Voorzitter op vrijdag: "Inzetten op educatieve communicatie, digitalisering en alternatieve geschillenoplossing, daarin valt nog bijzonder veel te winnen"
Deontologie-advies Advies 60
Schorsende werking van het beroep ingesteld tegen een beslissing van de raad van de Orde tot weglating van het tableau.
Dominique Dombret
![Dominique Dombret](/files_filesystem/files/Fotos/Mensen/Medewerkers/_75x75_crop_center-center_none/Dominique-Dombret_2023-10-12-113552_szsd.jpg)
Merve Köse
![Merve Köse](/files_filesystem/files/Fotos/Mensen/Medewerkers/_75x75_crop_center-center_none/OVB_Portretten-oktober_19_low.jpg)
1. Ondertussen heb ik het bezoek ontvangen van bedoelde confrater en ik heb dienen mede te delen dat ik terzake niet kan optreden voor hem in zijn betwistingen gezien de rol die ik als departementshoofd van het Departement Deontologie van de Vereniging te vervullen heb t.o.v. de balie en de stafhouders.
Betrokkene heeft mij zijn zaak uitgelegd en heeft er op gewezen dat hij een voorwaardelijke vraag tot doorhaling van zijn inschrijving heeft gedaan met name dat hij wenste naar B over te stappen voor zijn hoofdkantoor doch dat hij een bijkantoor in V wenste te behouden, wat volgens het baliereglement van V niet zou kunnen.
Aldus besliste de raad tot zijn weglating op eigen verzoek en verzocht hem zijn kantoor te sluiten in V. Daartegen werd door de betrokkene beroep ingesteld.
Hij heeft mij ook meegedeeld dat hij actief bezig is met zijn inschrijving te bekomen bij de balie te B en lijkt het de Orde van V ten kwade te duiden dat ze niet gewacht heeft zoals gebruikelijk is of haar beslissing niet heeft gemaakt, in die zin dat de doorhaling als lid van de balie van V zou ingaan op de datum van inschrijving als lid van de balie van B.
Zo wordt gemeenlijk gehandeld.
2. Ik meen dat het beroep een schorsende werking heeft zoals elk beroep, tenzij de wet uitdrukkelijk het tegenovergestelde stelt wat in casu niet het geval is.
Het feit dat de beslissing van de raad het toestaan van de weglating op eigen verzoek betekent, ontdoet niets aan deze schorsende werking. Eventueel zou het de onontvankelijkheid van het beroep voor gevolg hebben wanneer de beslissing louter het instemmen is met wat gevraagd werd, maar het Hof van Beroep van Luik heeft al geoordeeld dat het beroep ook kan ingesteld worden om eventuele fouten van een procespartij recht te zetten (Luik, 6 maart 1990, J.T., 1990, 443).
Bovendien is het hier zo dat er een dubbele beslissing is genomen enerzijds weglating en anderzijds, volgens betrokken confrater, geen behoud van een bijkantoor in V, wat de voorwaarde van de aanvraag van doorhaling als hoofdkantoor aan de balie van V zou geweest zijn.
Het gaat dus om een complexe beslissing en niet eenvoudig om een beslissing waarin is ingegaan op het verzoek van de betrokkene.
Zoals U juist en duidelijk opmerkt gaat het niet om een tuchtbeslissing, maar men kan niet stellen dat het eenvoudig gaat om een maatregel die op eigen verzoek verleend werd.
Ik denk dat ik hier terzake dan ook het standpunt van het parket-generaal moet bijtreden in verband met de schorsende werking.
4. Zelfs indien er geen belang zou zijn bij het hoger beroep omdat het zou gaan om een niet voor de eerste rechter betwiste vordering en men voor een onontvankelijk beroep zou staan, zou deze onontvankelijkheid nog steeds moeten uitgesproken worden door de beroepsinstantie (Antwerpen, 16 januari 1996, R.W., 1996-97, 310).
Dat betekent dat er toch steeds schorsende werking zal zijn van de beroepsakte totdat de beroepsinstantie zich over de eventuele onontvankelijkheid van het beroep heeft uitgesproken.
Ondertussen blijft m.i. de betrokkene advocaat. Dat is wat ik ook t.o.v. betrokken confrater als mening heb te kennen gegeven.
Stafhouder Jo Stevens
Bestuurder departement deontologie