Ga verder naar de inhoud

Deontologie-advies Advies 679

De onafhankelijkheid vereist dat de advocaat vrij van alle druk moet kunnen optreden. Een advocaat die optreedt als beëdigd vertaler/tolk in het kader van de artikelen 11 en 11bis van de Codex (als ‘andere activiteit’), moet er op toezien dat hij (en zijn kantoorgenoten) voor die cliënt niet optreedt als advocaat en omgekeerd. De beide activiteiten moeten strikt gescheiden blijven en er mag geen verwarring ontstaan.

Een beëdigd vertaler/tolk is op grond van zijn eigen deontologische code gebonden door een discretieplicht. Daarnaast is de tolk in bepaalde gevallen gebonden door het beroepsgeheim, onder meer wanneer hij tussenkomt voor personen die op hun beurt gehouden zijn door het beroepsgeheim zoals bepaald in artikel 458 Sw. Een advocaat die systematisch als tolk wordt ingezet en zo kennis krijgt van feiten, relaties, organisaties, opzetten, … zal deze “verborgen informatie” dus niet mogen aanwenden in zijn eigen beroepspraktijk als advocaat. Dit zou ook niet stroken met zijn integriteitswaarden als advocaat.

Merve Köse

Jurist deontologie
Merve Köse

Dominique Dombret

Jurist deontologie
Dominique Dombret

Deel dit artikel

Vraag

U vraagt het standpunt over de structurele inschakeling van advocaten als beëdigde vertalers en/of tolken in strafzaken en meer bepaald in de fase van het onderzoek. Concreet vraagt u of er zich in dit kader geen problemen stellen inzake de onafhankelijkheid en het beroepsgeheim van de advocaat?

De tolk die systematisch wordt ingezet zou immers kennis krijgen van feiten, relaties, organisaties, opzetten,... die dat éne dossier veruit overstijgen. Als advocaat kennis hebben van deze ‘verborgen informatie’ zou een niet te onderschatten onevenwicht en deontologisch spanningsveld creëren.

De aanwezigheid van een advocaat als tolk zou ook de perceptie over de advocaat als medewerker van politiediensten en parketten creëren, en dit op een wijze die volkomen voorbijgaat aan de werkelijke taak van de advocaat.

Advies

De vraag of een advocaat als vertaler-tolk zou kunnen optreden, kan in het licht van artikel 437,4° van het Gerechtelijk Wetboek worden beoordeeld door de plaatselijke raad van de Orde van Advocaten waaronder de advocaat ressorteert. Dat artikel luidt als volgt:

Het beroep van advocaat is onverenigbaar met alle bezoldigde betrekkingen of werkzaamheden, openbare of particuliere, tenzij ze noch de onafhankelijkheid van de advocaat, noch de waardigheid van de balie in gevaar brengen.

Deze bepaling wordt verder geconcretiseerd in de volgende artikelen van de Codex Deontologie voor Advocaten.

Artikel 11 van de Codex Deontologie voor Advocaten bepaalt dat:

de advocaat die een andere activiteit uitoefent, erop [moet] toezien dat die activiteit zijn onafhankelijkheid en beroepsgeheim in de uitoefening van het beroep van advocaat niet schendt en dat hij ieder belangenconflict vermijdt. Deze activiteit mag in geen geval het publieke vertrouwen in de advocatuur in het gedrang brengen.

Artikel 11quater van de Codex Deontologie voor Advocaten bepaalt verder dat:

behalve in de gevallen die toegelaten zijn volgens deze Codex of in de gevallen die de stafhouder uitdrukkelijk en schriftelijk toestaat, en in ieder geval onverminderd artikel 11 van deze Codex, de advocaat niet als advocaat in rechte [mag] optreden in geschillen met betrekking tot zijn andere activiteiten. Deze regel geldt in dezelfde mate voor de vennoten en andere advocaten die op permanente wijze verbonden zijn aan het kantoor van de betreffende advocaat.

Deze artikelen bevatten de toetsstenen die een raad van de Orde steeds in concreto moet hanteren om te beoordelen of de beroepsactiviteit die de advocaat bijkomend wenst uit te oefenen (in casu dat van beëdigd tolk/vertaler) al dan niet verenigbaar is.

De onafhankelijkheid vereist dat de advocaat vrij van alle druk moet kunnen optreden. Een advocaat die optreedt als beëdigd tolk/vertaler in het kader van de artikelen 11 en 11bis van de Codex (als ‘andere activiteit’), moet er evenwel op toezien dat hij en zijn eventuele kantoorgenoten voor die cliënt niet optreden als advocaat en omgekeerd. De beide activiteiten moeten strikt gescheiden blijven en er mag geen verwarring ontstaan.

De advocaat kan niet van de prerogatieven en rechten die hij als advocaat bezit, gebruik maken bij de vervulling van taken of diensten buiten de advocatuur. Zo zal de advocaat bijvoorbeeld geen vermelding mogen maken van zijn titel als beëdigd vertaler/tolk op zijn briefpapier of in andere communicatie als advocaat.

Wat het beroepsgeheim van de advocaat betreft, merk ik op dat een beëdigd tolk/vertaler op grond van zijn eigen deontologische code gebonden is door een discretieplicht. Zo luidt artikel 8 van die code als volgt1:

De vertaler, tolk of vertaler-tolk neemt volledige geheimhouding in acht, behoudens wettelijke verplichtingen. Hij springt steeds discreet om met alle informatie die hij tijdens of in het kader van zijn vertaal- of tolkopdracht verwerft. Hij zal deze informatie in geen geval in eigen voordeel aanwenden, noch in enig andere omstandigheid extern aan zijn vertaal- of tolkopdracht.

Daarnaast is de tolk in bepaalde gevallen wel degelijk gebonden door het beroepsgeheim onder artikel 458 van het Strafwetboek. Zo is de tolk/vertaler gebonden door het beroepsgeheim wanneer hij tussenkomt voor personen die op hun beurt gehouden zijn door het beroepsgeheim zoals bepaald in artikel 458 Strafwetboek. Dit is bijvoorbeeld het geval wanneer een tolk informatie verneemt via vertrouwelijke gesprekken tussen een advocaat en zijn cliënten.2

Hetzelfde geldt eveneens wanneer een tolk optreedt in het kader van een opsporingsonderzoek, dan wel een gerechtelijk onderzoek, op grond van respectievelijk artikel 28quinquies, § 1 en artikel 57,
§ 1 van het Wetboek van Strafvordering. Het Hof van Cassatie heeft dit bij arrest van 6 oktober 2009 (AR. P.09.0814.N) expliciet bevestigd voor wat betreft een bijstand van een tolk aan politiediensten:

Een tolk die de politiediensten naar aanleiding van een opsporingsonderzoek of een gerechtelijk onderzoek bijstand verleent, verleent zijn medewerking aan zulk onderzoek en is aldus zelf wegens schending van het beroepsgeheim strafbaar wanneer hij het geheim dat hij in de uitoefening van zijn opdracht verneemt, schendt door dit ter kennis te brengen van derden; hij kan evenwel de door hem aldus verkregen vertrouwelijke informatie delen met andere personen die aan dezelfde geheimhoudingsplicht zijn onderworpen en die optreden met dezelfde doelstelling, te weten met het oog op de waarheidsvinding, en ten aanzien van een zelfde opdrachtgever, met name het openbaar ministerie of een onderzoeksrechter in wiens belang de informatie wordt verstrekt.
— (Art. 458 Sw.; art. 28quinquies, §1, en 57, §1 Sv.)

Mutatis mutandis geldt dit arrest ook wanneer een tolk bijstand verleent in het kader van een verhoor door de procureur des konings respectievelijk onderzoeksrechter.

Bijgevolg zal een advocaat die systematisch als tolk wordt ingezet en zo kennis krijgt van feiten, relaties, organisaties, opzetten, … deze “verborgen informatie” dus nooit in zijn eigen voordeel mogen aanwenden in zijn eigen beroepspraktijk als advocaat. Dit zou ook niet stroken met zijn integriteitswaarden als advocaat.

Tot slot wil ik erop wijzen dat de advocaat in zijn hoedanigheid van beëdigd tolk/vertaler nog steeds onder de verplichtingen van de Codex Deontologie voor Advocaten valt en derhalve bij de uitoefening van die activiteit, overeenkomstig artikel 11bis van de Codex, de beginselen van waardigheid, rechtschapenheid en kiesheid moet (blijven) eerbiedigen en het publiek vertrouwen in de advocatuur niet in het gedrang mag brengen.

Op voorwaarde dat bovenstaande aspecten in acht worden genomen door betrokken advocaten kunnen ze m.i. werkzaam zijn als beëdigd tolk/vertaler in het kader van de artikelen 11 en 11bis van de Codex (als ‘andere activiteit’).

Gelet op hun praktische ervaring en hun juridische opleiding kunnen ze in het kader van dergelijke opdrachten bovendien vaak een toegevoegde waarde leveren.

Jan Meerts

Bestuurder deontologie, tucht en regulering

1 KB 18 april 2017 tot vaststelling van de deontologische code van de beëdigd vertalers, tolken en vertalers-tolken aangesteld in toepassing van de Wet van 10 april 2014 tot wijziging van verschillende bepalingen met het oog op de oprichting van een nationaal register voor gerechtsdeskundigen en tot oprichting van een nationaal register voor beëdigd vertalers, tolken en vertalers-tolken, BS 31 mei 2017.
2 Zie verslag aan de Koning bij het KB 18 april 2017.

Ook interessant

Advies 719

Meer lezen

Advies 720

Meer lezen

Gerelateerd nieuws

Deze berichten verschenen recent:
Deontologie

Inzicht in nationale risicoanalyse witwaspreventie

De Cel voor Financiële Informatieverwerking (CFI) heeft de nationale risicoanalyse over witwassen van geld, financiering van terrorisme en de proliferatie van massavernietigingswapens samengevat voor alle entiteiten die onder de witwaspreventiewet vallen. Deze samenvatting is daarom ook van belang voor advocaten. Ze biedt u een goed inzicht in de actuele risico’s, waardoor u uw eigen risicoanalyses daarop kunt afstemmen.

Meer lezen
Deontologie Podcast

Podcast Ten Gronde: F*Q deontologie

In een boeiende aflevering van de podcast Ten Gronde, gemodereerd door bestuurder Jan Meerts, wordt de deontologie kritisch in vraag gesteld, met een focus op de veranderende landschappen van ethiek en praktijk. Mr. Eva Raepsaet, stafhouder Luk Delbrouck en vice-stafhouder Frank Judo betreden de arena om te debatteren over de ethiek en de grenzen van het beroep.

Deze podcast biedt een unieke kans om diepgaand inzicht te krijgen in de ethiek en de moderne ontwikkelingen van het beroep. Luister alsof u er zelf bij was!

Meer lezen
Deontologie Rechten van de mens

Het Federaal Instituut voor de Rechten van de Mens: een steun voor klokkenluiders

Recente wetten versterken de bescherming van klokkenluiders in Belgische privébedrijven en de federale publieke sector. Deze wetten, voortkomend uit een Europese richtlijn, bieden niet alleen bescherming maar ook diverse vormen van ondersteuning via het onafhankelijke Federaal Instituut voor de Rechten van de Mens (FIRM). Advocaten en advocatenkantoren die geïnteresseerd zijn in de verdediging van klokkenluiders worden opgeroepen om zich bij het FIRM te melden.

Meer lezen
Deontologie Fiscaal recht

Nieuwjaarsgeschenk van het Grondwettelijk Hof

Het Grondwettelijk Hof heeft op 11 januari 2024 opnieuw het beroepsgeheim van de advocaat beschermd in een bevestiging van zijn eerdere DAC6-rechtspraak. Ditmaal handelen de arresten over de omzettingsregelgeving op federaal niveau en op het niveau van de Franstalige Gemeenschap, het Waalse Gewest en het Brussels Hoofdstedelijk Gewest.

Meer lezen
Deontologie

Individueel e-mailadres voortaan verplicht

Advocaten moeten vanaf nu bereikbaar zijn via een (individueel) e-mailadres. Dat besliste onze algemene vergadering.

Meer lezen
Deontologie

OVB waarschuwt voor platform 'starofservice.be'

Het platform “starofservice.be” beweert via het internet vragers en aanbieders van ‘diensten’ met elkaar in contact te brengen. Er is ernstige twijfel over het bonafide karakter ervan, zodat de OVB elke samenwerking afraadt. Samenwerking kan bovendien zware deontologische inbreuken opleveren.

Meer lezen
Tucht

Onrechtmatig verzet niet langer mogelijk in procedures zoals in tucht

Onze algemene vergadering keurde op 8 februari 2023 een wijzigingsreglement goed dat voortaan (onder meer) de mogelijkheid biedt aan de raad van de Orde om verzet in procedures zoals in tucht ongedaan te verklaren. Dat reglement trad recent in werking.

Meer lezen
Deontologie Fiscaal recht

Het Grondwettelijke Hof verdedigt opnieuw ons beroepsgeheim bij DAC6

Het Grondwettelijke Hof heeft vandaag opnieuw uitspraak gedaan met betrekking tot een Vlaams decreet dat de administratieve samenwerking op het gebied van belastingen regelt. Het Hof respecteert opnieuw het beroepsgeheim van ons beroep.

Meer lezen
Deontologie Witwaspreventie

OVB waarschuwt voor opleiding witwaspreventie door SwiftSkills

We vernamen dat SwiftSkills, een e-learning platform, advocaten via een misleidend e-mailbericht aanspoort om deel te nemen aan een opleiding over hun verplichtingen onder de wet van 18 september 2017 ‘tot voorkoming van het witwassen van geld en de financiering van terrorisme en tot beperking van het gebruik van contanten’ (WPW).

Meer lezen