Voorzitter op vrijdag: "Inzetten op educatieve communicatie, digitalisering en alternatieve geschillenoplossing, daarin valt nog bijzonder veel te winnen"
Deontologie-advies Advies 70
Mededeling van het administratief dossier in procedure voor de Raad van State
Dominique Dombret
Merve Köse
De vraag die U stelt, betreft een deontologisch probleem naar aanleiding van de mededeling van de administratieve dossiers aan een confrater in een procedure voor de Raad van State.
Ter zake werd geen beslissing genomen door de Nationale Orde van Advocaten, en bestaat geen plaatselijke reglementering.
De neerlegging van het dossier door de administratie is een gevolg van artikel 86 van het Algemeen Procedurereglement van de Raad van State.
De termijn voor neerlegging is zeer kort en het is dus de administratie zelf en niet de advocaat die het administratief dossier dient in te zenden.
De artikelen 736 e.v. van het Gerechtelijk Wetboek zijn niet toepasselijk op de Raad van State, die geen rechtsmacht van rechterlijke orde is.
Anderzijds beschikt de advocaat van de overheid vaak zelf niet over een kopie van het ganse administratief dossier, dat binnen korte termijn aan de raad moet worden bezorgd.
In procedures voor de Raad van State moet dus worden aanvaard dat de advocaten ter griffie kennis moeten nemen van de stukken van het administratief dossier (ook de advocaat van de administratie zelf dient vaak, gezien de onvolledigheid van zijn dossier, stukken op de Raad van State zelf in te zien), ook al wordt aangenomen dat het aan te raden is stukken die kunnen medegedeeld worden, omdat kopieën ervan zich bij de raadsman van bestuur bevinden, aan de raadsman van de andere partijen te bezorgen.
Een reglement in tegengestelde zin van de Brusselse balie werd, wegens de praktische onuitvoerbaarheid, ingetrokken (LAMBERT, Règles et usages de la profession d'avocats de Bruxelles, Brussel, Bruylant, 1994, pag. 371 ; STEVENS, J., Regels en gebruiken van de advocatuur te Antwerpen, Kluwer, 1997, 666-667).
Stafhouder Jo Stevens
Bestuurder departement deontologie