Voorzitter op vrijdag: "Inzetten op educatieve communicatie, digitalisering en alternatieve geschillenoplossing, daarin valt nog bijzonder veel te winnen"
Deontologie-advies Advies 613
Er is geen beletsel tegen de opname op het tableau van advocaten in geval van het bestaan van een arbeidsovereenkomst als bediende voor het leveren van arbeid van 1 dag per week bij de nationale raad van de Orde der artsen.
Dominique Dombret
![Dominique Dombret](/files_filesystem/files/Fotos/Mensen/Medewerkers/_75x75_crop_center-center_none/Dominique-Dombret_2023-10-12-113552_szsd.jpg)
Merve Köse
![Merve Köse](/files_filesystem/files/Fotos/Mensen/Medewerkers/_75x75_crop_center-center_none/OVB_Portretten-oktober_19_low.jpg)
Vraag
Mevrouw X heeft de opname op het tableau gevraagd. Daarnaast zou ze nog 1 dag / week als bediende werken bij de nationale raad van de Orde der artsen. Haar opdracht zou bestaan uit projectwerk. De arbeidsovereenkomst zou beëindigen zodra een nieuwe voltijdse medewerker gevonden is. Het zou om maximaal enkele maanden gaan.
U vraagt of deze functie verenigbaar is met het beroep van advocaat. In afwachting van mijn advies werd mevrouw X op 17 mei jl. opgenomen op het tableau onder de opschortende voorwaarde dat er geen onverenigbaarheid is.
Advies
Uw vraag moet beoordeeld worden in het licht van artikel 437, lid 1, 4° Ger. W. dat luidt als volgt:
“Het beroep van advocaat is onverenigbaar met alle bezoldigde betrekkingen of werkzaamheden, openbare of particuliere, tenzij ze noch de onafhankelijkheid van de advocaat, noch de waardigheid van de balie in gevaar brengen.”
Artikel 437,4° Ger. W. verbiedt aldus in principe het gelijktijdig uitoefenen van twee beroepen, met dien verstande dat het de raad van de Orde toekomt te oordelen of de activiteit verenigbaar is met de onafhankelijkheid van de advocaat of de waardigheid van de balie in gevaar brengt. Ik kan u ter zake aldus slechts adviseren.
Mijns inziens lijkt er zich geen probleem van waardigheid of onafhankelijkheid te stellen. Aangezien de nevenactiviteit slechts 1 dag/week zou bedragen, lijkt de vraag of mevrouw X nog wel voldoende tijd kan besteden aan haar advocatenpraktijk en zij aldus voldoende beschikbaar en bereikbaar is
zowel voor cliënteel als voor confraters en derden met wie een advocaat in contact komt, niet aan de orde te zijn.
Volledigheidshalve merk ik nog op dat mevrouw X uiteraard niet als advocaat zal kunnen optreden voor de Orde der artsen.
Alex Tallon
Bestuurder deontologie