Voorzitter op vrijdag: "Inzetten op educatieve communicatie, digitalisering en alternatieve geschillenoplossing, daarin valt nog bijzonder veel te winnen"
Deontologie-advies Advies 642
Indien op advies van de bankinstelling en de stafhouder aangifte wordt gedaan bij de CFI dienen de gelden die werden ontvangen op de derdenrekening te worden overgeschreven op een rubriekrekening in afwachting van de verdere gerechtelijke procedure (artikel 446quater, §4, lid 2 Ger. W. en artikel 134, derde lid van de Codex).
De discussie over de afgifte van het schilderij, dan wel de teruggave van de gestorte gelden dient niet te worden beoordeeld door de stafhouder, maar het is aan het gerecht om zich daarover uit te spreken. De advocaat kan zich ook richten tot de CFI om te vernemen of deze gelden al dan niet kunnen vrijgegeven worden.
Dominique Dombret
![Dominique Dombret](/files_filesystem/files/Fotos/Mensen/Medewerkers/_75x75_crop_center-center_none/Dominique-Dombret_2023-10-12-113552_szsd.jpg)
Merve Köse
![Merve Köse](/files_filesystem/files/Fotos/Mensen/Medewerkers/_75x75_crop_center-center_none/OVB_Portretten-oktober_19_low.jpg)
Vraag
Graag verwijs ik naar uw e-mail d.d. 10 mei jl. - geschreven in uw hoedanigheid van witwas verantwoordelijke van balie x - aan de heer A.
U en uw stafhouder worden met de volgende zaak geconfronteerd.
Het gaat om de verkoop van een schilderij, mogelijk van Edgar Degas, door de heer B (bijgestaan door mr. X) en mevrouw C (bijgestaan door mr. Y) aan een Amerikaanse vennootschap (vertegenwoordigd door mr. Z), opgericht in Delaware, ten bedrage van € 250.000.
Gelet op de echtscheiding van de heer B en mevrouw C, ontvingen hun respectieve raadslieden elk de helft van de koopsom op hun derdenrekening.
De bankinstelling van mr. X deelde hem mee aangifte te doen aan de Cel voor Financiële Informatieverwerking (CFI). Mr. X vroeg daarop advies aan stafhouder D.
Op 15 februari 2019 adviseerde stafhouder D om aangifte te doen bij de CFI. Op grond van een aantal vaststellingen is het volgens stafhouder D niet uitgesloten dat het gaat om een witwastransactie via de derdenrekening van de advocaten.
Mr. Y ging niet akkoord met dat advies. Op 26 maart 2019 liet stafhouder D weten te volharden in zijn advies om aangifte te doen bij de CFI.
Op 29 maart 2019 schreef mr. Z stafhouder D aan. Hieruit blijkt dat ondanks de betaling van de koopsom de koper nog niet in het bezit werd gesteld van het schilderij.
Mrs. X en Y hebben respectievelijk op 10 en 6 september 2018 een ‘Déclaration de Sequestre’ ondertekend. Hierin werd bepaald dat wanneer de verkoop niet gerealiseerd was op 1 oktober 2018 de gelden gestort op de derdenrekeningen van de raadslieden, teruggestort zouden worden. Dit is nog niet gebeurd.
De cliënt van mr. Z vroeg waarom de afgifte van het schilderij, dan wel de terugstorting van de gelden niet kan gerealiseerd worden.
Uit de brief van mr. X aan stafhouder D d.d. 18 april ll. blijkt dat een procedure hangende is voor de rechtbank betreffende het bewuste schilderij.
U vraagt nu of er mag worden overgegaan tot afgifte van het schilderij. En wat er dient te gebeuren met de gelden op de derdenrekening.
Advies
Ik verleen u volgend advies.
De beslissing van stafhouder D treed ik volledig bij. Er diende inderdaad aangifte te worden gedaan bij de CFI.
Ik merk verder op dat mij geen concrete informatie werd meegedeeld over de hangende gerechtelijke procedure. Ik meen uit de brief van mr. X aan stafhouder D d.d.18 april 2019 te kunnen afleiden dat het gaat over de afgifte van het schilderij, dan wel de teruggave van de gestorte gelden.
Het is niet aan de stafhouder, maar aan het gerecht om zich uit te spreken. De advocaat kan zich ook richten tot de CFI om te vernemen of deze gelden al dan niet kunnen vrijgegeven worden.
Ik kan u wel meedelen dat de gelden moeten worden overgeschreven naar een rubriekrekening in afwachting van de verdere gerechtelijke procedure. Hiervoor verwijs ik naar de artikelen 446quater, §4, lid 2 Ger. W. (“Ingeval de advocaat om gegronde redenen de gelden niet binnen de bij het reglement van de Orde van Vlaamse Balies en de Ordre des barreaux francophones et germanophone bepaalde termijn en uiterlijk binnen twee maanden na ontvangst ervan aan de bestemmeling kan overmaken, stort hij ze op een rubriekrekening.”) en artikel 134, derde lid van de Codex Deontologie voor Advocaten (“Als de advocaat om redenen onafhankelijk van zijn wil, derdengelden niet spoedig aan de bestemmeling kan of mag overmaken, schrijft hij die gelden over op een rubriekrekening, waarvan de netto-rente aan de bestemmeling toekomt.”).
Alex Tallon
Bestuurder deontologie