Ga verder naar de inhoud

Deontologie-advies Advies 583

Het verlenen van prestaties gedurende 32 uur per week (8 uur per dag, 4 dagen per week) tijdens de hele detachering (niet op sommige ‘piekmomenten’) kan niet beschouwd worden als een ‘beperkte’ terbeschikkingstelling in de zin van artikel 90 van de Codex. Bovendien moet de advocaat voldoende bereikbaar en beschikbaar zijn voor haar cliënten.

Een detacheringsovereenkomst van ‘onbepaalde duur’ is strijdig met een ‘beperkte’ terbeschikkingstelling.

Omdat de gedetacheerde advocaat optreedt als advocaat, moet hij de documenten die hij opstelt bijhouden als dossier.

Dominique Dombret

Jurist deontologie
Dominique Dombret

Merve Köse

Jurist deontologie
Merve Köse

Deel dit artikel

Vraag

U wenst advies over een detacheringsovereenkomst. Meer bepaald vraagt u of een detacheringsovereenkomst waarin bepaald wordt dat een advocaat 8 uur per dag gedurende 4 dagen per week (van maandag tot en met donderdag) aanvaardbaar is.

Advies

Ik verleen u volgend advies met betrekking tot de hele overeenkomst.

Vooreerst merk ik op dat de overeenkomst een algemeen aanvoelen geeft een verdoken "arbeidsovereenkomst" te zijn waarbij de advocaat in ondergeschikt verband staat ten opzichte van de onderneming. Mogelijk is dit een overeenkomst die voor andere dienstverleners wordt gebruikt. In artikel 5.2 spreekt men in de laatste regel over de ‘Dienstverlener’, terwijl dit begrip niet gedefinieerd is en de overeenkomst overal de bewoording ‘Advocaat’ of ‘Partij(en)’ vermeldt. Vermoedelijk gaat het om een vergetelheid. Hierna leest u enkele opmerkingen over onder meer de vertrouwelijkheid en het bewaren van dossiers, waaruit zou kunnen blijken dat mijn vermoeden dat het om een ‘standaard dienstverleningsovereenkomst’ gaat, bevestigd zou kunnen worden.

Mede gelet op dit vermoeden, zou het misschien wenselijk kunnen zijn om te onderzoeken of de advocaat zich kenbaar maakt als advocaat, geen documenten ondertekent op het briefhoofd of logo van de onderneming en geen gebruik maakt van het e-mailadres van de onderneming (artikel 92 van de Codex).

Hierna ben ik zo vrij om artikelsgewijs enkele opmerkingen te formuleren.

Artikel 1.2:

Volgens deze bepaling verbindt de advocaat zich ertoe zich ter beschikking te stellen van de onderneming “in functie van de noodwendigheden” van de Diensten. Deze bepaling geeft de indruk dat alleen de onderneming (de cliënt) telt en niet de advocaat, wat niet kan om diensten ‘als advocaat’ te verlenen. De advocaat moet zich immers kunnen organiseren en over soepelheid beschikken ten aanzien van zijn andere cliënten.

Wat de uren betreft die de betrokken advocaat spendeert in de onderneming, lijkt het mij noodzakelijk dat u bij haar informeert op welke wijze het kantoor gerund wordt tijdens "de afwezigheid van de advocaat". De advocaat moet immers voldoende bereikbaar en beschikbaar zijn voor haar cliënten.

Bovendien komt het mij voor dat het verlenen van prestaties gedurende 8 uur per dag, 4 dagen per week en dit iedere week niet beantwoordt aan artikel 90 van de Codex, dat het begrip ‘detachering’ omschrijft als:

de beperkte terbeschikkingstelling van een tableauadvocaat aan een cliënt om, vanuit de structuur van de cliënt, voor hem de diensten van een advocaat in zijn hoedanigheid van advocaat te leveren;

32 uur per week gedurende de hele detachering (dus niet op sommige ‘piekmomenten’) lijkt mij niet als een ‘beperkte’ terbeschikkingstelling beschouwd te kunnen worden. Arbeidsrechtelijk is een voltijds werkregime 38 uur per week (gemiddeld, op jaarbasis).

Artikel 2.1

De Advocaat verbindt er zich onvoorwaardelijk toe dat hij zich ten aanzien van derden nooit zal presenteren als deel uitmakende van het personeel van ... of van een met ... verbonden vennootschap.

De advocaat mag bij niemand (onder meer bij het personeel zelf van de onderneming) – en niet alleen bij derden - de indruk wekken deel uit te maken van het personeel of van een verbonden vennootschap van de onderneming. Het zou dan ook gepaster zijn om de woorden “ten aanzien van derden” te schrappen in artikel 2.1, 3e paragraaf.

Artikel 2.3:

Mijns inziens beantwoordt artikel 2.3 niet aan de vereiste onafhankelijkheid van de advocaat. In deze bepaling wordt immers niet de onafhankelijke advocaat centraal gesteld, maar enkel de cliënt (onderneming) zonder acht te slaan op de andere cliënten van de advocaat.

De wijze van behandeling van belangenconflicten is niet in overeenstemming met de Codex. Het is niet de cliënt (onderneming) die hierover moet oordelen, maar de stafhouder. De cliënt-onderneming mag de inhoud van het belangenconflict niet kennen.

Artikel 4.1:

Volgens deze bepaling wordt de overeenkomst aangegaan voor ‘onbepaalde duur’. Dit is in strijd met de definitie van ‘detachering’ opgenomen in artikel 90 van de Codex, zoals hierboven reeds geciteerd (“de beperkte terbeschikkingstelling van een tableauadvocaat (...)”).

Een overeenkomst van ‘onbepaalde duur’ is strijdig met een ‘beperkte’ terbeschikkingstelling. Deze vereiste heeft met name ook betrekking op de tijdsduur. Niet alleen de aanvang moet gekend zijn, maar ook het einde, zonder stilzwijgende verlenging.

Artikel 5.2:

Volgens artikel 5.2 mag de advocaat behoudens uitdrukkelijke toestemming van de onderneming, geen informatie betreffende de activiteiten van de onderneming of van de groep waartoe de onderneming behoort, publiceren of meedelen aan de pers of in het openbaar aanwenden of verspreiden.

De uitbreiding van de cliënt-onderneming naar de ‘groep’ waarvan de cliënt deel uitmaakt, kan "an sich" niet zonder dat de groep partij is en dus medeondertekenaar is van de overeenkomst.

Zoals gezegd vermoed ik dat het hier gaat om een standaard dienstverleningsovereenkomst. Niet alleen het woord ‘Dienstverlener’ in artikel 5.2 doet me dit vermoeden, ook (onder meer) het feit dat de overeenkomst in deze bepaling de advocaat (in principe) verbiedt informatie betreffende de onderneming te openbaren. Zulke clausule is voor advocaten niet vereist, gelet op hun beroepsgeheim dat tuchtrechtelijk én strafrechtelijk sanctioneerbaar is.

Artikel 5.3:

De documenten die de advocaat opstelt moet hij bijhouden als dossier, minstens in één exemplaar. De gedetacheerde advocaat treedt immers op als advocaat (zie de hierboven geciteerde definitie van ‘detachering’; artikel 90 van de Codex). Het eigendomsrecht van de documenten kan conventioneel niet geregeld worden.

Artikel 7:

Zoals reeds gesteld, heb ik het vermoeden dat het hier gaat om een aangepaste standaard dienstverleningsovereenkomst. Dit zou ook kunnen blijken uit de opsomming in artikel 7. Het opgesomde werk is enerzijds geen advocatenwerk en anderzijds (deels) niet verenigbaar met het beroep van advocaat. Men mag niet vergeten dat de gedetacheerde advocaat werkt als advocaat, zodat de deontologische beginselen inzake onverenigbaarheden onverkort op hem van toepassing blijven tijdens zijn detachering.

Daarnaast is artikel 7.1 in strijd met onze deontologie. De stafhouder moet over alles wat de advocaat doet - ook al is hij gedetacheerd, want hij treedt op in zijn hoedanigheid van advocaat - post factum controle kunnen uitoefenen. Dit betekent dat wat de advocaat opstelt ook bij hem moet blijven zonder eigendomsoverdracht.

Met de bepalingen van artikel 7.3 wordt meer dan duidelijk gemaakt dat deze overeenkomst tevens gesloten wordt met beroepsbeoefenaars die niet gehouden zijn tot een beroepsgeheim. Dergelijke bepalingen zijn voor een (gedetacheerde) advocaat volstrekt overbodig.

Ik meen dan ook dat artikel 7 moet geschrapt worden.

Artikel 8:

Door te bepalen dat de algemene voorwaarden van de advocaat uitdrukkelijk worden uitgesloten, wordt mijns inziens artikel 91 van de Codex geschonden. Deze bepaling luidt als volgt:

De gedetacheerde advocaat blijft gedurende de detachering onderworpen aan de deontologie.

De Codex is impliciet maar zeker een deel van de voorwaarden waaronder de advocaat mag contracteren.

Artikel 9.5:

Deze bepaling is niet toegestaan: de advocaat moet de gelegenheid hebben om de overdracht te weigeren. Een overdracht zonder toestemming, en dus zonder voorafgaande overlegging en toestemming van de stafhouder kan niet.

Jacques Van Malleghem
Bestuurder departement deontologie

Ook interessant

Advies 649

Meer lezen

Advies 582

Meer lezen

Gerelateerd nieuws

Deze berichten verschenen recent:
Deontologie

Inzicht in nationale risicoanalyse witwaspreventie

De Cel voor Financiële Informatieverwerking (CFI) heeft de nationale risicoanalyse over witwassen van geld, financiering van terrorisme en de proliferatie van massavernietigingswapens samengevat voor alle entiteiten die onder de witwaspreventiewet vallen. Deze samenvatting is daarom ook van belang voor advocaten. Ze biedt u een goed inzicht in de actuele risico’s, waardoor u uw eigen risicoanalyses daarop kunt afstemmen.

Meer lezen
Deontologie Podcast

Podcast Ten Gronde: F*Q deontologie

In een boeiende aflevering van de podcast Ten Gronde, gemodereerd door bestuurder Jan Meerts, wordt de deontologie kritisch in vraag gesteld, met een focus op de veranderende landschappen van ethiek en praktijk. Mr. Eva Raepsaet, stafhouder Luk Delbrouck en vice-stafhouder Frank Judo betreden de arena om te debatteren over de ethiek en de grenzen van het beroep.

Deze podcast biedt een unieke kans om diepgaand inzicht te krijgen in de ethiek en de moderne ontwikkelingen van het beroep. Luister alsof u er zelf bij was!

Meer lezen
Deontologie Rechten van de mens

Het Federaal Instituut voor de Rechten van de Mens: een steun voor klokkenluiders

Recente wetten versterken de bescherming van klokkenluiders in Belgische privébedrijven en de federale publieke sector. Deze wetten, voortkomend uit een Europese richtlijn, bieden niet alleen bescherming maar ook diverse vormen van ondersteuning via het onafhankelijke Federaal Instituut voor de Rechten van de Mens (FIRM). Advocaten en advocatenkantoren die geïnteresseerd zijn in de verdediging van klokkenluiders worden opgeroepen om zich bij het FIRM te melden.

Meer lezen
Deontologie Fiscaal recht

Nieuwjaarsgeschenk van het Grondwettelijk Hof

Het Grondwettelijk Hof heeft op 11 januari 2024 opnieuw het beroepsgeheim van de advocaat beschermd in een bevestiging van zijn eerdere DAC6-rechtspraak. Ditmaal handelen de arresten over de omzettingsregelgeving op federaal niveau en op het niveau van de Franstalige Gemeenschap, het Waalse Gewest en het Brussels Hoofdstedelijk Gewest.

Meer lezen
Deontologie

Individueel e-mailadres voortaan verplicht

Advocaten moeten vanaf nu bereikbaar zijn via een (individueel) e-mailadres. Dat besliste onze algemene vergadering.

Meer lezen
Deontologie

OVB waarschuwt voor platform 'starofservice.be'

Het platform “starofservice.be” beweert via het internet vragers en aanbieders van ‘diensten’ met elkaar in contact te brengen. Er is ernstige twijfel over het bonafide karakter ervan, zodat de OVB elke samenwerking afraadt. Samenwerking kan bovendien zware deontologische inbreuken opleveren.

Meer lezen
Tucht

Onrechtmatig verzet niet langer mogelijk in procedures zoals in tucht

Onze algemene vergadering keurde op 8 februari 2023 een wijzigingsreglement goed dat voortaan (onder meer) de mogelijkheid biedt aan de raad van de Orde om verzet in procedures zoals in tucht ongedaan te verklaren. Dat reglement trad recent in werking.

Meer lezen
Deontologie Fiscaal recht

Het Grondwettelijke Hof verdedigt opnieuw ons beroepsgeheim bij DAC6

Het Grondwettelijke Hof heeft vandaag opnieuw uitspraak gedaan met betrekking tot een Vlaams decreet dat de administratieve samenwerking op het gebied van belastingen regelt. Het Hof respecteert opnieuw het beroepsgeheim van ons beroep.

Meer lezen
Deontologie Witwaspreventie

OVB waarschuwt voor opleiding witwaspreventie door SwiftSkills

We vernamen dat SwiftSkills, een e-learning platform, advocaten via een misleidend e-mailbericht aanspoort om deel te nemen aan een opleiding over hun verplichtingen onder de wet van 18 september 2017 ‘tot voorkoming van het witwassen van geld en de financiering van terrorisme en tot beperking van het gebruik van contanten’ (WPW).

Meer lezen