Ga verder naar de inhoud

Deontologie-advies Advies 636

Een advocaat die optreedt voor de belangen van een NV kan niet tegelijk optreden voor de gedupeerde beleggers die mogelijk een aansprakelijkheidsclaim wensen in te stellen tegen deze NV. Er is in voorkomend geval sprake van een belangenconflict of een wezenlijke dreiging daartoe.

Dominique Dombret

Jurist deontologie
Dominique Dombret

Merve Köse

Jurist deontologie
Merve Köse

Deel dit artikel

Vraag

U vraagt mijn advies in volgend geschil tussen mr. X (van het kantoor Y) van balie x en mr. Z van balie z.

Na controles door de Nationale Bank van België (hierna: NBB) bij vermogensbeheerder NV A werd de raad van bestuur van deze laatste volledig opzij gezet en werd het beheer van haar beleggingsportefeuille ontnomen. Er werd een voorlopig bestuurder van de NBB benoemd.

Hierna nam vermogensbeheerder NV B bepaalde activa over, onder meer de portefeuilles van enkele cliënten van mr. Z. Dit gebeurde onder toezicht van de NBB. De cliënten van mr. Z moeten hun schriftelijk akkoord nog geven voor de overdracht van hun beleggingsportefeuilles.

Bij e-mail d.d. 15 december 2018 heeft NV B deze overdracht meegedeeld aan de klanten van NV A. Er werd tevens aangekondigd een groepsvordering te zullen instellen voor de door hen geleden schade. Hiertoe heeft NV B haar eigen raadsman mr. X, aangesteld. De (advocaten)kosten voor deze procedure zullen door NV B vergoed worden. De rechtsbijstand door mr. X zou aldus ‘gratis’ zijn in tegenstelling tot die verleend door mr. Z.

Mr. Z heeft bij stafhouder C klacht ingediend tegen mr. X wegens:
- een belangenconflict;
- afwerving van cliënten in een lopende zaak (artikel 84, §§ 1 en 2 van de Codex);
- schending van artikel 66 van de Codex.

U vraagt mij of het kantoor Y de opdrachtbrief door de betrokken beleggers mag laten ondertekenen.

Advies

Ik verleen u volgend advies.

1. Belangenconflict
Mr. X is de raadsman van NV B. Hij zou in opdracht van NV B tevens optreden voor de gedupeerde klanten van de NV A waarvan de beleggingsportefeuille werd overgenomen door NV B. Mr. X erkent dit in zijn brief d.d. 3 januari 2019 aan stafhouder K.

Uit de e-mail van mr. Z aan stafhouder C d.d. 18 december 2018 blijkt dat enkele cliënten hem reeds vóór het ontvangen van de e-mail d.d. 15 december 2018 van NV B de opdracht gaven om diverse aansprakelijkheden te onderzoeken inzake hun beleggingsverliezen. Zij hebben (mogelijk) aanspraken en vorderingen tegen NV A, maar ook tegen de bestuurders en mogelijk tegen andere derden zoals de NBB en NV B.

Ik verwijs naar artikel 5, § 1 van de Codex, dat luidt als volgt:

“De advocaat kan niet optreden wanneer dat aanleiding geeft tot een belangenconflict tussen de advocaat en een cliënt of tot een wezenlijke dreiging daartoe.” (eigen markering)

Aangezien de betrokken cliënten van mr. Z – die aldus zijn mandaat zouden beëindigen ten voordele van mr. X - mogelijk een aansprakelijkheidsvordering zouden instellen tegen de NV B, is er sprake van een belangenconflict of minstens een wezenlijke dreiging daartoe. Het komt mij dan ook voor dat mr. X niet kan optreden voor de gedupeerde beleggers, minstens voor de cliënten van mr. Z die reeds te kennen gaven mogelijk een aansprakelijkheidsclaim te willen instellen tegen NV B.

Gezien ‘een wezenlijke dreiging’ reeds volstaat, komt het mij voor dat de opdrachtbrief door geen enkele gedupeerde belegger kan ondertekend worden en mr. X aldus voor geen van hen kan optreden.

Ik merk nog op dat artikel 1.4 van de opdrachtbrief het volgende bepaalt:

“(...) Deze Overeenkomst belet evenmin dat er door de Belegger procedures kunnen worden geïnitieerd tegen B. Y heeft er in dat verband expliciet op gewezen dat zij tevens raadsman is van B en dat zij, in geval van conflict tussen B en de Belegger, voor geen van beide Partijen kan optreden. Een en ander neemt vanzelfsprekend niet weg dat een Belegger alsnog een vordering kan instellen lastens B via een eigen raadsman.” (eigen markering)

Aangezien nu reeds blijkt dat er mogelijk een conflict tussen NV B en de gedupeerde beleggers kan bestaan, komt het mijns inziens de belangen van NV B niet ten goede wanneer mr. X de opdrachtbrief zou laten ondertekenen door de beleggers. Immers, wanneer er effectief een conflict blijkt te zijn, dient mr. X zich ook ten aanzien van zijn reeds bestaande cliënt NV B terug te trekken.

Mr. Z haalt nog andere argumenten aan ter staving van een belangenconflict. Hoewel mijns inziens reeds op basis van het bovenstaande kan besloten worden tot een belangenconflict, minstens een wezenlijke dreiging daartoe, bevestigen de overige argumenten dit des te meer.

2. Afwerving cliënteel
Mr. Z meent dat mr. X minstens onrechtstreeks via derden cliënten van hem afwerft.

Mr. X heeft inderdaad niet zelf de gedupeerde beleggers aangeschreven met het oog op het instellen van een groepsvordering. De beleggers werden hiertoe benaderd door NV B bij e-mail d.d. 15 december 2018. Uit deze e-mail blijkt dat mr. X hiervoor reeds werd aangesteld als raadsman.

Vooreerst merk ik op dat volgens artikel 84 van de Codex de advocaat zelf publiciteit voert; de bepaling betreft niet de publiciteit gevoerd door derden ten voordele van een advocaat. Bovendien is het niet zeker dat alle aangeschreven gedupeerde beleggers reeds worden bijgestaan door een raadsman in dit dossier.

Ik meen dan ook dat artikel 84 van de Codex niet overtreden is.

3. Artikel 66 van de Codex
Mr. Z beweert dat de nieuwe klanten van NV B verplicht worden enkel beroep te doen op mr. X voor het voeren van de groepsvordering. Hierdoor zou de vrije keuze van advocaat niet gewaarborgd worden.

Volgens artikel 1.4 van de opdrachtbrief “staat het de Belegger uiteraard steeds vrij om een eigen raadsman aan te duiden op eigen kosten voor dezelfde en/of een aanvullende opdracht en om de samenwerking met Y te beëindigen. (...)”.

Ik meen dan ook dat geen afbreuk wordt gedaan aan het principe van vrije keuze van advocaat. Het is de gedupeerde belegger expressis verbis toegestaan om zich te laten bijstaan door een andere raadsman, zij het dan op eigen kosten.

4.
Ik besluit dat er in casu sprake is van minstens een wezenlijke dreiging tot belangenconflict tussen mr. X en de gedupeerde beleggers.

Het komt mij dan ook raadzaam voor dat mr. X (of bij uitbreiding een kantoorgenoot; zie artikel 9 van de Codex) niet optreedt voor de beleggers.

Alex Tallon
Bestuurder deontologie

Ook interessant

Advies 719

Meer lezen

Advies 720

Meer lezen

Gerelateerd nieuws

Deze berichten verschenen recent:
Deontologie

Inzicht in nationale risicoanalyse witwaspreventie

De Cel voor Financiële Informatieverwerking (CFI) heeft de nationale risicoanalyse over witwassen van geld, financiering van terrorisme en de proliferatie van massavernietigingswapens samengevat voor alle entiteiten die onder de witwaspreventiewet vallen. Deze samenvatting is daarom ook van belang voor advocaten. Ze biedt u een goed inzicht in de actuele risico’s, waardoor u uw eigen risicoanalyses daarop kunt afstemmen.

Meer lezen
Deontologie Podcast

Podcast Ten Gronde: F*Q deontologie

In een boeiende aflevering van de podcast Ten Gronde, gemodereerd door bestuurder Jan Meerts, wordt de deontologie kritisch in vraag gesteld, met een focus op de veranderende landschappen van ethiek en praktijk. Mr. Eva Raepsaet, stafhouder Luk Delbrouck en vice-stafhouder Frank Judo betreden de arena om te debatteren over de ethiek en de grenzen van het beroep.

Deze podcast biedt een unieke kans om diepgaand inzicht te krijgen in de ethiek en de moderne ontwikkelingen van het beroep. Luister alsof u er zelf bij was!

Meer lezen
Deontologie Rechten van de mens

Het Federaal Instituut voor de Rechten van de Mens: een steun voor klokkenluiders

Recente wetten versterken de bescherming van klokkenluiders in Belgische privébedrijven en de federale publieke sector. Deze wetten, voortkomend uit een Europese richtlijn, bieden niet alleen bescherming maar ook diverse vormen van ondersteuning via het onafhankelijke Federaal Instituut voor de Rechten van de Mens (FIRM). Advocaten en advocatenkantoren die geïnteresseerd zijn in de verdediging van klokkenluiders worden opgeroepen om zich bij het FIRM te melden.

Meer lezen
Deontologie Fiscaal recht

Nieuwjaarsgeschenk van het Grondwettelijk Hof

Het Grondwettelijk Hof heeft op 11 januari 2024 opnieuw het beroepsgeheim van de advocaat beschermd in een bevestiging van zijn eerdere DAC6-rechtspraak. Ditmaal handelen de arresten over de omzettingsregelgeving op federaal niveau en op het niveau van de Franstalige Gemeenschap, het Waalse Gewest en het Brussels Hoofdstedelijk Gewest.

Meer lezen
Deontologie

Individueel e-mailadres voortaan verplicht

Advocaten moeten vanaf nu bereikbaar zijn via een (individueel) e-mailadres. Dat besliste onze algemene vergadering.

Meer lezen
Deontologie

OVB waarschuwt voor platform 'starofservice.be'

Het platform “starofservice.be” beweert via het internet vragers en aanbieders van ‘diensten’ met elkaar in contact te brengen. Er is ernstige twijfel over het bonafide karakter ervan, zodat de OVB elke samenwerking afraadt. Samenwerking kan bovendien zware deontologische inbreuken opleveren.

Meer lezen
Tucht

Onrechtmatig verzet niet langer mogelijk in procedures zoals in tucht

Onze algemene vergadering keurde op 8 februari 2023 een wijzigingsreglement goed dat voortaan (onder meer) de mogelijkheid biedt aan de raad van de Orde om verzet in procedures zoals in tucht ongedaan te verklaren. Dat reglement trad recent in werking.

Meer lezen
Deontologie Fiscaal recht

Het Grondwettelijke Hof verdedigt opnieuw ons beroepsgeheim bij DAC6

Het Grondwettelijke Hof heeft vandaag opnieuw uitspraak gedaan met betrekking tot een Vlaams decreet dat de administratieve samenwerking op het gebied van belastingen regelt. Het Hof respecteert opnieuw het beroepsgeheim van ons beroep.

Meer lezen
Deontologie Witwaspreventie

OVB waarschuwt voor opleiding witwaspreventie door SwiftSkills

We vernamen dat SwiftSkills, een e-learning platform, advocaten via een misleidend e-mailbericht aanspoort om deel te nemen aan een opleiding over hun verplichtingen onder de wet van 18 september 2017 ‘tot voorkoming van het witwassen van geld en de financiering van terrorisme en tot beperking van het gebruik van contanten’ (WPW).

Meer lezen