Ga verder naar de inhoud

Deontologie-advies Advies 696

Het beroepsgeheim van de advocaat verzet er zich tegen dat hij gedetailleerde vragen van de bank, die kaderen binnen de witwaspreventiewetgeving en peilen naar transacties op de derden- of kantoorrekening, zou beantwoorden.

Merve Köse

Jurist deontologie
Merve Köse

Dominique Dombret

Jurist deontologie
Dominique Dombret

Deel dit artikel

Vraag

De voorbije maanden ontvingen meerdere stafhouders vragen van advocatenkantoren die van hun bank vragen hadden gekregen over bewegingen op hun derden- en/of kantoorrekening in het kader van M&A-dossiers, geschillen, invorderingen en dergelijke meer. De bank wenst steeds gedetailleerde informatie te bekomen over de aard van het dossier, alsook over de herkomst en bestemming van de gelden. Ze verwijst in dat verband naar de plicht van iedere (rechts)persoon om die informatie mee te delen. De bank moet immers over volledige transparantie beschikken en voert daarvoor steekproeven uit bij haar klanten om desnoods extra informatie te bekomen. De bank voegt daar vaak aan toe dat ook zij een gedragscode heeft ondertekend om de verstrekte informatie vertrouwelijk te behandelen. Indien de gevraagde informatie echter niet wordt gegeven wil de bank de betrokken advocaat geen verdere continuïteit van de dienstverlening garanderen.

Nu het aangewezen is dat de Vlaamse stafhouders een uniform standpunt uitdragen, verleent de bestuurder deontologie in dit verband het volgende advies.

Advies

Het beroepsgeheim van de advocaat raakt de openbare orde en kent een grondwettelijke waarde. Volgens het Grondwettelijk Hof is het beroepsgeheim van de advocaat immers

een essentieel bestanddeel van het recht op eerbiediging van het privéleven en van het recht op een eerlijk proces. Het beroepsgeheim van de advocaat heeft hoofdzakelijk tot doel het fundamentele recht op eerbiediging van het privéleven te beschermen van diegene die iemand in vertrouwen neemt, soms over iets heel persoonlijks. De effectiviteit van de rechten van verdediging van iedere rechtzoekende veronderstelt daarenboven noodzakelijkerwijs dat een vertrouwensrelatie tot stand kan komen tussen die persoon en de advocaat die hem raad geeft en hem verdedigt. Die noodzakelijke vertrouwens-relatie kan alleen tot stand komen en behouden blijven indien de rechtzoekende de waarborg heeft dat wat hij aan zijn advocaat toevertrouwt door die laatstgenoemde niet openbaar zal worden gemaakt. Hieruit volgt dat de aan de advocaat opgelegde regel van het beroepsgeheim een fundamenteel element is van de rechten van verdediging.

De gegevens die de advocaat verneemt tijdens de uitoefening van de wezenlijke activiteiten van zijn beroep, nl. het verdedigen of vertegenwoordigen in rechte van de cliënt en het verlenen van juridisch advies, zelfs buiten elk rechtsgeding, blijven door het beroepsgeheim gedekt en kunnen dus niet ter kennis worden gebracht van overheden of derden (GwH 23 januari 2008, nr. 10/2008; GwH 24 september 2020, nr. 114/2020; GwH 17 december 2020, nr. 167/2020; GwH 11 maart 2021, nrs. 45 en 46/2021).

De schending van het beroepsgeheim is strafbaar (artikel 458 Sw.). Bovendien mag de advocaat, anders dan andere houders van een professioneel geheim, dit beroepsgeheim niet schenden ter bescherming van minderjarigen of andere kwetsbaren en al evenmin voor een interdisciplinair overleg met andere dragers van een vergelijkbaar professioneel geheim (artikel 458quater Sw.). De advocaat die het beroepsgeheim schendt, is ook tuchtrechtelijk vervolgbaar.

Advocaten zijn evenwel onderworpen aan de wet van 18 september 2017 tot voorkoming van het witwassen van het geld en de financiering van terrorisme en tot beperking van het gebruik van contanten (WPW) krachtens artikel 5, §1, 28° WPW. De WPW werd omgezet in de bijlage bij afdeling III.1.2. van de Codex Deontologie voor Advocaten.

Als onderworpen entiteiten zijn advocaten dus eveneens gebonden door de verplichting om wit-wasvermoedens te melden wanneer zij de geviseerde activiteiten ontplooien bedoeld in artikel 5, §1, 28° WPW. Ter bescherming van het beroepsgeheim is hun meldingsplicht wel omkaderd met voorwaarden. Enerzijds mogen advocaten volgens artikel 53 WPW geen melding verrichten wanneer de informatie of de inlichtingen werden ontvangen van of over één van hun cliënten wanneer ze de rechtspositie van deze cliënt bepalen, of hem in verband met een rechtsgeding verdedigen of vertegenwoordigen, met inbegrip van advies over het instellen of vermijden van een rechtsgeding, ongeacht of dergelijke informatie vóór, gedurende of na een dergelijk geding wordt ontvangen of verkregen. Anderzijds mogen ze volgens artikel 52 WPW witwasvermoedens niet rechtstreeks melden aan de CFI. Ze moeten die daarentegen doorspelen aan de stafhouder, aan wie de WPW een filterfunctie toekent. De stafhouder moet immers controleren of de melding verband houdt met een van de geviseerde activiteiten bedoeld in artikel 5, §1, 28° WPW en niet gedekt is door de uitzondering van artikel 53 WPW. Enkel indien aan deze voorwaarden voldaan is, moet de stafhouder de verkregen informatie onmiddellijk en ongefilterd doorspelen aan de CFI.

Bijgevolg is het wettelijk uitgesloten dat de advocaat zijn beroepsgeheim zou delen met derden, zoals de huisbankier. Dit mag evenmin geschieden ten aanzien van andere dragers van één of andere vorm van professioneel vertrouwen, discretieplicht of geheimhouding, zoals accountants, belastingadviseurs, bedrijfsrevisoren, of bankiers.

Het is dus uit den boze dat de advocaat gedetailleerde vragen van de bank met betrekking tot transacties op zijn derden- of kantoorrekening zou beantwoorden. Dat zou immers een manifeste schending van zijn beroepsgeheim uitmaken.

Als een bank zich niet aan deze essentiële principes, bevestigd door de hoogste rechtspraak, zou wensen te houden, is dit zeer problematisch en dient gebeurlijk de houding van de Orde van Vlaamse Balies ten aanzien van deze bank herzien te worden, zo onder meer voor wat betreft de accreditering tot het houden van derdenrekeningen of rubriekrekeningen op naam van advocaten.

Uiteraard staat het de bank altijd vrij om de Orde van Vlaamse Balies voor nadere toelichting te contacteren.

Jan Meerts

Bestuurder deontologie, tucht en regulering

Ook interessant

Advies 720

Meer lezen

Advies 715

Meer lezen

Gerelateerd nieuws

Deze berichten verschenen recent:
Deontologie

Inzicht in nationale risicoanalyse witwaspreventie

De Cel voor Financiële Informatieverwerking (CFI) heeft de nationale risicoanalyse over witwassen van geld, financiering van terrorisme en de proliferatie van massavernietigingswapens samengevat voor alle entiteiten die onder de witwaspreventiewet vallen. Deze samenvatting is daarom ook van belang voor advocaten. Ze biedt u een goed inzicht in de actuele risico’s, waardoor u uw eigen risicoanalyses daarop kunt afstemmen.

Meer lezen
Deontologie Podcast

Podcast Ten Gronde: F*Q deontologie

In een boeiende aflevering van de podcast Ten Gronde, gemodereerd door bestuurder Jan Meerts, wordt de deontologie kritisch in vraag gesteld, met een focus op de veranderende landschappen van ethiek en praktijk. Mr. Eva Raepsaet, stafhouder Luk Delbrouck en vice-stafhouder Frank Judo betreden de arena om te debatteren over de ethiek en de grenzen van het beroep.

Deze podcast biedt een unieke kans om diepgaand inzicht te krijgen in de ethiek en de moderne ontwikkelingen van het beroep. Luister alsof u er zelf bij was!

Meer lezen
Deontologie Rechten van de mens

Het Federaal Instituut voor de Rechten van de Mens: een steun voor klokkenluiders

Recente wetten versterken de bescherming van klokkenluiders in Belgische privébedrijven en de federale publieke sector. Deze wetten, voortkomend uit een Europese richtlijn, bieden niet alleen bescherming maar ook diverse vormen van ondersteuning via het onafhankelijke Federaal Instituut voor de Rechten van de Mens (FIRM). Advocaten en advocatenkantoren die geïnteresseerd zijn in de verdediging van klokkenluiders worden opgeroepen om zich bij het FIRM te melden.

Meer lezen
Deontologie Fiscaal recht

Nieuwjaarsgeschenk van het Grondwettelijk Hof

Het Grondwettelijk Hof heeft op 11 januari 2024 opnieuw het beroepsgeheim van de advocaat beschermd in een bevestiging van zijn eerdere DAC6-rechtspraak. Ditmaal handelen de arresten over de omzettingsregelgeving op federaal niveau en op het niveau van de Franstalige Gemeenschap, het Waalse Gewest en het Brussels Hoofdstedelijk Gewest.

Meer lezen
Deontologie

Individueel e-mailadres voortaan verplicht

Advocaten moeten vanaf nu bereikbaar zijn via een (individueel) e-mailadres. Dat besliste onze algemene vergadering.

Meer lezen
Deontologie

OVB waarschuwt voor platform 'starofservice.be'

Het platform “starofservice.be” beweert via het internet vragers en aanbieders van ‘diensten’ met elkaar in contact te brengen. Er is ernstige twijfel over het bonafide karakter ervan, zodat de OVB elke samenwerking afraadt. Samenwerking kan bovendien zware deontologische inbreuken opleveren.

Meer lezen
Tucht

Onrechtmatig verzet niet langer mogelijk in procedures zoals in tucht

Onze algemene vergadering keurde op 8 februari 2023 een wijzigingsreglement goed dat voortaan (onder meer) de mogelijkheid biedt aan de raad van de Orde om verzet in procedures zoals in tucht ongedaan te verklaren. Dat reglement trad recent in werking.

Meer lezen
Deontologie Fiscaal recht

Het Grondwettelijke Hof verdedigt opnieuw ons beroepsgeheim bij DAC6

Het Grondwettelijke Hof heeft vandaag opnieuw uitspraak gedaan met betrekking tot een Vlaams decreet dat de administratieve samenwerking op het gebied van belastingen regelt. Het Hof respecteert opnieuw het beroepsgeheim van ons beroep.

Meer lezen
Deontologie Witwaspreventie

OVB waarschuwt voor opleiding witwaspreventie door SwiftSkills

We vernamen dat SwiftSkills, een e-learning platform, advocaten via een misleidend e-mailbericht aanspoort om deel te nemen aan een opleiding over hun verplichtingen onder de wet van 18 september 2017 ‘tot voorkoming van het witwassen van geld en de financiering van terrorisme en tot beperking van het gebruik van contanten’ (WPW).

Meer lezen