhoudsgelden als derdengelden - aanwending als provisie op kosten en ereloon - schriftelijke voorafgaande verwittiging van de cliënt - tussenkomst van de stafhouder bij betwisting van de verrekening - kiesheid

Meer lezen
woensdag 17 juni 2015

Advies 535

Het beroep van bedrijfsjurist is onverenigbaar met dat van advocaat. Wanneer een advocaat die functie wil uitoefenen, moet de Orde hem weglaten van het tableau van advocaten. Niet alleen lijkt de onafhankelijkheid van de advocaat in het gedrang te komen (of minstens de schijn aan onafhankelijkheid) indien hij tevens als bedrijfsjurist werkzaam zou zijn, ook aan de vereiste beschikbaarheid kan wellicht moeilijk voldaan worden indien hij een voltijdse job als bedrijfsjurist zou uitoefenen - de vraag of een jurist-bediende in een onderneming naast zijn voltijdse dagtaak nog werkzaam kan zijn op een advocatenkantoor, hetzij als bediende, hetzij als zelfstandige, valt niet onder de deontologie van de advocaat. Zijn naam mag alleszins niet vermeld worden op het briefpapier van het advocatenkantoor – het vormt geen probleem indien een jurist (die niet als bediende werkzaam is in een onderneming) zelfstandig, dan wel in ondergeschikt verband werkzaam is op een advocatenkantoor, met dien verstande dat hij geen brieven mag ondertekenen, noch daden mag verrichten die moeten toegeschreven worden aan een advocaat en die moeten geschieden onder de verantwoordelijkheid van een advocaat en door een advocaat. Zijn naam mag niet vermeld worden op het briefpapier van het advocatenkantoor.

Meer lezen
zaterdag 23 mei 2015

Advies 510

1. Er bestaan geen conflictregels om een ‘wetsconflict’ tussen reglementen van de OVB en de OBFG op te lossen - indien minnelijk geen oplossing kan gevonden worden voor conflicterende deontologische regels, lijkt het aangewezen om de voorzitters van beide overkoepelende Ordes te vragen gezamenlijk een beslissing te nemen. Het toepassen van de strengste deontologische regel in geval van conflicterende deontologische regels lijkt een goede oplossing. Het is wel aangewezen om de zwakkere partij in bescherming te nemen en de strengste deontologische regel toe te passen op de sterkere partij. Dit zal geval per geval beoordeeld moeten worden. Ook hier bestaan er geen bepalingen bestaan die dergelijke situaties regelen.
2. Een oud-medewerker (die opvolgt) moet zich net als eender welke andere advocaat richten tot de raadsman van de cliënt met de mededeling dat hij geraadpleegd wordt en moet het dossier opvragen. De vraag tot toestemming kan louter pro forma worden gesteld uit beleefdheid. In de regel kan de opgevolgde advocaat de toestemming niet weigeren, ook niet op grond van het feit dat de opvolgende advocaat in het verleden werkzaam was in dat kantoor - indien het gaat om een nieuw dossier dat per definitie niet toevertrouwd was aan het vroegere kantoor, mag de medewerker hier geen melding van maken aan het vroegere kantoor, laat staan dat hier om toestemming zou moeten worden gevraagd. Schending van het beroepsgeheim.

Meer lezen
vrijdag 22 mei 2015

Advies 531

De aanbeveling van de Nationale Orde betreffende het betalen van een vergoeding wegens het veroorzaken van een nutteloze verplaatsing is niet opgenomen in een reglement van de Orde van Vlaamse Balies. Een dergelijk gedrag wordt wel als onconfraterneel beschouwd (artikel III.2.1.7 Codex Deontologie voor Advocaten).

Meer lezen
vrijdag 22 mei 2015

Advies 533

Het overmaken van stukken op elektronische wijze is in principe toelaatbaar. De stafhouder zal in geval van problemen geval per geval bekijken en oordelen of er desgevallend sprake is van misbruik.

Meer lezen
vrijdag 22 mei 2015

Advies 522

De titel “doctor in de rechten” mag vermeld worden op het briefpapier.

Meer lezen
woensdag 20 mei 2015

Advies 529

1. Publiciteitsdocument van een advocaat op wagens gestationeerd op de luchthavenparking van het vliegveld van Charleroi - de codex van de OBFG verbiedt “démarchage” wat een verbod lijkt te zijn om van huis tot huis te gaan. Deze term is als dusdanig niet weerhouden in de Vlaamse Codex - artikel III.1.7.3 Vlaamse Codex: de eigenaar / bezitter / gebruiker van een wagen heeft de betrokken advocaat niet uitgenodigd om de publiciteit onder zijn ruitenwisser aan te brengen aan zijn wagen. Of het een gepersonaliseerd dienstenaanbod is voor een bepaalde zaak, daarover zou kunnen gediscussieerd worden - artikel III.1.7.4 van de Vlaamse Codex: het publiciteitsdocument dat op de wagens wordt achtergelaten lijkt te wijzen op een bijzondere deskundigheid in deze materie, wat de betrokken advocaat onderwerpt aan de bijzondere bewijslast. Gelet op deze verplichting moet de advocaat onmiddellijk kunnen aantonen hoe hij deze kennis heeft verworven dan wel de ervaring heeft opgedaan.
2. Een advocaat moet zich gedragen naar de plaatselijke deontologie, wat betekent dat een advocaat als lid van een Vlaamse balie, in Charleroi de codex van de OBFG moet naleven. De advocaat kan daarenboven niet zonder meer inroepen dat wat bij hem zou toegelaten zijn, eveneens toegelaten zou zijn in Charleroi.

Meer lezen