Voorzitter op vrijdag: "Inzetten op educatieve communicatie, digitalisering en alternatieve geschillenoplossing, daarin valt nog bijzonder veel te winnen"
Deontologie-advies Advies 644
De opvolgende advocaat mag niet optreden in een geschil over de beroepsaansprakelijkheid van de opgevolgde advocaat. Door de beroepsaansprakelijkheidsverzekeraar te dagvaarden in plaats van de opgevolgde advocaat treedt de opvolgende advocaat wel degelijk op in een geschil over de beroepsaansprakelijkheid van zijn voorganger.
De stafhouder is bevoegd om op te treden tegen een opvolgende advocaat die de beroepsaansprakelijkheidsverzekeraar van zijn opvolger dagvaardt.
Dominique Dombret
![Dominique Dombret](/files_filesystem/files/Fotos/Mensen/Medewerkers/_75x75_crop_center-center_none/Dominique-Dombret_2023-10-12-113552_szsd.jpg)
Merve Köse
![Merve Köse](/files_filesystem/files/Fotos/Mensen/Medewerkers/_75x75_crop_center-center_none/OVB_Portretten-oktober_19_low.jpg)
Vraag
Mr. X wordt af en toe geconfronteerd met de situatie waarin een opvolgende advocaat artikel 121, tweede lid van de Codex – dat hem verbiedt de belangen van de cliënt te behartigen in een aansprakelijkheidsgeding lastens zijn voorganger – tracht te omzeilen door de verzekeraar van de opgevolgde advocaat te dagvaarden in plaats van de voorganger zelf. Mr. X meent / vreest dat de stafhouder geen bevoegdheid heeft om dat te verbieden.
Advies
Artikel 121, tweede lid van de Codex Deontologie voor Advocaten luidt als volgt:
“De opvolgende advocaat mag niet in rechte optreden in een geschil over de beroepsaansprakelijkheid van de opgevolgde advocaat. De stafhouder kan dat in bijzondere gevallen wel toelaten wanneer het belang van de cliënt dat vereist. De opvolgende advocaat kan de opgevolgde advocaat in gebreke stellen in verband met diens beroepsaansprakelijkheid.”
Verder merk ik nog op dat het een advocaat is die in rechte optreedt. Dat hij een confrater zou dagvaarden, dan wel een derde (in casu de verzekeraar), doet geen afbreuk aan de bevoegdheid van de stafhouder om op te treden ten aanzien van de advocaat die een laakbare handeling stelt.
De bevoegdheid van de stafhouder om op te treden tegen de niet-naleving van een deontologische bepaling moet niet expressis verbis bepaald te zijn in het voorschrift zelf.
Ik besluit dan ook dat de stafhouder op grond van artikel 121, tweede lid van de Codex bevoegd is om op te treden tegen een opvolgende advocaat die de beroepsaansprakelijkheidsverzekeraar van zijn opvolger dagvaardt.