Voorzitter op vrijdag: "Inzetten op educatieve communicatie, digitalisering en alternatieve geschillenoplossing, daarin valt nog bijzonder veel te winnen"
Deontologie-advies Advies 678
Het beroepsgeheim van advocaat is van toepassing wanneer de advocaat optreedt als advocaat. Wanneer hij een gerechtelijk mandaat uitoefent, treedt hij niet op in de uitoefening van een kerntaak als advocaat en wordt hij niet beschermd door het specifieke, sterke beroepsgeheim van de advocaat. Dit neemt niet weg dat de bewindvoerder zelf een (minder strikt) beroepsgeheim heeft.
Artikel 458 Sw. (dat van toepassing is op de bewindvoerder) bevat een uitzondering voor het afleggen van een getuigenis in rechte. De bewindvoerder mag in een dergelijk geval informatie verstrekken die in principe wordt beschermd door zijn beroepsgeheim zonder daarvoor strafrechtelijk te worden gesanctioneerd. Hoewel artikel 458 Sw. de advocaat-bewindvoerder toelaat bepaalde informatie kenbaar te maken bij een getuigenis in rechte, komt het hem toe zelf te beoordelen of en in welke mate dit gepast voorkomt.
Merve Köse
![Merve Köse](/files_filesystem/files/Fotos/Mensen/Medewerkers/_75x75_crop_center-center_none/OVB_Portretten-oktober_19_low.jpg)
Dominique Dombret
![Dominique Dombret](/files_filesystem/files/Fotos/Mensen/Medewerkers/_75x75_crop_center-center_none/Dominique-Dombret_2023-10-12-113552_szsd.jpg)
Vraag
Een advocaat werd op 8 juli 2015 aangesteld als bewindvoerder over de persoon en de goederen van een 97-jarige dame. In 2019 is de dame overleden en kwam aldus een einde aan de bewindvoering.
Op 16 maart 2015 heeft de dame een notarieel testament opgesteld waarbij zij het grootste deel van haar nalatenschap toebedeelde aan de twee kinderen van een vooroverleden zoon. De andere zoon betwist nu de geldigheid van het testament en voert een procedure tot nietigverklaring ervan. Hij stelt dat de erflater reeds wilsongeschikt was ten tijde van het opmaken van het testament.
De advocaat-bewindvoerder wordt nu als getuige opgeroepen voor de rechtbank om het bewijs te leveren dat de beschermde persoon in de periode van het opmaken van het testament ongezond van geest en dus wilsonbekwaam was.
De advocaat-bewindvoerder vraagt of een ex-bewindvoerder mag getuigen over een overleden pupil.
Advies
Vooreerst merk ik op dat het beroepsgeheim van advocaat van toepassing is wanneer de advocaat optreedt als advocaat, of anders gezegd bij de uitoefening van zijn kerntaken: het vertegenwoordigen, bijstaan en verdedigen in rechte van de cliënt en het verlenen van juridisch advies. Wanneer een advocaat een gerechtelijk mandaat uitoefent (zoals in casu het mandaat van bewindvoerder), treedt hij niet op als advocaat en wordt hij niet beschermd door het specifieke, sterke beroepsgeheim van de advocaat zoals erkend door onder meer het Grondwettelijk Hof en het Hof van Cassatie.
Dit neemt niet weg dat de bewindvoerder zelf een beroepsgeheim heeft, weliswaar minder strikt dan dat van de advocaat. Hij heeft immers kennis van geheimen die hem worden toevertrouwd of die hij heeft vernomen in de uitoefening van zijn gerechtelijk mandaat. Artikel 458 Sw. is van toepassing op de (advocaat-)bewindvoerder. Het beroepsgeheim neemt geen einde met het beëindigen van het mandaat van bewindvoerder.
Zoals je weet voorziet artikel 458 Sw. in een uitzondering voor het afleggen van een getuigenis in rechte. De bewindvoerder mag met andere woorden in een dergelijk geval informatie verstrekken die in principe wordt beschermd door zijn beroepsgeheim zonder daarvoor mogelijk strafrechtelijk te worden gesanctioneerd.
Hoewel artikel 458 Sw. de advocaat-bewindvoerder toelaat bepaalde informatie kenbaar te maken bij een getuigenis in rechte, komt het hem toe zelf te beoordelen of en in welke mate dit gepast voorkomt. De deontologie van advocaat blijft op hem van toepassing bij de uitoefening van een gerechtelijk mandaat (artikel 162 van de Codex), met inbegrip van een mogelijke tuchtrechtelijke vervolging.
In casu lijkt het afleggen van een getuigenis over de geestelijke gezondheid van de beschermde persoon nogal moeilijk. Zoals de betrokken advocaat-bewindvoerder aanhaalt, is zij niet medisch geschoold én kende zij de betrokken persoon niet in de periode waarover de vraag wordt gesteld. Maar zoals gezegd dient de advocaat-bewindvoerder dit in eer en geweten zelf te beoordelen.
Jan Meerts
Bestuurder deontologie, tucht en regulering