Ga verder naar de inhoud

Deontologie-advies Advies on­ver­e­nig­baar­he­den nr. 4

De onafhankelijkheid vereist dat de advocaat vrij van alle druk moet kunnen optreden. Als de advocaat opteert om werkzaam te zijn als juridisch adviseur in het kader van de artikelen 11 en 11bis van de Codex (als ‘andere activiteit’), kan hij (en zijn kantoorgenoten) voor die onderneming niet optreden als advocaat.
Hoewel een jurist geen beroepsgeheim heeft, kan hij de informatie die hij verneemt bij zijn klant niet verspreiden en aanwenden in zijn advocatendossiers. Dit strookt niet met de integriteitswaarden. Op grond van het beroepsgeheim van de advocaat geldt ook het omgekeerde.

Als de advocaat actief is als allround-ondernemingsadvocaat, bestaat het risico op belangenconflicten indien hij tevens werkzaam is als jurist van een (grote) onderneming. Om hieraan tegemoet te komen legt de advocaat een register aan van de partijen die het voorwerp zijn geweest van advies of contentieux waarbij de advocaat als jurist betrokken is geweest.

Dominique Dombret

Jurist deontologie
Dominique Dombret

Merve Köse

Jurist deontologie
Merve Köse

Deel dit artikel

Vraag

Namens de raad van de Orde van balie x vraagt u mijn advies in toepassing van artikel 11quinquies, tweede lid van de Codex Deontologie voor Advocaten (hierna: de Codex).

Mr. X heeft in het verleden voor bouwonderneming Y juridische prestaties verricht in het kader van een detachering volgens Afdeling III.1.9 van de Codex. Gelet op de langere duur van de uitoefening van de activiteit – wat niet strookt met de vereiste van ‘beperkte terbeschikkingstelling’ volgens artikel 90, 1° van de Codex -, meent mr. X dat het meer gepast is om toepassing te maken van de artikelen 11 en 11bis van de Codex.

De ‘andere activiteit’ die mr. X wenst uit te oefenen naast het beroep van advocaat is die van juridisch adviseur voor onbepaalde duur bij bouwonderneming Y NV en haar aanverwante vennootschappen. De functie omvat het intern geven van juridisch advies en bijstand, zowel bij het tot stand komen, als bij de uitvoering en de nazorg van opdrachten. Daarnaast zou ze de juridische procedures in nauw overleg met de raadslieden van Y NV opvolgen. Dit kan gaan van het geven van advies tot het opstellen of nalezen van contracten en het voeren van correspondentie.

Advies

Voorafgaand merk ik op dat mr. X niet expressis verbis aangeeft of ze de functie van juridisch adviseur zal uitoefenen als zelfstandige, dan wel in ondergeschikt verband en in het laatste geval of ze dat al dan niet zou doen als bedrijfsjurist.

Uit haar brief van 4 juli 2019 aan u meen ik wel te kunnen afleiden dat ze die activiteit als zelfstandige zal uitoefenen (“Ik oefen in alle vrijheid en onafhankelijkheid deze activiteit als juridisch adviseur uit, waarbij ik naar eigen inzichten cliënte adviseer (…)”).

Juridisch adviseur

De activiteit van juridisch adviseur in een onderneming dient te worden getoetst aan enerzijds de kernwaarden beroepsgeheim, onafhankelijkheid, het vermijden van belangenconflicten in de uitoefening van het beroep van advocaat en anderzijds de waardigheid van de balie (artikel 11bis juncto artikel 11 van de Codex en artikel 437 Ger. W.). Daarnaast mag de andere activiteit het publieke vertrouwen in de advocatuur niet in het gedrang brengen (artikel 11, tweede lid van de Codex).


Vooreerst merk ik op dat die toets het naleven van de kernwaarden van de advocatuur betreft bij de uitoefening van de andere activiteit (in casu juridisch adviseur).

Het komt mij immers voor dat mr. X in haar brief d.d. 4 juli 2019 aan u toelichting verschaft over de vrijwaring van haar onafhankelijkheid en beroepsgeheim als juridisch adviseur. Dit is voor de beoordeling van de naleving van de kernwaarden van de advocatuur niet zo zeer van belang. Mr. X dient er echter op toe te zien dat de andere activiteit (die van juridisch adviseur) haar onafhankelijkheid en beroepsgeheim in de uitoefening van het beroep van advocaat niet schendt en dat ze ieder belangenconflict vermijdt.


De onafhankelijkheid vereist dat de advocaat vrij van alle druk, in het bijzonder van de druk van eigen belangen of van beïnvloeding van buitenaf, moet kunnen optreden. Dit brengt met zich mee dat de advocaat niet in rechte kan optreden in geschillen met betrekking tot haar andere activiteit. Dit geldt bij uitbreiding ook voor haar kantoorgenoten (artikel 11quater van de Codex).

De onafhankelijkheid heeft tot gevolg dat als mr. X ervoor kiest om werkzaam te zijn als juridisch adviseur van een cliënt in het kader van de artikelen 11 en 11bis van de Codex, zij voor die cliënt (Y NV) niet meer als advocaat kan optreden. Dit verbod is eveneens van toepassing op haar kantoorgenoten.

Uit de functiebeschrijving in haar brief d.d. 4 juli 2019 meen ik te kunnen afleiden dat zij hieraan zal voldoen. Ze licht toe dat ze in nauwe samenwerking met de raadslieden van Y NV de juridische procedures zal opvolgen of desgevallend in samenspraak met hen de cliënt zal adviseren.

Het komt mij voor dat de onafhankelijkheid van mr. X in casu weinig problemen lijkt te stellen.


Wat de naleving van het beroepsgeheim betreft, merk ik op dat mr. X als jurist niet gehouden is aan een beroepsgeheim.

In haar brief van 4 juli 2019 schrijft zij: “Wat het beroepsgeheim betreft, is het niet de wens van cliënte om het beroepsgeheim van de advocaat toe te passen op mijn adviezen en bijstand in deze hoedanigheid, tenzij uitdrukkelijk aangemerkt als “vertrouwelijk”, dan wel vallend onder een confidentialiteitsbeding, of tenzij deze automatisch vallen onder het beroepsgeheim, m.n. de correspondentie die ik voer met de raadslieden van cliënte. Deze correspondentie valt immers onder het beroepsgeheim van de geraadpleegde raadslieden.”

De toepassing van het – strafrechtelijk sanctioneerbaar - beroepsgeheim van de advocaat is ruimer dan alleen het sensu stricto niet verspreiden van geheimen toevertrouwd door een cliënt. Zo betreft het eveneens de bescherming van de vertrouwelijk meegedeelde informatie in geval van huiszoeking en beslag bij de advocaat. Het specifieke beroepsgeheim van de advocaat – dat de openbare orde raakt - kan niet toepasselijk worden verklaard op de uitoefening van een andere activiteit.

Dat mr. X als jurist geen beroepsgeheim heeft, betekent evenwel niet dat zij – ongeacht of zij desgevallend een contractueel bedongen confidentialiteitsverplichting heeft – de informatie die zij verneemt bij Y NV zonder meer kan verspreiden en aanwenden in dossiers van haar cliënten als advocaat. Dit zou niet stroken met de integriteitswaarden (waardigheid, rechtschapenheid en kiesheid).

Verder spreekt het voor zich dat mr. X de informatie die zij verneemt als advocaat (in dossiers van andere cliënten), niet kan gebruiken of toepassen in haar werkzaamheden voor Y NV.


Nazicht van de website van het advocatenkantoor waar mr. X werkzaam is, leert mij dat ze actief is als een allround-ondernemingsadvocaat. Aangezien haar focus ligt op de juridische bijstand van ondernemingen, zowel als advocaat als nu als jurist van een grote bouwonderneming, is het risico op het bestaan van belangenconflicten niet ondenkbeeldig.

Om hieraan tegemoet te komen zou mr. X een register kunnen aanleggen van de partijen (zowel rechtspersonen als natuurlijke personen) die het voorwerp zijn geweest van advies en/of contentieux waarbij mr. X als jurist betrokken is geweest. Het spreekt voor zich dat zij in haar hoedanigheid van advocaat, noch haar kantoorgenoten voor of tegen die partijen kunnen optreden.


Mr. X heeft een zekere periode als gedetacheerd advocaat juridische diensten verleend aan haar cliënt Y NV. Hoewel ik hierover geen informatie heb (aangezien het niet het voorwerp uitmaakt van dit advies), ga ik ervan uit dat mr. X dit heeft gedaan vanuit de infrastructuur van de cliënt. Ze zal wellicht geen documenten met het briefhoofd of logo van Y NV ondertekend hebben, noch gebruik hebben gemaakt van een e-mailadres van die firma. Ze zou zich steeds kenbaar moeten hebben gemaakt als advocaat.

Nu opteert mr. X ervoor om (nagenoeg) dezelfde diensten te verlenen aan Y NV, niet meer als advocaat, maar naast haar beroep van advocaat. Ze zal dit vermoedelijk ook doen vanuit de structuur van de bouwonderneming, zodat op het eerste gezicht er geen verschil is met haar vroegere dienstverlening. Mr. X mag nu wel gebruik maken van de documenten met het briefhoofd of logo van de firma en mag e-mails versturen vanuit een e-mailadres van Y NV. Hoewel het geen impact heeft op haar beroep van advocaat, wens ik toch even de aandacht erop te vestigen dat mr. X zowel binnen de onderneming, als naar de buitenwereld toe duidelijk zal moeten aangeven dat zij voortaan in een andere hoedanigheid diensten verleent en bijvoorbeeld niet meer gehouden is aan het beroepsgeheim van advocaat en de regels van de vertrouwelijkheid van briefwisseling niet meer aan de orde zijn. Dit is onder meer van belang naar de raadslieden van Y NV toe.

Waardigheid

Het behoeft mijns inziens geen verdere duiding dat de functie van juridisch adviseur van een bouwonderneming de waardigheid van de balie (artikel 437 Ger. W.) en het publieke vertrouwen in de advocatuur niet in het gedrang brengt (artikel 11, tweede lid van de Codex).


Integriteit

Tot slot merk ik volledigheidshalve nog op dat mr. X bij de uitoefening van de functie van juridisch adviseur de zogenaamde integriteitswaarden (waardigheid, kiesheid en rechtschapenheid) dient te eerbiedigen.

Alex Tallon

Bestuurder deontologie

Voorzitter van de commissie deontologie

Ook interessant

Advies 717

Meer lezen

Advies 712

Meer lezen

Gerelateerd nieuws

Deze berichten verschenen recent:
Deontologie

Inzicht in nationale risicoanalyse witwaspreventie

De Cel voor Financiële Informatieverwerking (CFI) heeft de nationale risicoanalyse over witwassen van geld, financiering van terrorisme en de proliferatie van massavernietigingswapens samengevat voor alle entiteiten die onder de witwaspreventiewet vallen. Deze samenvatting is daarom ook van belang voor advocaten. Ze biedt u een goed inzicht in de actuele risico’s, waardoor u uw eigen risicoanalyses daarop kunt afstemmen.

Meer lezen
Deontologie Podcast

Podcast Ten Gronde: F*Q deontologie

In een boeiende aflevering van de podcast Ten Gronde, gemodereerd door bestuurder Jan Meerts, wordt de deontologie kritisch in vraag gesteld, met een focus op de veranderende landschappen van ethiek en praktijk. Mr. Eva Raepsaet, stafhouder Luk Delbrouck en vice-stafhouder Frank Judo betreden de arena om te debatteren over de ethiek en de grenzen van het beroep.

Deze podcast biedt een unieke kans om diepgaand inzicht te krijgen in de ethiek en de moderne ontwikkelingen van het beroep. Luister alsof u er zelf bij was!

Meer lezen
Deontologie Rechten van de mens

Het Federaal Instituut voor de Rechten van de Mens: een steun voor klokkenluiders

Recente wetten versterken de bescherming van klokkenluiders in Belgische privébedrijven en de federale publieke sector. Deze wetten, voortkomend uit een Europese richtlijn, bieden niet alleen bescherming maar ook diverse vormen van ondersteuning via het onafhankelijke Federaal Instituut voor de Rechten van de Mens (FIRM). Advocaten en advocatenkantoren die geïnteresseerd zijn in de verdediging van klokkenluiders worden opgeroepen om zich bij het FIRM te melden.

Meer lezen
Deontologie Fiscaal recht

Nieuwjaarsgeschenk van het Grondwettelijk Hof

Het Grondwettelijk Hof heeft op 11 januari 2024 opnieuw het beroepsgeheim van de advocaat beschermd in een bevestiging van zijn eerdere DAC6-rechtspraak. Ditmaal handelen de arresten over de omzettingsregelgeving op federaal niveau en op het niveau van de Franstalige Gemeenschap, het Waalse Gewest en het Brussels Hoofdstedelijk Gewest.

Meer lezen
Deontologie

Individueel e-mailadres voortaan verplicht

Advocaten moeten vanaf nu bereikbaar zijn via een (individueel) e-mailadres. Dat besliste onze algemene vergadering.

Meer lezen
Deontologie

OVB waarschuwt voor platform 'starofservice.be'

Het platform “starofservice.be” beweert via het internet vragers en aanbieders van ‘diensten’ met elkaar in contact te brengen. Er is ernstige twijfel over het bonafide karakter ervan, zodat de OVB elke samenwerking afraadt. Samenwerking kan bovendien zware deontologische inbreuken opleveren.

Meer lezen
Tucht

Onrechtmatig verzet niet langer mogelijk in procedures zoals in tucht

Onze algemene vergadering keurde op 8 februari 2023 een wijzigingsreglement goed dat voortaan (onder meer) de mogelijkheid biedt aan de raad van de Orde om verzet in procedures zoals in tucht ongedaan te verklaren. Dat reglement trad recent in werking.

Meer lezen
Deontologie Fiscaal recht

Het Grondwettelijke Hof verdedigt opnieuw ons beroepsgeheim bij DAC6

Het Grondwettelijke Hof heeft vandaag opnieuw uitspraak gedaan met betrekking tot een Vlaams decreet dat de administratieve samenwerking op het gebied van belastingen regelt. Het Hof respecteert opnieuw het beroepsgeheim van ons beroep.

Meer lezen
Deontologie Witwaspreventie

OVB waarschuwt voor opleiding witwaspreventie door SwiftSkills

We vernamen dat SwiftSkills, een e-learning platform, advocaten via een misleidend e-mailbericht aanspoort om deel te nemen aan een opleiding over hun verplichtingen onder de wet van 18 september 2017 ‘tot voorkoming van het witwassen van geld en de financiering van terrorisme en tot beperking van het gebruik van contanten’ (WPW).

Meer lezen