Voorzitter op vrijdag: "Inzetten op educatieve communicatie, digitalisering en alternatieve geschillenoplossing, daarin valt nog bijzonder veel te winnen"
Deontologie-advies Advies 553
In de Codex is geen deontologisch verbod opgenomen met betrekking tot het optreden voor een onderneming waarvan een naast familielid of een persoon waarmee men samenwoont, bestuurder is. Er moet wel rekening gehouden worden met de onafhankelijkheid, wat geval per geval moet beoordeeld worden. De omvang van de onderneming kan een appreciatiefactor zijn. De onafhankelijkheid van de advocaat lijkt moeilijk verzoenbaar te zijn met een echtgenoot of samenwonende partner handelend als orgaan van de vennootschap en aldus als cliënt die de advocaat instrueert.
Dominique Dombret
![Dominique Dombret](/files_filesystem/files/Fotos/Mensen/Medewerkers/_75x75_crop_center-center_none/Dominique-Dombret_2023-10-12-113552_szsd.jpg)
Merve Köse
![Merve Köse](/files_filesystem/files/Fotos/Mensen/Medewerkers/_75x75_crop_center-center_none/OVB_Portretten-oktober_19_low.jpg)
Vraag
U vraagt of een advocaat als raadsman van een vennootschap waarin zijn echtgenote en zijn schoonvader bestuurder zijn, kan optreden.
Advies
Artikel I.2.1.2 van de Codex Deontologie voor Advocaten (hierna: Codex) luidt als volgt:
“De advocaat behandelt geen zaken van of tegen naaste familieleden of treedt niet op voor personen die met hem samenwonen of nauw verbonden zijn met die samenwonenden.”
Deze bepaling heeft wel betrekking op natuurlijke personen. Artikel I.2.5.6 van de Codex bepaalt:
“De advocaat mag een rechtspersoon, die niet zijn professionele vennootschap of patrimoniumvennootschap is, waarvoor hij een mandaat uitoefent, voor de rechtbanken of scheidsgerechten vertegenwoordigen. Dat mag hij niet wanneer hij persoonlijk in de zaak betrokken is of kan zijn en/of de eerbaarheid of de verantwoordelijkheid van de raad van bestuur in gevaar dreigt te komen.”
Er is in de Codex echter geen deontologisch verbod opgenomen met betrekking tot het optreden voor een onderneming waarvan een naast familielid of een persoon waarmee men samenwoont (zoals een echtgenote of partner), bestuurder is.
Er moet evenwel rekening gehouden worden met de onafhankelijkheid als kernverplichting van ons beroep. Artikel I.2.1.1 van de Codex bepaalt:
“De verplichtingen die op de advocaat rusten, vereisen de absolute onafhankelijkheid van de advocaat, vrij van alle druk, in het bijzonder van de druk van eigen belangen of van beïnvloeding van buitenaf. De advocaat moet elke aantasting van zijn onafhankelijkheid vermijden en mag de beroepsethiek niet veronachtzamen om de cliënt, de rechter of derden welgevallig te zijn.
De onafhankelijkheid is bij alle werkzaamheden noodzakelijk.”
Dit dient geval per geval beoordeeld te worden. Indien een advocaat bijvoorbeeld de onderneming van zijn partner of schoonvader verdedigt voor de rechtbank in een zaak waarvan de uitkomst van de procedure een invloed heeft op de persoonlijke situatie van de advocaat, kan men niet stellen dat de advocaat onafhankelijk, vrij van alle druk, de belangen van de rechtspersoon verdedigt.
Een éénpersoonsvennootschap zal m.b.t. de onafhankelijkheid anders behoren benaderd te worden dan een NV. De verbondenheid en de invloed op de persoonlijke situatie van de advocaat zullen in de vennootschap waarvan de echtgenoot en / of (schoon)vader de enige of de enige twee vennoten zijn, veel groter zijn dan wanneer men met een zuivere kapitaalvennootschap te maken heeft waar een zekere vorm van anonimiteit ontstaat door het groter geheel. De omvang van de onderneming kan dan ook in dat kader een appreciatiefactor zijn.
De onafhankelijkheid van de advocaat lijkt moeilijk verzoenbaar te zijn met een echtgenoot of samenwonende partner handelend als orgaan van de vennootschap en aldus als cliënt die de advocaat instrueert. In dergelijke omstandigheden komt het mij voor dat er moeilijk tot geen sprake kan zijn van onafhankelijkheid in hoofde van de advocaat (vgl. J. STEVENS, Advocatuur. Regels & Deontologie, Kluwer, Mechelen, 2015, 493, nr. 681.).
Tot slot wil ik u de ratio legis van artikel I.2.1.2 van de Codex niet onthouden. Het heeft met name onder meer tot doel de advocaat te beschermen tegen de mogelijks negatieve houding van naaste familieleden (zoals schoonouders) of echtgenoten / samenwonende partners bij de behandeling van een zaak die niet loopt zoals deze personen het wensen c.q. hadden verhoopt. Een advocaat mag bijvoorbeeld op een zitting niet derwijze onder druk staan dat hij een bepaalde oplossing bestrijdt omdat hij het thuis of in de familie niet zal/zou kunnen doen aanvaarden.
Jacques Van Malleghem
Bestuurder departement deontologie