Ga verder naar de inhoud

Deontologie-advies Advies 556

De overeenkomst die een verminderde beschikbaarheid voorziet omwille van pro-Deozaken van de stagiair druist in tegen de letter en de geest van de 3e paragraaf van art. II.1.4.3 van de Codex. De mondelinge overeenkomst dat voor de faciliteiten 30 % van de pro-Deovergoeding zou worden betaald druist eveneens in tegen de 3e paragraaf van de voormeld artikel. De interpretatie dat er omwille van verminderde beschikbaarheid ingevolge pro-Deozaken niet onder het minimum kan worden gegaan, is in overeenstemming met de letter en de geest van de Codex. Indien echter het aantal opgelegde prestaties in het kader van de juridische tweedelijnsbijstand is overschreden, kan er wel sprake zijn van een verminderde beschikbaarheid die toelaat om verhoudingsgewijs af te wijken van de minimumvergoeding.

Dominique Dombret

Jurist deontologie
Dominique Dombret

Merve Köse

Jurist deontologie
Merve Köse

Deel dit artikel

Vraag

Initiële vraag

U vraagt advies m.b.t. de interpretatie van artikel II.1.4.3 laatste zin van de Codex:

Die vergoeding kan nooit tot gevolg hebben dat afbreuk wordt gedaan aan de vergoeding vermeld in lid 1 en lid 2 van dit artikel.

Voor een goed begrip van het advies herneem ik vooreerst de feiten die aan de grondslag liggen van uw vraag.

Een patroon en stagiair van uw balie waren overeengekomen dat de stagiair 4 dagen per week prestaties verrichtte. De ene dag werd vastgelegd als compensatie voor de ‘moeilijk meetbare’ tijd die de stagiair zou besteden aan eigen zaken, voornamelijk pro-Deozaken.

Verder waren zij overeengekomen dat voor het gebruik van de kantoorfaciliteiten ‘kantoorruimte, bibliotheek, telefoon, fax, computer, secretariaat en vergaderruimte’ een overeen te komen bedrag zou worden afgesproken, “zonder op enige manier afbreuk te doen aan de vereiste minimumvergoeding toegekend aan de stagiair, doch pas vanaf het ogenblik dat de stagiair eigen zaken heeft die een inkomen genereren, en afhankelijk van het debiet aan eigen zaken en het overeenkomstig gebruik van de faciliteiten van het kantoor”.

Mondeling hebben de patroon en de stagiair afgesproken dat de vergoeding gelijk was aan 30% van de vergoeding die aan de stagiair werd uitbetaald in het kader van de juridische tweedelijnsbijstand.

Gedurende de eerste twee jaren van de stageovereenkomst hebben patroon en stagiair zo afgerekend.

Nu is er een discussie tussen beiden en werd de samenwerking stopgezet. De stagiair weigert het bedrag mee te delen dat hij van het BJB ontvangen heeft.

De stagiair stelt dat de overeenkomst strijdig is met de Codex; de vergoeding is volgens hem een minimumvergoeding waar niet onder kan gegaan worden, ook niet bij verminderde beschikbaarheid.

Aanvullende vraag

(naar aanleiding van het bekomen van aanvullende informatie)

Aan uw balie zijn de stagiairs verplicht om tijdens hun stage jaarlijks maximum 35 pro-Deodossiers te doen. Indien zij meer pro-Deozaken wensen te behandelen, kan dit gebeuren na goedkeuring door de patroon. In casu heeft mr. X tijdens haar stage in totaal 243 pro-Deodossiers behandeld, waarvan 127 met aanstelling door het BJB. De andere aanstellingen zijn gebeurd op eigen verzoek van mr. X.

U meent dat, gelet op deze informatie, er wel sprake is van een verminderde beschikbaarheid die toelaat om af te wijken van de minimumvergoedingen.

Advies

Eerste advies

De laatste zin van het 4de lid van artikel II.1.4.3 van de Codex is van belang, met name dat “die vergoeding (duidend op de vergoeding voor infrastructuur van het kantoor, kantoorkosten en dergelijke) kan nooit tot gevolg hebben dat afbreuk wordt gedaan aan de vergoeding vermeld in lid 1 en lid 2.”

Inzake verminderde beschikbaarheid mag geen rekening gehouden worden met de opdrachten voor zogenaamde pro-Deozaken of aanstellingen door de stafhouder (al dan niet betaald via het BJB).

De overeenkomst die een verminderde beschikbaarheid voorziet omwille van de pro-Deozaken van de stagiair druist in tegen de letter en de geest van de 3e paragraaf van art. II.1.4.3 van onze Codex, die luidt als volgt:

Voor een verminderde beschikbaarheid van de stagiair voor een stagemeester kan verhoudingsgewijs van die minimumvergoedingen worden afgeweken. Dat wordt dan vastgelegd in de stageovereenkomst of in latere wijzigingen of aanvullingen. Bij de beoordeling van de verminderde beschikbaarheid mag geen rekening worden gehouden met de prestaties die door de stafhouder of in het kader van de juridische bijstand worden opgelegd.

De mondelinge overeenkomst dat voor de faciliteiten 30 % van de pro-Deovergoeding zou worden betaald druist eveneens in tegen de 3e paragraaf van de voormeld artikel.

Het komt mij dan ook voor dat de interpretatie dat er omwille van verminderde beschikbaarheid ingevolge pro-Deozaken niet onder het minimum kan worden gegaan, in overeenstemming is met de letter en de geest van de Codex.

Aanvullend advies

Graag verwijs ik naar de laatste zin van artikel II.1.4.3 van de Codex:

Voor een verminderde beschikbaarheid van de stagiair voor een stagemeester kan verhoudingsgewijs van die minimumvergoedingen worden afgeweken. Dat wordt dan vastgelegd in de stageovereenkomst of in latere wijzigingen of aanvullingen. Bij de beoordeling van de verminderde beschikbaarheid mag geen rekening worden gehouden met de prestaties die door de stafhouder of in het kader van de juridische bijstand worden opgelegd.

Aan uw balie wordt blijkbaar een maximum van 35 pro-Deodossiers per jaar opgelegd, of 105 dossiers gedurende de hele stage. Mr. X heeft in totaal 243 pro-Deodossiers behandeld gedurende haar hele stage, dit zijn 138 dossiers meer dan hetgeen wordt opgelegd. In dat opzicht ben ik het met u eens dat er sprake is van een verminderde beschikbaarheid die toelaat om verhoudingsgewijs in de stageovereenkomst of in latere wijzigingen of aanvullingen af te wijken van de minimumvergoeding.

Jacques Van Malleghem

Bestuurder departement deontologie

Ook interessant

Advies 717

Meer lezen

Advies 716

Meer lezen

Gerelateerd nieuws

Deze berichten verschenen recent:
Deontologie

Inzicht in nationale risicoanalyse witwaspreventie

De Cel voor Financiële Informatieverwerking (CFI) heeft de nationale risicoanalyse over witwassen van geld, financiering van terrorisme en de proliferatie van massavernietigingswapens samengevat voor alle entiteiten die onder de witwaspreventiewet vallen. Deze samenvatting is daarom ook van belang voor advocaten. Ze biedt u een goed inzicht in de actuele risico’s, waardoor u uw eigen risicoanalyses daarop kunt afstemmen.

Meer lezen
Deontologie Podcast

Podcast Ten Gronde: F*Q deontologie

In een boeiende aflevering van de podcast Ten Gronde, gemodereerd door bestuurder Jan Meerts, wordt de deontologie kritisch in vraag gesteld, met een focus op de veranderende landschappen van ethiek en praktijk. Mr. Eva Raepsaet, stafhouder Luk Delbrouck en vice-stafhouder Frank Judo betreden de arena om te debatteren over de ethiek en de grenzen van het beroep.

Deze podcast biedt een unieke kans om diepgaand inzicht te krijgen in de ethiek en de moderne ontwikkelingen van het beroep. Luister alsof u er zelf bij was!

Meer lezen
Deontologie Rechten van de mens

Het Federaal Instituut voor de Rechten van de Mens: een steun voor klokkenluiders

Recente wetten versterken de bescherming van klokkenluiders in Belgische privébedrijven en de federale publieke sector. Deze wetten, voortkomend uit een Europese richtlijn, bieden niet alleen bescherming maar ook diverse vormen van ondersteuning via het onafhankelijke Federaal Instituut voor de Rechten van de Mens (FIRM). Advocaten en advocatenkantoren die geïnteresseerd zijn in de verdediging van klokkenluiders worden opgeroepen om zich bij het FIRM te melden.

Meer lezen
Deontologie Fiscaal recht

Nieuwjaarsgeschenk van het Grondwettelijk Hof

Het Grondwettelijk Hof heeft op 11 januari 2024 opnieuw het beroepsgeheim van de advocaat beschermd in een bevestiging van zijn eerdere DAC6-rechtspraak. Ditmaal handelen de arresten over de omzettingsregelgeving op federaal niveau en op het niveau van de Franstalige Gemeenschap, het Waalse Gewest en het Brussels Hoofdstedelijk Gewest.

Meer lezen
Deontologie

Individueel e-mailadres voortaan verplicht

Advocaten moeten vanaf nu bereikbaar zijn via een (individueel) e-mailadres. Dat besliste onze algemene vergadering.

Meer lezen
Deontologie

OVB waarschuwt voor platform 'starofservice.be'

Het platform “starofservice.be” beweert via het internet vragers en aanbieders van ‘diensten’ met elkaar in contact te brengen. Er is ernstige twijfel over het bonafide karakter ervan, zodat de OVB elke samenwerking afraadt. Samenwerking kan bovendien zware deontologische inbreuken opleveren.

Meer lezen
Tucht

Onrechtmatig verzet niet langer mogelijk in procedures zoals in tucht

Onze algemene vergadering keurde op 8 februari 2023 een wijzigingsreglement goed dat voortaan (onder meer) de mogelijkheid biedt aan de raad van de Orde om verzet in procedures zoals in tucht ongedaan te verklaren. Dat reglement trad recent in werking.

Meer lezen
Deontologie Fiscaal recht

Het Grondwettelijke Hof verdedigt opnieuw ons beroepsgeheim bij DAC6

Het Grondwettelijke Hof heeft vandaag opnieuw uitspraak gedaan met betrekking tot een Vlaams decreet dat de administratieve samenwerking op het gebied van belastingen regelt. Het Hof respecteert opnieuw het beroepsgeheim van ons beroep.

Meer lezen
Deontologie Witwaspreventie

OVB waarschuwt voor opleiding witwaspreventie door SwiftSkills

We vernamen dat SwiftSkills, een e-learning platform, advocaten via een misleidend e-mailbericht aanspoort om deel te nemen aan een opleiding over hun verplichtingen onder de wet van 18 september 2017 ‘tot voorkoming van het witwassen van geld en de financiering van terrorisme en tot beperking van het gebruik van contanten’ (WPW).

Meer lezen