Voorzitter op vrijdag: "Inzetten op educatieve communicatie, digitalisering en alternatieve geschillenoplossing, daarin valt nog bijzonder veel te winnen"
Advies 558
Het is niet omdat een samenwerkingsverband door de buitenlandse plaatselijke regels toegelaten is dat het een volgens de Vlaamse Codex toegelaten buitenlands samenwerkingsverband is. Als de kernwaarden in het buitenland niet nageleefd worden, is er geen sprake van een toegelaten buitenlands samenwerkingsverband in de zin van de Vlaamse Codex. Een toegelaten buitenlands samenwerkingsverband respecteert de kernwaarden van het beroep van advocaat in België. Indien de niet-advocaten van het samenwerkingsverband de reglementen van de OVB niet naleven moet een einde gemaakt worden aan het samenwerkingsverband.
Advies 561
Een ambtenaar van het Europees Agentschap voor de veiligheid van de luchtvaart zou kunnen beschouwd worden als een ‘staatsambtenaar’ bedoeld in artikel 437, lid 1, 1° Ger. W., zodat sprake is van een absolute onverenigbaarheid met het beroep van advocaat. Voor het geval de raad van de Orde de teleologische interpretatie van artikel 437, lid 1, 1° Ger. W. niet volgt, moet het oordelen of de onafhankelijkheid van de advocaat en de waardigheid van de balie niet in het gedrang komen door het uitoefenen van beide beroepsactiviteiten. De voormelde ambtenaren staan krachtens hun statuut onder het gezag van hun hiërarchische oversten, waardoor de voor de advocatuur noodzakelijke onafhankelijkheid niet voorhanden lijkt te zijn. Zo moet dan ook op grond van artikel 437, lid 1, 4° Ger. W. tot een onverenigbaarheid worden besloten.
Advies 560
Brieven van en met een gerechtsdeskundige zijn nooit vertrouwelijk. Alle handelingen van de expert moeten het voorwerp kunnen uitmaken van een tegensprekelijk debat voor de rechter. Een partij kan geen vertrouwelijke mededeling doen aan de deskundige omdat de rechter elke handeling van de expertise moet kunnen controleren. Ook wanneer de expert zelf een als vertrouwelijk bestempeld minnelijk regelingsvoorstel doet, geldt de regel van de niet-vertrouwelijkheid.
Redenering per analogie met de regels van bemiddeling, geldt niet voor de verzoeningsopdracht van de deskundige. Volgens artikel 1728, § 1 Ger. W. zijn de documenten die worden opgemaakt en de mededelingen die worden gedaan in de loop en ten behoeve van een bemiddelingsprocedure, vertrouwelijk. De wet kent daarentegen geen vertrouwelijkheid in het kader van de verzoening.
Advies 565
Het ontvangen van meldingen van personeelsleden van een bedrijf om de boodschap op geanonimiseerde wijze over te maken aan de bedrijfsleiding, behoort niet tot de activiteiten van een advocaat in zijn hoedanigheid van raadsman. Een dergelijke opdracht moet volledig gescheiden ingevuld worden van de uitoefening van het beroep van advocaat.
Deze functie is niet noodzakelijk onverenigbaar met het beroep van advocaat. De Orde moet nagaan of het in concreto inhoudelijk verenigbaar is met het beroep van advocaat en/of de aan de opdracht te besteden tijd verenigbaar is met de disponibiliteit die een advocaat moet hebben t.a.v. zijn cliënteel.
Advies 564
De bepalingen van het hoofdstuk ‘onverenigbaarheden’ in de Codex zijn niet van toepassing op een gerechtelijk mandataris. Een voorlopig bewindvoerder kan dan ook in het kader van het beheer van het vermogen van de persoon die onder voorlopig bewind werd geplaatst, zijn medewerking verlenen aan de oplossing van een geschil door als vertegenwoordiger van de beschermde persoon een vennootschap op te richten en nadien in de vennootschap de vermogensbestanddelen te ontvangen en na deze operatie de aandelen verkopen.
Advies 557
1. Een advocaat mag verschillende eenpersoonsvennootschappen hebben, maar een eenpersoonsvennootschap mag enkel bestaan in de uitoefening van het beroep van advocaat.
2. De stafhouder moet controle uitoefenen op zijn advocaten, ook al ontplooien zij tevens activiteiten in het buitenland. De Vlaamse advocaat moet dan ook kennis geven van zijn inschrijving aan een buitenlandse balie, de wijze waarop hij aldaar het beroep zal uitoefenen, al dan niet in dienstverband.
Het feit ook ingeschreven te zijn aan een buitenlandse balie brengt geen vrijstelling mee van welke verplichting dan ook. Zijn de verplichtingen van de buitenlandse balie en de Belgische balie niet verzoenbaar dan dringt zich de keuze op in hoofde van de advocaat.
Advies 562
De procedure van artikel 61ter Sv. is van openbare orde en dient derhalve gevolgd te worden. Wanneer de onderzoeksrechter afschrift van (bepaalde) stukken verbiedt, kan de advocaat geen afprint van de door hem gemaakte scans van (bepaalde) stukken uit het strafdossier aan zijn cliënt bezorgen. Anders handelen zou een omzeiling van de procedure van artikel 61ter Sv. betekenen.
Advies 556
De overeenkomst die een verminderde beschikbaarheid voorziet omwille van pro-Deozaken van de stagiair druist in tegen de letter en de geest van de 3e paragraaf van art. II.1.4.3 van de Codex. De mondelinge overeenkomst dat voor de faciliteiten 30 % van de pro-Deovergoeding zou worden betaald druist eveneens in tegen de 3e paragraaf van de voormeld artikel. De interpretatie dat er omwille van verminderde beschikbaarheid ingevolge pro-Deozaken niet onder het minimum kan worden gegaan, is in overeenstemming met de letter en de geest van de Codex. Indien echter het aantal opgelegde prestaties in het kader van de juridische tweedelijnsbijstand is overschreden, kan er wel sprake zijn van een verminderde beschikbaarheid die toelaat om verhoudingsgewijs af te wijken van de minimumvergoeding.
Advies 542
Het is verboden om rechtstreeks contact op te nemen met de tegenpartij die door een raadsman wordt bijgestaan. De regel van artikel III.2.1.6 en X.5.5.1 van de Codex moet strikt toegepast worden, zowel aan Vlaamse als aan Franstalige zijde. Eén uitzondering hierop is de verjaringsstuitende advocatenakte, zoals bepaald in artikel 2244 BW. Een advocaat mag voor verjaringsstuitende brieven rechtstreeks aan de tegenpartij schrijven, op voorwaarde dat de brief in kopie aan de tegenstrever wordt verstuurd en met het uitsluitende doel de verjaring te stuiten.
Advies 559
De deontologische regels van de advocatuur gelden als wet voor de advocaten en zijn enkel op hen van toepassing. Dit belet niet dat een advocaat in procedures waarin geen advocaat optreedt voor de tegenpartij, maar een syndicale afgevaardigde, de tegenpartij zelf, een familielid zoals bepaald in artikel 728, § 2 Ger. W. e.a., loyaal moet handelen ten aanzien van deze persoon.
Advies 555
Een bestaande advocatenvennootschap kan, indien dit statutair is toegelaten, de aandelen verwerven van een andere advocatenvennootschap. Hiertegen is geen bezwaar omdat advocaten voor hun samenwerking niet gehinderd worden inzake de keuze van de vorm van rechtspersonen.
Advocatenvennootschap CD is de dochtervennootschap van advocatenvennootschap AB. De deontologie kan niet interfereren in eventuele overeenkomsten tussen vennootschappen omdat vennootschappen geen lid zijn van de balie.
Advies 553
In de Codex is geen deontologisch verbod opgenomen met betrekking tot het optreden voor een onderneming waarvan een naast familielid of een persoon waarmee men samenwoont, bestuurder is. Er moet wel rekening gehouden worden met de onafhankelijkheid, wat geval per geval moet beoordeeld worden. De omvang van de onderneming kan een appreciatiefactor zijn. De onafhankelijkheid van de advocaat lijkt moeilijk verzoenbaar te zijn met een echtgenoot of samenwonende partner handelend als orgaan van de vennootschap en aldus als cliënt die de advocaat instrueert.