Ga verder naar de inhoud

Deontologie-advies Advies 708

Het loutere feit dat een consultatie heeft plaatsgevonden over concrete (rechts)vragen over een geschil en niet louter omwille van een boek geschreven door de advocaat, is voldoende om de advocaat te beletten om nog tussen te komen in een latere fase van het geschil voor een partij met een tegengesteld belang. Het feit dat de advocaat geen mandaat heeft aanvaard, noch een dossier heeft geopend, noch ereloon heeft aangerekend voor het onderhoud is irrelevant. Dit staat los van de inhoud van het onderhoud.

Het verstrekken van informatie over bepaalde wetgeving betreft het verlenen van advies waarop het beroepsgeheim van de advocaat onverkort van toepassing is, zeker als dat gebeurt naar aanleiding van een concreet dossier bij de partij aan wie deze informatie wordt verstrekt.

Merve Köse

Jurist deontologie
Merve Köse

Dominique Dombret

Jurist deontologie
Dominique Dombret

Deel dit artikel

Vraag

Mr. X (balie x) werd op 23 september 2018 gecontacteerd door de heer D inzake diens boek “” dat overal uitverkocht was.

Mr. X was bereid het complement bij dat boek aan hem te verzenden. Uit de correspondentie die daarop volgt blijkt dat de heer D, na ontvangst van het complement, mr. X vroeg of hij “als advocaat ook advies verleent over juridische geschillen (promotor versus kopers) inzake serviceflats/assisentiewoningen?”. Mr. X antwoordde bevestigend. In zijn mail van 1 oktober 2018 bedankte de heer D mr. X voor het toezenden van de informatie en deelde hij zijn intentie mee een (eerste) onderhoud met hem te willen hebben m.b.t. het geschil waarin hij (en andere eigenaars) verwikkeld zijn. In diezelfde mail verstrekte de heer D “voorbereidende informatie” met onder meer een beknopt feitelijk relaas en enkele concrete rechtsvragen die in dat verband rezen.

Daarop nodigde mr. X de heer D uit op zijn kantoor. Het onderhoud vond plaats op zaterdagvoormiddag 6 oktober 2018. De heer D zou de nodige documenten eveneens meebrengen naar het onderhoud. In zijn mail van maandag 8 oktober 2018 dankte de heer D mr. X voor het onderhoud en deelde hem mee de Vereniging van Mede-eigenaars (VME) ingelicht te hebben over het onderhoud.

De VME besloot een beroep te doen op een bureel van strafpleiters om een strafklacht op te stellen, die vervolgens op mr. X een beroep zou doen m.b.t. het appartementsrecht en de materie inzake serviceflats en assisentiewoningen.

Er werd ook voorgesteld een vergadering te houden tussen de VME, de strafpleiters en mr. X. In diezelfde mail deelde de heer D mee dat hij de basisakte en de bijhorende bijlagen per post zou opsturen naar mr. X.

Dezelfde dag antwoordde mr. X: “O.K.”. Op dinsdag 9 oktober 2018 vroeg de heer D of mr. X een vergadering met advocatenkantoor L op 23 oktober kon bijwonen. Hierop blijkt mr. X niet meer geantwoord te hebben. Dit was ook het geval voor de mail van de heer D van 16 oktober 2018 waarin hij mr. X meedeelde via WeTransfer “alle documenten die de meeste mede-eigenaars van “…” voor, tijdens en na de aankoop van hun flat ondertekenden” verstuurdeHij herinnerde hem verder nogmaals aan de geplande vergadering met advocatenkantoor L, die reeds de basisakte en bijlagen doornam en een argumentatie opstelde. Mr. X werd verzocht de vergadering bij te wonen en/of de argumentatie van advocatenkantoor L te reviseren.  

Op 25 juli 2019 zijn de eisers, onder wie de heer D, overgegaan tot de dagvaarding van de vennootschappen die instonden voor de verkoop van de assistentiewoningen. De procedure is op heden aanhangig voor de rechtbank van eerste aanleg …, afdeling …, onder het rolnummer A.R. ...

Tijdens deze procedure heeft een verweerder (de NV A), naar verluidt buiten het medeweten van zijn raadsman (mr. Y), mr. X verzocht een juridische analyse te maken van “de huidige voor het geding relevante decretale Woonzorgregelgeving”.

Deze analyse werd vervolgens gevoegd bij de stukkenbundel van mr. Y.

U vraagt mijn advies over de volgende vraag:

Mag een advocaat die, eventueel in een andere hoedanigheid (auteur, professor, kennis, …), een consultatie heeft met een partij aangaande een concreet geschil, later in datzelfde geschil advies verstrekken aan een partij met een tegengesteld belang?

Indien het antwoord op deze vraag negatief zou zijn, zou (de raadsman van) de tweede partij het bedoelde advies uit haar processtukken dienen te verwijderen.”

Advies

Vooreerst merk ik op dat enkel de stafhouder van y bevoegd is om in deze zaak een beslissing te nemen omdat het een conflict betreft tussen twee advocaten die opgenomen zijn op het tableau van y.

De stafhouder van x heeft terzake geen bevoegdheid, noch dient hij betrokken te worden.

Naast het beroepsgeheim, zijn de onafhankelijkheid en het vermijden van belangenconflicten twee andere kernwaarden die de advocaat moet naleven bij het uitoefenen van zijn kerntaken (het verlenen van juridisch advies, het vertegenwoordigen, bijstaan en verdedigen in rechte van de cliënt).

De onafhankelijkheid brengt met zich mee dat de advocaat vrij van alle druk, in het bijzonder van eigen belangen of van beïnvloeding van buitenaf, zijn werkzaamheden moet kunnen uitoefenen. Hij mag zijn beroepsethiek niet veronachtzamen om zijn cliënt, de rechter of derden welgevallig te zijn (artikel 2 van de Codex).

In het licht van de onafhankelijkheid is het een advocaat niet toegestaan op te treden voor een cliënt indien zij een tegenstrijdig belang hebben of indien daartoe een wezenlijke dreiging bestaat. De advocaat mag geen zaak van een nieuwe cliënt op zich nemen indien de geheimhouding van de vertrouwelijke informatie die hij van een andere cliënt heeft verkregen, dreigt te worden aangetast (artikelen 5 en 7 van de Codex).



Mr. X ontkent niet dat hij een eerder onderhoud heeft gehad met één van de latere procespartijen, maar hij meent dat dit onderhoud niet kan beschouwd worden als een “vertrouwelijke consultatie”, die aanleiding zou geven tot een belangenconflict. Volgens hem betrof het een vrijblijvende vraag tot informatie over zijn boek en de toenmalige decretale Woonzorgregelgeving, zonder dat er een concrete casus of een concreet geschil besproken zou zijn. Zulks zou ook blijken uit het feit dat hij destijds geen mandaat heeft aanvaard, noch een dossier heeft geopend, noch ereloon heeft aangerekend voor de bespreking.



Het loutere feit dat de consultatie heeft plaatsgevonden is voldoende om mr. X te beletten om nog op enigerlei wijze tussen te komen in een latere fase van het geschil voor een partij met een tegengesteld belang.

Het feit dat hij geen mandaat heeft aanvaard, noch een dossier heeft geopend, noch ereloon heeft aangerekend voor het onderhoud is irrelevant. Deze elementen staan immers los van de inhoud van het onderhoud. Uit het mailverkeer tussen mr. X en de heer D blijkt duidelijk dat deze laatste hem in zijn hoedanigheid van advocaat wilde contacteren en niet louter om diens boek, maar om concrete (rechts)vragen over het geschil. Hoewel niet met zekerheid kan worden nagegaan wat er effectief tijdens het onderhoud is besproken, mag minstens worden aangenomen dat de concrete rechtsvragen tijdens dat onderhoud aan bod zijn gekomen, bij gebrek aan tegenindicatie in dat mailverkeer.

Wanneer een auteur, die ook advocaat is, informatie verstrekt over de decretale Woonzorgregelgeving en zeker als dat gebeurt naar aanleiding van een concreet dossier bij de partij aan wie deze informatie wordt verstrekt, betreft dit het verlenen van advies waarop het beroepsgeheim van de advocaat onverkort van toepassing is.

Ik adviseer dan ook dat u mr. Y gebiedt de juridische analyse van de hand van mr. X als stuk uit het dossier te verwijderen, alsook alle verwijzingen ernaar in andere stukken of conclusies. Er is immers sprake van een belangenconflict, minstens een wezenlijke dreiging daartoe.

Tot slot wil ik erop wijzen dat het in deze bovendien onkies kan zijn dat de juridische gedachtegang van mr. X door mr. Y in zijn conclusie zou worden opgenomen, gelet op het feit dat mr. X deze juridische analyse heeft opgesteld nadat hij reeds het volledige bundel van de eigenaar(s) had ontvangen en de consultatie met deze had plaatsgevonden.

Jan Meerts

Bestuurder deontologie, tucht en regulering

Ook interessant

Advies 719

Meer lezen

Advies 720

Meer lezen

Gerelateerd nieuws

Deze berichten verschenen recent:
Deontologie

Inzicht in nationale risicoanalyse witwaspreventie

De Cel voor Financiële Informatieverwerking (CFI) heeft de nationale risicoanalyse over witwassen van geld, financiering van terrorisme en de proliferatie van massavernietigingswapens samengevat voor alle entiteiten die onder de witwaspreventiewet vallen. Deze samenvatting is daarom ook van belang voor advocaten. Ze biedt u een goed inzicht in de actuele risico’s, waardoor u uw eigen risicoanalyses daarop kunt afstemmen.

Meer lezen
Deontologie Podcast

Podcast Ten Gronde: F*Q deontologie

In een boeiende aflevering van de podcast Ten Gronde, gemodereerd door bestuurder Jan Meerts, wordt de deontologie kritisch in vraag gesteld, met een focus op de veranderende landschappen van ethiek en praktijk. Mr. Eva Raepsaet, stafhouder Luk Delbrouck en vice-stafhouder Frank Judo betreden de arena om te debatteren over de ethiek en de grenzen van het beroep.

Deze podcast biedt een unieke kans om diepgaand inzicht te krijgen in de ethiek en de moderne ontwikkelingen van het beroep. Luister alsof u er zelf bij was!

Meer lezen
Deontologie Rechten van de mens

Het Federaal Instituut voor de Rechten van de Mens: een steun voor klokkenluiders

Recente wetten versterken de bescherming van klokkenluiders in Belgische privébedrijven en de federale publieke sector. Deze wetten, voortkomend uit een Europese richtlijn, bieden niet alleen bescherming maar ook diverse vormen van ondersteuning via het onafhankelijke Federaal Instituut voor de Rechten van de Mens (FIRM). Advocaten en advocatenkantoren die geïnteresseerd zijn in de verdediging van klokkenluiders worden opgeroepen om zich bij het FIRM te melden.

Meer lezen
Deontologie Fiscaal recht

Nieuwjaarsgeschenk van het Grondwettelijk Hof

Het Grondwettelijk Hof heeft op 11 januari 2024 opnieuw het beroepsgeheim van de advocaat beschermd in een bevestiging van zijn eerdere DAC6-rechtspraak. Ditmaal handelen de arresten over de omzettingsregelgeving op federaal niveau en op het niveau van de Franstalige Gemeenschap, het Waalse Gewest en het Brussels Hoofdstedelijk Gewest.

Meer lezen
Deontologie

Individueel e-mailadres voortaan verplicht

Advocaten moeten vanaf nu bereikbaar zijn via een (individueel) e-mailadres. Dat besliste onze algemene vergadering.

Meer lezen
Deontologie

OVB waarschuwt voor platform 'starofservice.be'

Het platform “starofservice.be” beweert via het internet vragers en aanbieders van ‘diensten’ met elkaar in contact te brengen. Er is ernstige twijfel over het bonafide karakter ervan, zodat de OVB elke samenwerking afraadt. Samenwerking kan bovendien zware deontologische inbreuken opleveren.

Meer lezen
Tucht

Onrechtmatig verzet niet langer mogelijk in procedures zoals in tucht

Onze algemene vergadering keurde op 8 februari 2023 een wijzigingsreglement goed dat voortaan (onder meer) de mogelijkheid biedt aan de raad van de Orde om verzet in procedures zoals in tucht ongedaan te verklaren. Dat reglement trad recent in werking.

Meer lezen
Deontologie Fiscaal recht

Het Grondwettelijke Hof verdedigt opnieuw ons beroepsgeheim bij DAC6

Het Grondwettelijke Hof heeft vandaag opnieuw uitspraak gedaan met betrekking tot een Vlaams decreet dat de administratieve samenwerking op het gebied van belastingen regelt. Het Hof respecteert opnieuw het beroepsgeheim van ons beroep.

Meer lezen
Deontologie Witwaspreventie

OVB waarschuwt voor opleiding witwaspreventie door SwiftSkills

We vernamen dat SwiftSkills, een e-learning platform, advocaten via een misleidend e-mailbericht aanspoort om deel te nemen aan een opleiding over hun verplichtingen onder de wet van 18 september 2017 ‘tot voorkoming van het witwassen van geld en de financiering van terrorisme en tot beperking van het gebruik van contanten’ (WPW).

Meer lezen