Voorzitter op vrijdag: "Inzetten op educatieve communicatie, digitalisering en alternatieve geschillenoplossing, daarin valt nog bijzonder veel te winnen"
Deontologie-advies Advies 574
Vraag of er sprake is van een belangenconflict indien een gemeentelijke mandataris in die hoedanigheid is tussengekomen in een dossier en later het advocatenkantoor vervoegt dat eerder geconsulteerd werd in dat dossier – advies 463.
Dominique Dombret
![Dominique Dombret](/files_filesystem/files/Fotos/Mensen/Medewerkers/_75x75_crop_center-center_none/Dominique-Dombret_2023-10-12-113552_szsd.jpg)
Merve Köse
![Merve Köse](/files_filesystem/files/Fotos/Mensen/Medewerkers/_75x75_crop_center-center_none/OVB_Portretten-oktober_19_low.jpg)
Vraag
U legt vooreerst de kwestie voor van een advocaat-stagiair die schepen is in een kleinere landelijke gemeente. Het advocatenkantoor waarin hij werkt is gespecialiseerd in administratief recht.
Het kantoor werd geconsulteerd inzake een vergunningsaanvraag van een energiebedrijf voor het plaatsen van windturbines voor eigen gebruik in een derde bedrijf dat is gevestigd in die landelijke gemeente.
De advocaat-stagiair is in dat dossier niet tussengekomen, noch als advocaat, noch als schepen.
Naar aanleiding van deze situatie stelt het advocatenkantoor een principiële vraag. De vraag rijst of er automatisch sprake is van een belangenconflict indien een gemeentelijke mandataris in die hoedanigheid is tussengekomen in een dossier en later het advocatenkantoor vervoegt dat eerder geconsulteerd werd in dat dossier.
Is er een belangenconflict en moet het advocatenkantoor zich terugtrekken, zelfs:
- indien de betrokken gemeentelijke mandataris zich in alle verdere beraadslagingen en stemmingen binnen het College van burgemeester en schepenen of binnen de administratie van de gemeente zou terugtrekken
- binnen het kantoor ‘Chinese walls’ worden opgetrokken?
U preciseert verder dat het gaat om een advocaat-stagiair en niet om een advocaat-vennoot. Het gaat evenmin om de vraag of het advocatenkantoor kan optreden voor de gemeente waarin de advocaat-stagiair een gemeentelijk mandaat uitoefent. In dat geval zou het advocatenkantoor de opdracht weigeren.
Advies
1.
Vooreerst wens ik u met betrekking tot zowel de concrete kwestie die zich heeft voorgedaan als de principiële vragen te wijzen op artikel I.2.5.1, lid 2 van de Codex:
“De onverenigbaarheden of verboden in dit hoofdstuk betreffen niet alleen de advocaat maar ook de advocaten die in een groepering of associatie met hem werken, zijn medewerkers en/of stagiairs.”
Dit betekent dat als er sprake zou zijn van een mogelijke onverenigbaarheid in hoofde van de stagiair – wat dus wel degelijk mogelijk is en niet noodzakelijk uitgesloten is omdat het een stagiair is – het hele kantoor ‘aangetast’ is door de onverenigbaarheid en er aldus niemand van het kantoor (verder) kan optreden.
2.
Wat de principiële vragen betreft, verwijs ik naar advies 463 dat per analogie kan toegepast worden op de schepen. Als bijlage maak ik u dit advies over.
Of het organiseren van ‘Chinese walls’ een oplossing kan bieden, is maar de vraag. Mijns inziens biedt dit geen soelaas voor minstens het probleem van de schijn van belangentegenstelling.
Jacques Van Malleghem
Bestuurder departement deontologie