Voorzitter op vrijdag: "Inzetten op educatieve communicatie, digitalisering en alternatieve geschillenoplossing, daarin valt nog bijzonder veel te winnen"
Deontologie-advies Advies 7
Advocaat en handelsvennootschap - Feitelijk bestuurder
Dominique Dombret
![Dominique Dombret](/files_filesystem/files/Fotos/Mensen/Medewerkers/_75x75_crop_center-center_none/Dominique-Dombret_2023-10-12-113552_szsd.jpg)
Merve Köse
![Merve Köse](/files_filesystem/files/Fotos/Mensen/Medewerkers/_75x75_crop_center-center_none/OVB_Portretten-oktober_19_low.jpg)
1. Het lijkt mij vanzelfsprekend dat wij niet moeten gaan zien naar de regels van de Nederlandse balie of nog de veel vrijere regels van de Duitse balie, maar dat de regels van onze balies doorslaggevend zijn.
Trouwens wordt er door Mr X geen rekening gehouden met de regel, thans wel zeer duidelijk naar voor gekomen in de rechtspraak van zowel de commissie als van het Europese Hof, dat elke balie autonoom vaststelt welk statuut haar leden hebben en welke de verplichtingen zijn waaraan zij moeten beantwoorden.
2. Wat de reglementering zelf betreft, is deze redelijk eenvoudig (mijn boek p. 295- 296).
De voornaamste regel is dat er een voorafgaandelijke toestemming moet zijn van de Stafhouder om een bestuursmandaat te kunnen uitoefenen. Dat geldt ook voor een patrimoniumvennootschap.
Ik heb de indruk dat er helemaal geen toestemming gevraagd is, voorafgaandelijk, zij het dan wel voor de eerste vennootschap waar Stafhouder H. een toelating zou gegeven hebben maar deze documenten zijn niet bijgevoegd in het dossiertje.
3. Bovendien zal de Stafhouder deze toestemming slechts geven indien het uitoefenen van het mandaat verenigbaar is met de beroepsuitoefening.
In dat verband dient verwezen naar de rechtspraak van het Hof van Cassatie die zeer streng is wat betreft elke activiteit die enig commercieel karakter kan hebben of die getuigt van een instelling die niet overeenstemt met de instelling die van een advocaat kan worden verwacht.
4. Tenslotte wordt door het reglement uitgesloten elke functie van dagelijks bestuur omdat wordt aangenomen dat deze niet verenigbaar is met de beroepsuitoefening.
De reden daarvan is eenvoudig : het gaat om een dubbelzinnige situatie waarbij degenen die in contact komen met een afgevaardigd bestuurder of zaakvoerder van een vennootschap mogelijk niet meer weten met wie zij eigenlijk spreken, spreken zij met een advocaat of spreken zij met een bestuurder, welke zijn de gevolgen van hun contacten met de ene en met de andere, enz.
De bedoeling van de deontologische regel was hier een zuivere scheidingslijn te maken tussen enerzijds de activiteiten die weliswaar onder de vorm van een vennootschap worden gevoerd maar die dan toch commerciële oogmerken hebben en een commerciële kleur hebben en activiteiten die zich van het commerciële moeten onthouden, nl. deze van een advocaat.
5. De bijzonderste kwestie die zou moeten opgelost worden is dus of Mr X zich gedraagt als een feitelijke dagelijks bestuurder.
Zoals Stafhouder L. reeds aanwijst, zijn er aanwijzingen voor en met name het feit dat hij als bestuurder dingen van dagelijks bestuur doet zoals correspondentie met de curator op briefpapier van de vennootschap voeren en een aangifte van schuldvordering als bestuurder van de onderneming ondertekenen.
Dit zijn toch wel degelijk dingen van dagelijks bestuur.
Bovendien is het probleem dat de gedelegeerd bestuurder, dus degene die het dagelijks besturen van een vennootschap blijkbaar normaal zou doen, de nv D. is, t.t.z. de patrimoniumvennootschap waarin enkel de advocaat zelf, zijn echtgenote en zijn moeder vennoten zijn en waar Mr X bestuurder is samen met derden, zekere Heer S. en een Heer V.
6. Nv D. zelf moet vertegenwoordigd worden door iemand om daden van dagelijks bestuur te kunnen stellen en indien deze vertegenwoordiger steeds of in overwegende mate Mr X zelf is, dan staan wij voor het fenomeen van iemand die feitelijk het dagelijks bestuur van de vennootschap uitoefent, wat niet enkel burgerrechtelijk en deontologisch , maar ook strafrechtelijk een belang kan hebben.
M.i. zou verder moeten onderzocht worden in hoeverre inderdaad Mr X de feitelijke zaak- voerder van de vennootschap is en of hij, zij het steeds namens de patrimoniumvennoot- schap, in werkelijkheid zelf optreedt als dagelijkse bestuurder.
Een aanwijzing daarvoor was zonder twijfel dat het adres van zowel de ene als de andere vennootschap zijn kantooradres was en dat er in den beginne, mogelijk is dat nu veranderd, geen onderscheid werd gemaakt en ook geen grens liep tussen de vennootschappen en de studie van Mr X.
Zou een onderzoek in de documenten, uitgaande briefwisseling, enz. van de vennootschap ons niet kunnen leren of inderdaad Mr X in overwegende mate als feitelijke zaakvoerder van de vennootschap optreedt.
Indien dat het geval zou zijn, dan zouden er bezwaren zijn tegen dat optreden en zou m.i. Mr X een stap terug moeten doen en er voor zorgen dat er wel degelijk een persoon is die al dan niet voor D. nv, doch buiten het beroep van advocaat, het feitelijk dagelijks bestuur van de vennootschap nv B. uitoefent, contracten ondertekent, de briefwisseling ondertekent, en al de andere zaken van dagelijks bestuur doet, zoniet zal er nooit een duidelijke scheidings- lijn komen tussen de mandaten en de studie van Mr X.
Stafhouder Jo Stevens
Bestuurder departement deontologie