Ga verder naar de inhoud

Deontologie-advies Advies 54

Gelijktijdige uitoefening van het beroep van belastingconsulent en het beroep van advocaat onmogelijk - advocaat kan geen lid zijn van het Instituut van accountants en belastingconsulenten.



Dominique Dombret

Jurist deontologie
Dominique Dombret

Merve Köse

Jurist deontologie
Merve Köse

Deel dit artikel

De vraag die wordt gesteld is of advocaten kunnen toetreden tot het Instituut van Belastingconsulenten en dienvolgens de titel “advocaat-belastingconsulent” kunnen voeren.

Er wordt verwezen naar de Wet van 22/4/1999 betreffende boekhoudkundige en fiscale beroepen die het wettelijk statuut van de belastingconsulent regelt.

Ook wordt verwezen naar de Nederlandse toestanden waar op briefwisseling de vermelding “advocaat-belastingconsulent” opgemerkt wordt onder de namen van Nederlandse confraters.

1. De Wet van 22/4/1999 is getiteld “Wet betreffende de boekhoudkundige en fiscale beroepen” en het betreft dus een wet die het beroep van accountant en van boekhouder regelt en voor diegenen in deze beroepen die zich gespecialiseerd hebben als tot op heden onbeschermde “belastingconsulent” of “fiscalist” worden de beroepen erkend van accountant-belastingconsulent en boekhouder-fiscalist.

De titel wordt verleend door het Instituut van Accountants en Belastingconsulenten (artikel 16) en een persoon of vennootschap mag de titel van accountant en/of belastingconsulent enkel voeren wanneer door het Instituut de hoedanigheid is verleend van accountant en/of belastingconsulent (artikel 16).

Buiten de personen met de hoedanigheid van accountant en/of belastingconsulent mag niemand een term gebruiken die verwarring kan scheppen met de titel van accountant of belastingconsulent.

Hier wordt dan geenszins voorgehouden dat op zichzelf de titel advocaat-belastingconsulent verwarringscheppend is, enkel dat belastingconsulent een wettelijk beschermde titel is.

Er bestaat ook een strafrechtelijke sanctie wanneer men de hoedanigheid van accountant en/of belastingconsulent zou aannemen en zich de titel zou toe-eigenen (artikel 58).

Er worden een aantal voorwaarden gesteld van diploma, bekwaamheidsexamen, eed en stage (artikel 19) en het Instituut heeft een raad welke technische en deontologische normen moet vaststellen (artikel 27).

De functie van een belastingconsulent bestaat erin :

  1. advies te verstrekken in alle belastingaangelegenheden
  2. belastingplichtigen bij te staan bij de nakoming van hun fiscale verplichtingen
  3. belastingplichtigen te vertegenwoordigen (artikel 38).

Daarnaast is ook een beroepsinstituut van erkende boekhouders en fiscalisten opgericht met een gelijkaardige zending.

Zoals voor de accountants-belastingconsulenten wordt voor de boekhouders-fiscalisten vereist dat zij opgenomen worden op een tableau van titularissen van het beroep of op de lijst van de stagiairs, gehouden door dat beroepsinstituut (artikel 46) en niemand anders kan de titel voeren of een andere titel die tot verwarring zou kunnen leiden wanneer hij geen erkende boekhouder is en niet ingeschreven is op het tableau van de erkende boekhouders-fiscalisten of op de lijst van de stagiairs-boekhouders-fiscalisten, gehouden door gezegd beroepsinstituut.

De bedrijfsrevisoren die wel de werkzaamheden van accountants en boekhouders, fiscalisten of belastingconsulenten mogen uitoefenen mogen ook de titel niet voeren.

Ook het Beroepsinstituut van erkende boekhouders en fiscalisten stelt deontologische regels vast.

Er zijn ook weer hier bekwaamheidsvereisten, kwestie in verband met diploma en een stage.

Tussen de diverse beroepen en hun instituten, nl. de beroepen van bedrijfsrevisoren, accountants- belastingconsulenten en boekhouders-fiscalisten bestaat een overlegcomité, nl. het Inter- Institutencomité (artikel 53). Het is een instituut van overleg, verzoening en het geeft advies over elk ontwerp van wet of Koninklijk Besluit dat raakt aan de specifieke opdrachten van de accountants of de bedrijfsrevisoren en belastingconsulenten en erkende boekhouders en fiscalisten.

Daarnaast bestaat er een Hoge Raad voor de Economische Beroepen (artikel 54), waarbij deze instituten tevens aangesloten zijn.

2. Uit het voorgaande korte overzicht van de wettekst en uit de verdere bepalingen zelf blijkt mijns inziens voldoende dat het om een wettelijke regeling gaat betreffende twee aparte beroepen die duidelijk onderscheiden zijn als boekhoudkundige en fiscale beroepen en het beroep van advocaat.

Deze zienswijze vindt duidelijk steun in artikel 39 van de wet van 22/4/1999 dat bepaalt dat "elke natuurlijke persoon aan wie de hoedanigheid van belastingconsulent is verleend, wordt ingeschreven op de lijst van externe belastingconsulenten wanneer hij alle of sommige van de in artikel 38 bedoelde werkzaamheden op exclusieve wijze, in hoofdzaak of in bijkomende orde uitoefent of dat voornemens is...".

De reglementering geeft ook aanleiding tot twee beschermde titels, nl. deze van belastingconsulent en deze van fiscalist.

Om deze reden alleen al denk ik kan de titel “advocaat-belastingconsulent” niet aangewend worden omdat volgens de accountants- en boekhouderwet het om een beschermde titel gaat waar mee elke verwarring moet vermeden worden en die men zich niet kan toe-eigenen.

3. Daarbij wil ik doen opmerken dat op Nederlandse brieven inderdaad de term “advocaat- belastingconsulent” voorkomt doch dat deze niet toegekend is aan boekhouders of accountants doch aan advocaten die aldus hun specialisatie in het domein van het belastingrecht kenbaar mogen maken. Het is dus een andere situatie.

Daarbij gaat het er niet om wat in het buitenland wettelijke toegelaten is, en wat eventueel hier te lande op briefpapier van internationale samenwerkingsverbanden derhalve vermeld kan worden i.v.m. buitenlandse kantoren.

Het inwendig overplaatsen naar België van buitenlandse situaties en rechtsregels, onder het mom van tendensen in de concurrentiewetgeving of rechtspraak van het Bundesgerichtshof gaat natuurlijk niet op (N.B. het vonnis van de Arrondissementsrechtbank te Amsterdam, sector Bestuursrecht van 7/2/1997 heeft het verzet van de Nederlandse Orde van Advocaten niet negatief doch positief beoordeeld ; beroep is nog steeds hangende).

Een grondbeginsel van het Europees recht ter zake is de autonomie van de lidstaten, om de uitoefening van de (para-)juridische beroepen te regelen en te onderwerpen aan gedragsregels (Hof v. Just., Reisebüro Broede, 12/12/1996, T.R.D.&I., 1997, 02, pag. 80).

4. In België moet de zaak bekeken worden vanuit perspectief van artikel 437,4° van het Gerechtelijk Wetboek, nl. de werkzaamheden en betrekkingen die niet noodzakelijk incompatibel zijn met het beroep van advocaat doch die slechts onverenigbaar zijn met dat beroep indien ze de onafhankelijkheid van de advocaat of de waardigheid van de balie in het gevaar kunnen brengen.

Artikel 437,4° laat in wezen het gelijktijdig uitoefenen van twee beroepen toe (CAMBIER, Cyr., Droit judiciaire civil, Tome I, Fac. de Droit de l’Université Catholique de Louvain, Brussel, Larcier, 1974, p. 704 en voetnoot 58).

Het is echter de Raad van de Orde die steeds bevoegd blijft om te oordelen of een beroep compatibel is met het beroep van advocaat.

5. In casu is er een zeer lange traditie aan de balie dat er geen vermenging mogelijk is, en zelfs geen associaties mogelijk zijn, tussen advocaten en boekhoudkundige beroepen.

Beide beroepen hebben duidelijke onderscheiden regels i.v.m. beroepsgeheim en bv. de aangifteverplichting in het kader van de witwaswetgeving.

De advocaat-belastingconsulent kan dus niet beide petten dragen, en nu weer gehouden zijn tot aangifteplicht als belastingconsulent en dan weer zich op zijn beroepsgeheim beroepen als advocaat (wetten 17/7/1990, 11/1/1998, 7/4/1995 en 10/8/1998).

Ik denk trouwens dat het niet in het belang is van de balie dat de duidelijke grens die bestaat tussen les professions du chiffre en de advocatuur zou verdwijnen of onduidelijk gemaakt zou worden doordat de advocaten tevens boekhouders of accountants-belastingconsulenten of fiscalisten zouden zijn en zouden kunnen behoren tot de twee instituten, nl. de balie en het Instituut van resp. de accountants en belastingconsulenten of boekhouders-fiscalisten.

Het is uit de specificiteit van ons beroep dat we de meerwaarde halen tegenover andere beroepen die tot op heden eerder de politiek hebben gevolgd van de grens zo vaag mogelijk te houden om op het terrein van de advocatuur waar mogelijk te kunnen opereren.

In het kader van het uitblijven van een principiële beslissing van de balies over de MDP's, is het zeker niet het moment om uitoefening van twee beroep door één beroepsbeoefenaar toe te laten.

Dergelijke toelating zou ongetwijfeld een bepalende invloed hebben op de te nemen beslissing i.v.m. MDP's.

6. Anderzijds is het zeker zo dat wanneer de titel “advocaat-belastingconsulent” uit het oog van deze nieuwe wet blijkbaar niet als een aanvaardbare titel kan worden aangewend, er andere mogelijkheden zijn dan de vermelding “belastingconsulent” of “fiscalist” om aan te duiden dat een advocaat in de fiscale materie beslagen is.

In afwachting dat de Nationale Orde de specialiteiten zou erkennen of dat daar op één of andere manier een regeling voor wordt gevonden, is het advocaten toegelaten de speciale diploma’s te vermelden die geen toegang geven tot het beroep van advocaat als dusdanig en dus kunnen alle mogelijke fiscale diploma's vermeld worden op het briefpapier.

Daardoor kan de advocaat zonder dat hij de titel, die thans beschermd is, van belastingconsulent te gebruiken, perfect aanduiden dat hij beslagen is in deze materie.

7. Het departement adviseert derhalve ongunstig i.v.m. de gestelde vraag.

Men ziet trouwens ook niet in waar de meerwaarde (zgn. een uitbreiding van de advocatuur inhoudend) strekt voor een advocaat om een activiteit en een beroep uit te oefenen, die hij hoofdens zijn advocaat-zijn reeds uitoefent, en waarbij nota bene dient te gelden dat hij als advocaat over meer prerogatieven (en garanties, zie hoger : beroepsgeheim) beschikt, dan als belastingconsulent.

Artikel 728 § 2 bis (nieuw) van het Ger.W., ingevoerd door de nieuwe wet op de fiscale procedure beperkt immers de mogelijkheid voor o.a. belastingconsulenten, om op te treden voor de rechtbanken, beperking die geenszins geldt t.o.v. de advocaat.

Het zogenaamd bijstaan van hun cliënten voor de rechtbanken (in werkelijkheid volgens de wet "horen") is zeer beperkt, en betreft enkel feiten of rechtsvragen in verband met de toepassing van het boekhoudrecht, en geldt dan nog uitsluitend voor de persoon die zich persoonlijk bezig houdt met de boekhouding van de belastingplichtige of die heeft meegewerkt aan het opstellen van de betwiste belastingaangifte, of die de belastingplichtige heeft bijgestaan in de administratieve bezwaarprocedure (wet 23/3/1999, artikel 8) (W. DEFOOR, De nieuwe fiscale procedure, Kluwer, 1999, 150 ; VAN ORSHOVEN, P., De onmogelijke hervorming van het fiscale procedurerecht II. Over de wetten van 15 en 23 maart 1999 "Betreffende de beslechting van Fiscale geschillen" en "Betreffende de Rechterlijke inrichting in fiscale zaken", R.W., 1999-2000, 91, nr. 58 ; AFSCHRIFT, T. en IGALSON, M., La procédure fiscale après les lois des 15 et 23 mars 1999, J.T., 1999, 503, nr. 85).

Stafhouder Jo Stevens
Bestuurder departement deontologie


Ook interessant

Advies 717

Meer lezen

Advies 694

Meer lezen

Gerelateerd nieuws

Deze berichten verschenen recent:
Deontologie

Inzicht in nationale risicoanalyse witwaspreventie

De Cel voor Financiële Informatieverwerking (CFI) heeft de nationale risicoanalyse over witwassen van geld, financiering van terrorisme en de proliferatie van massavernietigingswapens samengevat voor alle entiteiten die onder de witwaspreventiewet vallen. Deze samenvatting is daarom ook van belang voor advocaten. Ze biedt u een goed inzicht in de actuele risico’s, waardoor u uw eigen risicoanalyses daarop kunt afstemmen.

Meer lezen
Deontologie Podcast

Podcast Ten Gronde: F*Q deontologie

In een boeiende aflevering van de podcast Ten Gronde, gemodereerd door bestuurder Jan Meerts, wordt de deontologie kritisch in vraag gesteld, met een focus op de veranderende landschappen van ethiek en praktijk. Mr. Eva Raepsaet, stafhouder Luk Delbrouck en vice-stafhouder Frank Judo betreden de arena om te debatteren over de ethiek en de grenzen van het beroep.

Deze podcast biedt een unieke kans om diepgaand inzicht te krijgen in de ethiek en de moderne ontwikkelingen van het beroep. Luister alsof u er zelf bij was!

Meer lezen
Deontologie Rechten van de mens

Het Federaal Instituut voor de Rechten van de Mens: een steun voor klokkenluiders

Recente wetten versterken de bescherming van klokkenluiders in Belgische privébedrijven en de federale publieke sector. Deze wetten, voortkomend uit een Europese richtlijn, bieden niet alleen bescherming maar ook diverse vormen van ondersteuning via het onafhankelijke Federaal Instituut voor de Rechten van de Mens (FIRM). Advocaten en advocatenkantoren die geïnteresseerd zijn in de verdediging van klokkenluiders worden opgeroepen om zich bij het FIRM te melden.

Meer lezen
Deontologie Fiscaal recht

Nieuwjaarsgeschenk van het Grondwettelijk Hof

Het Grondwettelijk Hof heeft op 11 januari 2024 opnieuw het beroepsgeheim van de advocaat beschermd in een bevestiging van zijn eerdere DAC6-rechtspraak. Ditmaal handelen de arresten over de omzettingsregelgeving op federaal niveau en op het niveau van de Franstalige Gemeenschap, het Waalse Gewest en het Brussels Hoofdstedelijk Gewest.

Meer lezen
Deontologie

Individueel e-mailadres voortaan verplicht

Advocaten moeten vanaf nu bereikbaar zijn via een (individueel) e-mailadres. Dat besliste onze algemene vergadering.

Meer lezen
Deontologie

OVB waarschuwt voor platform 'starofservice.be'

Het platform “starofservice.be” beweert via het internet vragers en aanbieders van ‘diensten’ met elkaar in contact te brengen. Er is ernstige twijfel over het bonafide karakter ervan, zodat de OVB elke samenwerking afraadt. Samenwerking kan bovendien zware deontologische inbreuken opleveren.

Meer lezen
Tucht

Onrechtmatig verzet niet langer mogelijk in procedures zoals in tucht

Onze algemene vergadering keurde op 8 februari 2023 een wijzigingsreglement goed dat voortaan (onder meer) de mogelijkheid biedt aan de raad van de Orde om verzet in procedures zoals in tucht ongedaan te verklaren. Dat reglement trad recent in werking.

Meer lezen
Deontologie Fiscaal recht

Het Grondwettelijke Hof verdedigt opnieuw ons beroepsgeheim bij DAC6

Het Grondwettelijke Hof heeft vandaag opnieuw uitspraak gedaan met betrekking tot een Vlaams decreet dat de administratieve samenwerking op het gebied van belastingen regelt. Het Hof respecteert opnieuw het beroepsgeheim van ons beroep.

Meer lezen
Deontologie Witwaspreventie

OVB waarschuwt voor opleiding witwaspreventie door SwiftSkills

We vernamen dat SwiftSkills, een e-learning platform, advocaten via een misleidend e-mailbericht aanspoort om deel te nemen aan een opleiding over hun verplichtingen onder de wet van 18 september 2017 ‘tot voorkoming van het witwassen van geld en de financiering van terrorisme en tot beperking van het gebruik van contanten’ (WPW).

Meer lezen