Voorzitter op vrijdag: "Inzetten op educatieve communicatie, digitalisering en alternatieve geschillenoplossing, daarin valt nog bijzonder veel te winnen"
Deontologie-advies Advies 630
Artikel 106, derde lid van de Codex heeft alleen betrekking op de betekening en niet op de tenuitvoerlegging. De verwittiging bij de betekening heeft nut omdat het de beroepstermijn doet lopen. Dit geldt niet voor de tenuitvoerlegging. Integendeel, het kan in het nadeel zijn van de cliënt wanneer de tegenpartij zijn goederen laat verdwijnen. Omwille van het verrassingseffect dient er aldus niet verwittigd te worden wanneer men overgaat tot tenuitvoerlegging.
Dominique Dombret
Merve Köse
Vraag
Op 17 juli 2018 deelt mr. X aan mr. Y haar intentie mee om het vonnis van de vrederechter van Maasmechelen d.d. 29 juni 2018 te laten betekenen.
Op 18 juli 2018 antwoordt mr. Y dat hij opdracht heeft gekregen om hoger beroep aan te tekenen. Hij zou dit doen meteen na zijn vakantie.
Op 20 juli 2018 repliceert mr. X dat zij alsnog zou overgaan tot betekening.
Op 14 augustus 2018 maakt mr. Y het verzoekschrift hoger beroep over aan mr. X. Op 30 augustus 2018 laat mr. X uitvoerend beslag leggen op de roerende goederen.
U beiden heeft een verschillend standpunt betreffende de verwittiging van de uitvoering:
- volgens stafhouder Koninckx moest mr. X opnieuw verwittigen alvorens over te gaan tot uitvoering; - volgens stafhouder Van Eeckhout slaat de verplichting van artikel 106, § 3 van de Codex enkel op de betekening en niet op de uitvoering. Indien de betekening correct is gebeurd, moet de advocaat de uitvoering niet melden aan de tegenstrever.
Advies
Ik verleen u volgend advies.
De vraag rijst aldus of artikel 106, derde lid van de Codex alleen betrekking heeft op de betekening of ook op de tenuitvoerlegging.
Voor alle duidelijkheid herneem ik deze bepaling:
“De advocaat brengt steeds de betrokken advocaten op de hoogte dat hij opdracht geeft om een gerechtelijke beslissing te laten betekenen. Hij doet dat ten laatste op het ogenblik dat hij die opdracht geeft.” (eigen markering)
Deze bepaling is een aanpassing van het oorspronkelijke reglement van 31 januari 2007 betreffende de aan procedures verbonden regels van confraterniteit.
Uit de verslagen van de commissie deontologie d.d. 22 november 2007 en 10 januari 2008 blijkt dat de verwittiging zoals opgenomen in het derde lid enkel betrekking heeft op de betekening en niet op de tenuitvoerlegging. De verwittiging bij de betekening heeft nut omdat het de beroepstermijn doet lopen. Dit geldt niet voor de tenuitvoerlegging. Integendeel, het kan in het nadeel zijn van de cliënt wanneer de tegenpartij zijn goederen laat verdwijnen. Omwille van het verrassingseffect dient er aldus niet verwittigd te worden wanneer men overgaat tot tenuitvoerlegging.
Alex Tallon
Bestuurder deontologie