Voorzitter op vrijdag: "Inzetten op educatieve communicatie, digitalisering en alternatieve geschillenoplossing, daarin valt nog bijzonder veel te winnen"
Deontologie-advies Advies 65
Groeperingsovereenkomst tussen advocaten is geen vestiging van twee bijkantoren - toepassing van het nationaal reglement op de samenwerkingsverbanden.
Dominique Dombret
Merve Köse
Mevrouw de Voorzitter van de Vereniging van Vlaamse Balies maakt mij uw fax van 8 december ll. over.
1. Wat betreft het eerste punt, gaat het wel degelijk over een groeperingsovereenkomst tussen een advocaat van de balie van K en de balie van O.
Dat brengt mee dat niet het reglement van de balie van O. (artikel 59) noch het huishoudelijk reglement van de balie van K. (punt 31) ter zake van toepassing zijn, doch wel het reglement van de Nationale Orde van 8 maart 1990 over de beroepsuitoefening in samenwerking.
Dit reglement spreekt in artikel 2 over de mogelijkheid voor advocaten ingeschreven op het tableau of de lijst van stagiairs van verschillende Orden zich te groeperen door het delen van kosten en gemeenschappelijke diensten te organiseren met het oog tot de uitoefening van hun beroep, wat kan gebeuren door het aangaan van een groeperingsovereenkomst.
Hoofdens artikel 3 van dat reglement moet vooraf de goedkeuring bekomen worden van de raden van de Orde of Stafhouders van de betrokken balies.
De overige artikels van het reglement handelen over de burgerlijke vennootschap of de burgerlijke vennootschap met handelsvorm en zijn dus niet van toepassing op een eenvoudige groepering (vroeger kostenassociatie genaamd), behoudens artikel 9, dat stelt dat de advocaten die hun beroep uitoefenen in groepering individueel onderworpen blijven aan de tucht van de Orde waar zij op het tableau of de lijst van de stagiairs zijn ingeschreven.
Wanneer ik de tekst van de groeperingsovereenkomst tussen betrokken advocaten naga, meen ik niet dat kan gesteld worden dat de beide advocaten een bijkantoor in de andere balie zouden verwerven door deze groeperingsovereenkomst.
Dat zij in artikel III elkaar wederkerig gebruik geven van infrastructuur van de andere partij en het personeel volgens concrete afspraken die ze in een intern reglement zullen bepalen, betekent nog niet dat zij een bijkantoor hebben. Dit veronderstelt immers een permanente beschikbaarheid op het bijkantoor.
Dergelijke toezegging van faciliteiten in de betrokken vestigingen vindt men geredelijk terug in de zowel binnenlandse als internationale associatie- of vennootschapsovereenkomsten en dergelijke faciliteiten worden niet geïnterpreteerd als het vestigen van een bijkantoor.
Wel dient opgemerkt te worden dat artikel III en artikel VIII telkens spreken van een intern reglement of huishoudelijk reglement die bepaalde zaken verder zullen regelen.
Het verdient voorkeur dat men niet zou tewerk gaan met dergelijke reglementen (die bij veronderstelling niet aan de Stafhouder of de raad van de Orde van de onderscheiden balies worden voorgelegd) maar dat de afspraken concreet in de overeenkomst, die aan de Stafhouder of Orde wordt voorgelegd, worden overgelegd in hun geheel.
2. Wat de tweede vraag betreft, vraag van een bepaalde advocaat om een bijkantoor te mogen openen in het rechtsgebied van de balie van Oudenaarde, waar hij thans zijn kantoor heeft, is het inderdaad zo dat een aantal balies een bijkantoor toestaan in het eigen rechtsgebied, zoals de balies van Gent, Kortrijk, Doornik, Antwerpen, Brussel, enz.
Ik merk hier op dat wat betreft de balie van Oudenaarde het huidig reglement van de Orde in artikel 9 het bijkantoor (nog) uitsluit, waar het stelt dat elk advocaat een geschikt kantoor moet hebben en slechts één. Misschien is het tijd om aan de wijziging van dit reglement te werken.
Ik signaleer U dat in de schoot van de Vereniging van Vlaamse balies een ontwerp van reglement op de bijkantoren zowel interarrondissementeel als intra-arrondissementeel wordt uitgewerkt, dat waarschijnlijk in een definitieve tekst zal worden gegoten op de Commissie Deontologie van het Departement op 16 december a.s. en dan, na goedkeuring door de Raad van Bestuur, aan een volgende Raad van Afgevaardigden zal worden voorgelegd.
Er mag dus verhoopt worden dat wij weldra een eenvormig reglement zullen hebben voor alle Vlaamse balies wat betreft de bijkantoren, die op verruimde wijze zullen toegelaten worden indien dit reglement door de Raad van Afgevaardigden en daarna door de balies wordt goedgekeurd.
3. Ik heb ook kennis genomen van de groeperingsovereenkomst die goedgekeurd is door de betrokken balies.
Het gaat inderdaad om een kostenassociatie volgens het reglement van de Nationale Orde van 8 maart 1990.
Ik merk op dat in de bespreking in de raad van uw Orde de vraag werd gesteld welke de financiële verplichtingen zijn t.a.v. elke balie bij een groeperingsovereenkomst gespreid over twee gerechtelijke arrondissementen.
Ik geloof dat in de geest van het reglement van de Nationale Orde van 8 maart 1990 hier geen speciale voorzieningen zijn te treffen vermits de beide advocaten lid blijven van hun eigen balie en aldaar dus de baliebijdragen zullen betalen en de overige verplichtingen nakomen.
M.a.w. de groeperingsovereenkomst heeft geen invloed op de financiële verplichtingen van de betrokken advocaten tegenover hun eigen balie en er is geen verschil tussen een groeperingsovereenkomst tussen advocaten van hetzelfde arrondissement en een interarrondissementele en dus onder het Nationaal Reglement vallende groeperingsovereenkomst.
Stafhouder Jo Stevens
Bestuurder departement deontologie