Voorzitter op vrijdag: "Inzetten op educatieve communicatie, digitalisering en alternatieve geschillenoplossing, daarin valt nog bijzonder veel te winnen"
Deontologie-advies Advies 672
De vermelding van een ere-advocaat op het briefpapier is niet toegelaten. Een ere-advocaat heeft het beroep verlaten. De vermelding van die titel kan de verkeerde indruk wekken dat hij nog steeds werkzaam is op het kantoor of op een andere wijze verbonden is aan het kantoor. In het kader van de historiek van het kantoor kunnen op de website wel diegenen die vroeger tot het advocatenkantoor hebben behoord en die ondertussen de balie hebben verlaten en werden toegelaten tot het voeren van de titel van ere-advocaat, worden vermeld.
Merve Köse
![Merve Köse](/files_filesystem/files/Fotos/Mensen/Medewerkers/_75x75_crop_center-center_none/OVB_Portretten-oktober_19_low.jpg)
Dominique Dombret
![Dominique Dombret](/files_filesystem/files/Fotos/Mensen/Medewerkers/_75x75_crop_center-center_none/Dominique-Dombret_2023-10-12-113552_szsd.jpg)
Vraag
U vraagt advies in verband met volgende vraag: “Mag iemand die de titel van ere-advocaat is toegekend nog figureren op de website/briefpapier van het kantoor waar hij laatst werkzaam was?”
Advies
In adviezen 98, 277 en 355 kwamen vrijwel gelijkluidende vragen aan bod. Deze adviezen vindt u eveneens als bijlage aan deze brief terug.
De huidige relevante bepalingen in de Codex Deontologie voor Advocaten zijn de volgende:
Artikel 65: “De advocaat die gemachtigd werd de titel van ereadvocaat te dragen, verbindt zich ertoe:
- elke verwarring te voorkomen tussen de titel van ereadvocaat en die van tableauadvocaat, bijvoorbeeld door de titel van advocaat enkel te gebruiken in samenstelling van “ereadvocaat” en hem dan ook aan zijn woning niet te vermelden; (…)” (eigen onderlijning)
Artikel 171.15: “Indien een samenwerkingsverband in zijn naam of logo de naam van een lid van dat samenwerkingsverband voert, zullen het samenwerkingsverband en zijn leden er onverwijld voor zorgen dat de naam van dat lid uit de naam en het logo van dat samenwerkingsverband wordt geschrapt en dat de documenten van het samenwerkingsverband in die zin worden aangepast indien:
- de betrokken advocaat uittreedt om buiten dat samenwerkingsverband het beroep uit te oefenen;
- de betrokken advocaat bij definitieve tuchtbeslissing werd geschrapt of wegens faillissement werd weggelaten;
- de betrokken advocaat van het samenwerkingsverband wordt uitgesloten;
- de betrokken advocaat het beroep niet meer uitoefent en het samenwerkingsverband geen akkoord met hem of met zijn rechtsopvolgers sloot over het verdere gebruik van zijn naam;
- de betrokken advocaat wordt weggelaten om een beroep uit te oefenen dat onverenigbaar is met dat van advocaat zoals bedoeld in artikel 437 van het Gerechtelijk Wetboek.”
(eigen onderlijning)
Artikel 171.16.: “De documenten uitgaande van het samenwerkingsverband vermelden getrouw de aard en vorm en tonen aan dat ze uitgaan van advocaten. Ze maken het mogelijk de leden ervan te identificeren.” (eigen onderlijning)
Deze artikelen geven uitdrukking aan de bepalingen van het WER over misleidende handelspraktijken (zie boek VI, titel IV, afdeling 2 van hoofdstukken 1 en 2). Er rust bovendien een actieve verplichting voor het kantoor om elke mogelijke verwarring uit te sluiten.
Hieruit volgt dat de vermelding van een ere-advocaat op het briefpapier niet is toegelaten. Het is een kwestie van transparantie. De ere-advocaten hebben immers het beroep verlaten en de vermelding van een ere-advocaat kan de verkeerde indruk wekken dat deze nog steeds werkzaam is op het kantoor of op een andere wijze verbonden is aan het kantoor.
Ik deel u verder mee dat op een website wel melding kan worden gemaakt in het kader van de historiek van het kantoor van diegenen die vroeger tot het advocatenkantoor hebben behoord en die ondertussen de balie hebben verlaten en werden toegelaten tot het voeren van de titel van
ere-advocaat.
Edward Janssens
Voorzitter