Voorzitter op vrijdag: "Inzetten op educatieve communicatie, digitalisering en alternatieve geschillenoplossing, daarin valt nog bijzonder veel te winnen"
Deontologie-advies Advies 623
Artikel 162 van de Codex bepaalt dat de advocaat belast met een gerechtelijk mandaat onderworpen blijft aan de deontologie van de advocaat, tenzij de deontologische regel onverenigbaar is met dat mandaat. Hoewel de advocaat door de rechtbank aangesteld wordt en zijn opdracht uitvoert onder controle van die rechtbank, blijft hij onderworpen aan het tuchtgezag van zijn Orde. Deontologische fouten in de uitoefening van het gerechtelijk mandaat (in casu de schuldbemiddeling) kunnen dus tuchtrechtelijk bestraft worden.
Dominique Dombret
![Dominique Dombret](/files_filesystem/files/Fotos/Mensen/Medewerkers/_75x75_crop_center-center_none/Dominique-Dombret_2023-10-12-113552_szsd.jpg)
Merve Köse
![Merve Köse](/files_filesystem/files/Fotos/Mensen/Medewerkers/_75x75_crop_center-center_none/OVB_Portretten-oktober_19_low.jpg)
Vraag
De heer A (schuldenaar in collectieve schuldenregeling), dient bij u een klacht in tegen zijn schuldbemiddelaar, mr. X van uw balie. Deze laatste zou bepaalde informatie niet doorgegeven of opgenomen hebben in de minnelijke aanzuiveringsregeling (MAR), een schuldvordering zonder meer aanvaard en opgenomen hebben in de MAR, een schuldvordering opgenomen hebben in de MAR zonder ze zorgvuldig te controleren, ...
U meent dat de klachten integraal betrekking hebben op het optreden van mr. X in zijn hoedanigheid van schuldbemiddelaar. Ik ben het hiermee volledig eens.
U vraagt mijn advies over het spanningsveld tussen enerzijds de bevoegdheid van de arbeidsrechtbank – die de schuldbemiddelaar aanstelt en erover toezicht uitoefent – en anderzijds de bevoegdheid van de stafhouder, die deontologisch toezicht uitoefent.
Advies
Zoals u weet bepaalt artikel 162 van de Codex dat de advocaat belast met een gerechtelijk mandaat onderworpen blijft aan de deontologie van de advocaat, tenzij de deontologische regel onverenigbaar is met dat mandaat. Hoewel de advocaat door de rechtbank aangesteld wordt en zijn opdracht uitvoert onder controle van die rechtbank, blijft hij onderworpen aan het tuchtgezag van zijn Orde. Deontologische fouten in de uitoefening van het gerechtelijk mandaat (in casu de schuldbemiddeling) kunnen dus tuchtrechtelijk bestraft worden. Een eventuele schorsing of schrapping zal tot gevolg hebben dat de advocaat het gerechtelijk mandaat tijdelijk of definitief niet verder kan uitoefenen. (J. STEVENS, Advocatuur. Regels & Deontologie, Mechelen, Kluwer, 2015, 505, nr. 700).
De dubbele controle van de schuldbemiddelaars is wettelijk verankerd in artikel 1675/17, § 3, eerste lid Ger. W.:
“§ 3. De rechter ziet toe op de naleving van de bepalingen inzake de collectieve schuldenregeling. Hij ziet er inzonderheid op toe dat alle posten die onontbeerlijk zijn voor het behoud van de menselijke waardigheid worden ingeschreven in de minnelijke of gerechtelijke aanzuiveringsregeling en ziet eveneens toe op de aanpassing van het leefgeld aan de gezondheidsindex. Stelt hij een verzuim vast in hoofde van de schuldbemiddelaar, dan geeft hij hiervan kennis aan de procureur des Konings, die oordeelt welke tuchtrechtelijke gevolgen zulks kan meebrengen of aan de in § 1, tweede streepje, van dit artikel, bedoelde bevoegde overheid.” (eigen markering)
Ik meen dan ook dat in casu de arbeidsrechter die mr. X aangesteld heeft als schuldbemiddelaar, de klacht van de heer A inhoudelijk dient te onderzoeken. Uw bevoegdheid is eerder deontologisch van aard. U zou mr. X kunnen oproepen en onderzoeken of hij de algemene integriteitsbeginselen waardigheid, kiesheid en rechtschapenheid -die aan de grondslag liggen van het beroep van advocaat - nageleefd heeft. Bent u van oordeel dat er sprake is van een deontologische inbreuk, dan dient u het dossier over te maken aan de voorzitter van de tuchtraad.
Alex Tallon
Bestuurder deontologie