Voorzitter op vrijdag: "Inzetten op educatieve communicatie, digitalisering en alternatieve geschillenoplossing, daarin valt nog bijzonder veel te winnen"
Deontologie-advies Advies 579
Indien de raad van de Orde ingaat op de vraag van een advocaat tot weglating, moet hij niet opgeroepen worden. Indien de raad van de Orde zou weigeren in te gaan op het verzoek van de advocaat tot weglating, moet hij wel de mogelijkheid krijgen om zijn vraag toe te lichten en zich te verantwoorden.
Artikel 196 van de Codex - verzoek tot heropname kan behandeld worden via een procedure zoals in tucht.
Dominique Dombret
![Dominique Dombret](/files_filesystem/files/Fotos/Mensen/Medewerkers/_75x75_crop_center-center_none/Dominique-Dombret_2023-10-12-113552_szsd.jpg)
Merve Köse
![Merve Köse](/files_filesystem/files/Fotos/Mensen/Medewerkers/_75x75_crop_center-center_none/OVB_Portretten-oktober_19_low.jpg)
Vraag
U vraagt mijn visie over de voorgestelde werkwijze inzake weglating en heropname van mr. X van uw balie.
Advies
Ik ben het eens dat geen procedure zoals in tucht moet gevoerd worden.
Indien de raad van de Orde ingaat op de vraag van mr. X tot weglating, moet mr. X niet opgeroepen worden. Indien de raad van de Orde zou weigeren in te gaan op het verzoek van mr. X tot weglating, moet mr. X mijns inziens wel de mogelijkheid krijgen om zijn vraag toe te lichten en zich te verantwoorden.
Indien de raad van de Orde mr. X weglaat van de lijst van stagiairs, kan (tijdens een volgende raad, zoals u voorstelt) geen procedure gevoerd worden tot ambtshalve weglating. Een dergelijke procedure zou immers zonder voorwerp zijn: als een advocaat weggelaten is, kan hij geen tweede maal weggelaten worden. De ambtshalve weglating is geen tuchtmaatregel, maar een maatregel zoals in tucht.
Het voorstel om op een volgende raad desgevallend het verzoek tot heropname te behandelen (indien de raad op 23 september 2016 mr. X weglaat) via een procedure zoals in tucht, komt mijns inziens terecht voor (zie artikelen 197 – 205 van de Codex). Artikel 196 van de Codex bepaalt immers:
“In de volgende gevallen volgt de raad van de Orde de in dit hoofdstuk vastgelegde procedure:
§1 Wanneer de stafhouder of de raad van de Orde vaststelt dat er redenen kunnen zijn om een persoon de inschrijving of herinschrijving op het tableau, op de lijst van de advocaten die hun beroep uitoefenen onder de beroepstitel van een andere lidstaat van de Europese Unie of op de lijst van stagiairs, met toepassing van de artikelen 432 of 472, §1 Ger. W. te weigeren.”
Volledigheidshalve wijs ik erop dat tegen de beslissing betreffende de heropname (zoals bedoeld in artikel 196, §1 van de Codex) hoger beroep kan worden ingesteld bij de tuchtraad van beroep, overeenkomstig artikel 432bis Ger. W.
Jacques Van Malleghem
Bestuurder departement deontologie