Ga verder naar de inhoud

Deontologie-advies Advies 527

Toepassing van het Wetboek Economisch Recht en van Afdeling III.1.7 Publiciteit van de Codex Deontologie voor Advocaten.

Het is een advocaat verboden zijn honorarium te delen met iemand die geen advocaat is. Dit is strijdig met de goede zeden - de advocaat bepaalt zelf zijn ereloon en in volledige onafhankelijkheid. Het staat de advocaat dan ook vrij om zijn diensten aan te bieden tegen een vaste prijs.

De advocaat moet de regels inzake tegenstrijdigheid van belangen naleven. Hij zal er zich van moeten vergewissen dat hij voldoende informatie heeft over de identiteit van de oprichter(s) alvorens de zaak daadwerkelijk aan te nemen.

Als de advocaat bijstand verleent bij het oprichten van een vennootschap moet hij rekening houden met de wet van 11 januari 1993 tot voorkoming van het gebruik van het financiële stelsel voor het witwassen van geld en de financiering van terrorisme en Afdeling III.1.2 Witwaspreventie van de Codex.

Dominique Dombret

Jurist deontologie
Dominique Dombret

Merve Köse

Jurist deontologie
Merve Köse

Deel dit artikel

Vraag

Een advocaat van uw balie legt u volgende vraag voor.

Er blijkt bij kleine technologie start-ups (ondernemers die wensen een internet- / technologiebedrijfje te beginnen) nood te bestaan aan specifiek juridisch advies tegen een duidelijk en betaalbaar kostenplaatje. Om deze start-ups via een website een algemeen en duidelijk kader aan te bieden in hun startfase, werd in samenwerking en met de steun van het Agentschap Ondernemen van de Vlaamse Overheid de vzw S opgericht. Via de ‘S Toolkit’ op deze website bieden externe partijen in verschillende domeinen vrijblijvende maar kwalitatieve dienstenpakketten aan.

S wil nu tevens een juridisch dienstenpakket aanbieden en zou hiervoor een beroep willen doen op mr. X.

Via de ‘toolkit’ zou deze laatste op de website ... een starterspakket kunnen aanbieden van 5 werkuren advies + voorafgaande bespreking tegen een totaalprijs van ongeveer € 450,00 - € 500,00 exclusief BTW.

U vraagt of er deontologische bezwaren zijn tegen het door een advocaat aanbieden van een duidelijk en gespecialiseerd dienstenpakket tegen een vaste prijs op een externe nichewebsite en welke diensten toegelaten zijn of welke voorwaarden de advocaat desgevallend moet naleven.

Advies

Alvorens het advies ten gronde aan te vatten, rijst de vraag of andere advocaten de gelegenheid hebben gekregen om een vergelijkbare dienst aan te bieden. Het hierna volgend advies is dan ook onder voorbehoud dat deze vraag positief beantwoord wordt.

Ik verleen u volgend advies.

Publiciteit

Vooreerst gaat het hier om het voeren van publiciteit op de website van een derde.

Artikel III.1.7.1 van de Codex Deontologie voor Advocaten (hierna: de Codex) laat het voeren van publiciteit in principe toe:

De advocaat mag publiciteit voeren of laten voeren, voor zover die niet in strijd is met enige rechtsnorm, in het bijzonder met deze afdeling.

Aangezien mr. X op heden nog geen advertentie heeft geplaatst op de website ..., kan ik in concreto niet nagaan of de regels inzake publiciteit worden gerespecteerd. Mijn advies ter zake zal aldus louter theoretisch en preventief zijn.

Deontologisch

Wat de deontologische voorschriften betreft, wens ik in het bijzonder te wijzen op het verbod om misleidende publiciteit te voeren (artikel III.1.7.2 van de Codex) en op de bepaling omtrent het vermelden van tarieven en voorwaarden (artikel III.1.7.6 van de Codex):

§1 De advocaat die tarieven en voorwaarden vermeldt in zijn publiciteit doet dat ondubbelzinnig en duidelijk. Het moet in elk geval duidelijk zijn op welke diensten de tarieven betrekking hebben en hoe kosten in rekening worden gebracht, opdat de cliënt zich een volledig beeld kan vormen van kosten en erelonen.
§ 2 Het is niet toegestaan in publiciteit enkel te verwijzen naar basis- of minimumprijzen.
§ 3 De advocaat is gebonden door tarieven en voorwaarden die hij publiceert.

Het is ook verboden om via publiciteit bekend te maken dat de advocaat over een bijzondere deskundigheid in een of meerdere rechtsmateries beschikt, tenzij die deskundigheid op grond van de door hem verworven kennis en/of ervaring aannemelijk kan worden gemaakt (artikel III.1.7.4 van de Codex).

Tot slot mag de advocaat in zijn publiciteit geen behaalde resultaten vermelden, noch het aantal zaken dat hij behandelt, noch zijn omzet of succespercentage. Hij mag ook geen publiciteit voeren

over zaken die hij behandelt of behandelde, over de identiteit van zijn cliënt, tenzij die daarmee instemt, of over de aard en omvang van diens belangen (artikel III.1.7.5).

De andere bepalingen van Afdeling III.1.7 Publiciteit van de Codex (artikel III.1.7.3 en III.1.7.7) zijn in casu wellicht van minder belang.

Wettelijk

Wat de wettelijke bepalingen betreft, merk ik vooreerst op dat Boek XIV Marktpraktijken en consumentenbescherming betreffende beoefenaars van een vrij beroep van het Wetboek Economisch Recht (hierna: WER) (meer in het bijzonder de bepalingen omtrent prijsaanduiding en reclame) niet van toepassing is. Dit Boek beoogt immers voornamelijk de bescherming van de consument, die omschreven wordt als ‘iedere natuurlijke persoon die handelt voor doeleinden die buiten zijn handels-, bedrijfs-, ambachts- of beroepsactiviteit vallen’ (artikel I.1 WER; eigen markering). De diensten die mr. X – als beoefenaar van een vrij beroep -wenst aan te bieden zijn in essentie gericht op het uitoefenen van een beroepsactiviteit.

Gelet op dit laatste, is Boek III Vrijheid van vestiging, dienstverlening en algemene verplichtingen van de ondernemingen, Titel 3 Algemene verplichtingen van de Ondernemingen van het WER toepasselijk. In casu is voornamelijk Hoofdstuk 1 Informatie, transparantie en niet-discriminatie van belang (artikelen III.74 – 81). Deze verplichtingen van de ondernemingen – waaronder begrepen advocaten – gelden tegenover de ‘afnemers’. Een afnemer is ‘iedere natuurlijke persoon die onderdaan is van een lidstaat of die rechten heeft die hem door communautaire besluiten zijn verleend, of iedere rechtspersoon in de zin van artikel 54 van het VWEU die in een lidstaat is gevestigd en, al dan niet voor beroepsdoeleinden, van een dienst gebruik maakt of wil maken.’ (artikel I.2.7° WER; eigen markering)

Indien mr. X zijn diensten langs elektronische weg op afstand zou aanbieden, is Boek XII Recht van de elektronische economie van toepassing. In het bijzonder wens ik op volgende hoofdstukken van Boek XII te wijzen: hoofdstuk 3 Informatie en doorzichtigheid, hoofdstuk 4 Reclame en hoofdstuk 5 Langs elektronische weg gesloten contracten.

Artikel XII.1, § 2 WER kent wel een uitzondering voor de vertegenwoordiging van de cliënt en de verdediging van zijn belangen voor het gerecht.

Wat de deontologische toelaatbaarheid van deze (elektronische) vorm van dienstverlening betreft, verwijs ik naar advies 500 van het departement deontologie, dat ik als bijlage toevoeg.

Honorarium delen

Uit de brief van mr. X aan u blijkt niet of hij een deel van zijn ereloon zou moeten afstaan aan de vzw S. Het is een advocaat alleszins verboden zijn honorarium te delen met iemand die geen advocaat is. Dit is strijdig met de goede zeden (R. DEKKERS en A. VERBEKE, Handboek burgerlijk recht Deel III Verbintenissen, Bewijsleer, Gebruikelijke contracten, Antwerpen, Intersentia, 2007, 44, nr. 75.).

Ook artikel III.2.2.1, § 2 van de Codex verbiedt dit:

De advocaat mag, behalve bij een samenwerkingsverband tussen advocaten, aan niemand een honorarium, voorschot of enigerlei vergoeding betalen als tegenprestatie voor de introductie van een cliënt.

Vaste prijs

Mr. X zou zijn diensten aanbieden tegen een vaste prijs.

Volgens artikel 446ter Ger. W. bepaalt de advocaat zelf zijn ereloon. Hij doet dit in volledige onafhankelijkheid. Mr. X dient er derhalve voor te waken dat de vzw S hem hierin vrij laat. Het staat mr. X dan ook vrij om zijn diensten aan te bieden tegen een vaste prijs.

Wanneer de advocaat vooraf de prijs van zijn diensten heeft vastgesteld, moet hij die ter beschikking stellen (artikel III.74, § 1, 12° WER). Hij doet dit op een wijze zoals bepaald in artikel III.75 WER. Wanneer de advocaat de prijs van zijn diensten niet vooraf heeft bepaald, deelt hij die mee indien de ‘afnemer’ hem dit vraagt. Als hij de precieze prijs niet kan geven, moet hij de manier waarop de prijs wordt berekend meedelen, zodat de ‘afnemer’ de prijs kan controleren. De advocaat mag ook een voldoende gedetailleerde kostenraming ter kennis geven. (artikel III.76, 1° WER)

Tegenstrijdigheid van belangen

Verder wens ik er nog op te wijzen dat mr. X de regels inzake tegenstrijdigheid van belangen dient na te leven. Hij zal er zich van moeten vergewissen dat hij voldoende informatie heeft over de identiteit van de oprichter(s) alvorens de zaak daadwerkelijk aan te nemen.

Ook indien mr. X zijn diensten op afstand zou verlenen (zie hierboven), moet hij hieraan aandacht schenken. Ik verwijs hiervoor naar het bijgevoegde advies 500 van het departement deontologie.

Witwas

Tot slot moet mr. X rekening houden met de wet van 11 januari 1993 tot voorkoming van het gebruik van het financiële stelsel voor het witwassen van geld en de financiering van terrorisme (hierna: witwaspreventiewet) en Afdeling III.1.2 Witwaspreventie van de Codex.

Deze wet is immers van toepassing op advocaten
‘a) wanneer zij hun cliënt bijstaan bij het voorbereiden of uitvoeren van verrichtingen in verband met:
1° de aan- of verkoop van onroerend goed of bedrijven;
2° het beheren van diens geld, effecten of andere activa;
3° de opening of het beheer van bank-, spaar- of effectenrekeningen;
4° het organiseren van inbreng die nodig is voor de oprichting, de uitbating of het beheer van vennootschappen;
5° de oprichting, uitbating of het beheer van vennootschappen, trusts, fiducieën of soortgelijke juridische constructies;

b) of wanneer zij optreden in naam en voor rekening van hun cliënt in enigerlei financiële verrichtingen of verrichtingen in onroerend goed.’

(artikel 3, 5° van de witwaspreventiewet).

Voor meer informatie en modellen (brieven en formulieren) verwijs ik naar de website van de Orde van Vlaamse Balies. Dit is alvast de 10-stappen handleiding (die u tevens kan consulteren op de website met modellen per stap):

Stap 1: wanneer is de wet van toepassing?

Zie hierboven artikel 3, 5° van de witwaspreventiewet

Stap 2: identificeer uw cliënt
Vraag uw cliënt naar zijn of haar identiteitsgegevens alvorens met eventuele dienstverlening aan te vangen. Leg deze gegevens vast en bewaar ze.

Stap 3: verifieer de identiteit
Ga na of de opgegeven identiteit (stap 2) overeenstemt met de werkelijke identiteit alvorens met eventuele dienstverlening aan te vangen. U verifieert aan de hand van:

  • natuurlijke personen: paspoort/identiteitskaart/rijbewijs;
  • Belgische rechtspersonen: KBO-uittreksel/notariële akte;
  • buitenlandse rechtspersonen met vestiging in België: KBO-uittreksel/notariële akte
  • buitenlandse rechtspersonen zonder vestiging in België: betrouwbare en in het internationaal verkeer gebruikelijke documenten, gegevens of inlichtingen.

Stap 4: identificeer de uiteindelijke begunstigde
Is uw cliënt een rechtspersoon? Identificeer dan de uiteindelijke begunstigde en verifieer diens identiteit. De uiteindelijke begunstigde is een natuurlijk persoon die meer dan 25% van de aandelen of stemrechten bezit of een natuurlijk persoon die op een andere wijze de controle heeft over het bestuur van de vennootschap.

Stap 5: politiek prominent persoon (PPP)?
Onderzoek of uw cliënt nu of tot 1 jaar geleden een bepaalde publieke functie in het buitenland bekleedt resp. bekleedde. Ook personen die nauw verbonden zijn met een PPP worden geviseerd. Raadpleeg internet, internationale PPP-lijst of andere betrouwbare bronnen.

Stap 6: doel en aard van de zakelijke relatie?
Vorm een oordeel over het doel en de aard van de zakelijke relatie tussen de cliënt en uzelf. Onderzoek ook de aard, herkomst en bestemming van middelen om een risico-inschatting te maken. Waar komt de cliënt vandaan? Waarom komt hij bij u? Is dit logisch?

Stap 7: blijf waakzaam
Controleer regelmatig het risicoprofiel van en de zakelijke relatie met uw cliënt. Kijk na of de gevraagde diensten afwijken van het normale patroon. Pas eventueel het risicoprofiel aan (stap 6).

Stap 8: wat bij introductie van een cliënt?
Een cliënt wordt bij u geïntroduceerd door een ander adviseur/zaakaanbrenger die aan de wet is onderworpen: u kunt de identificatie en de verificatie van de cliënt overnemen indien deze op correcte wijze geschiedden.

Stap 9: ongebruikelijke transactie?
Stelt u feiten vast waarvan u weet of vermoedt dat ze verband houden met het witwassen van geld of met de financiering van terrorisme zoals bedoeld in de wet, ga dan onverwijld naar stap 10.

Stap 10: meld de ongebruikelijke transactie onmiddellijk aan de stafhouder van uw Orde

Jacques Van Malleghem
Bestuurder departement deontologie

Ook interessant

Advies 720

Meer lezen

Advies 706

Meer lezen

Gerelateerd nieuws

Deze berichten verschenen recent:
Deontologie

Inzicht in nationale risicoanalyse witwaspreventie

De Cel voor Financiële Informatieverwerking (CFI) heeft de nationale risicoanalyse over witwassen van geld, financiering van terrorisme en de proliferatie van massavernietigingswapens samengevat voor alle entiteiten die onder de witwaspreventiewet vallen. Deze samenvatting is daarom ook van belang voor advocaten. Ze biedt u een goed inzicht in de actuele risico’s, waardoor u uw eigen risicoanalyses daarop kunt afstemmen.

Meer lezen
Deontologie Podcast

Podcast Ten Gronde: F*Q deontologie

In een boeiende aflevering van de podcast Ten Gronde, gemodereerd door bestuurder Jan Meerts, wordt de deontologie kritisch in vraag gesteld, met een focus op de veranderende landschappen van ethiek en praktijk. Mr. Eva Raepsaet, stafhouder Luk Delbrouck en vice-stafhouder Frank Judo betreden de arena om te debatteren over de ethiek en de grenzen van het beroep.

Deze podcast biedt een unieke kans om diepgaand inzicht te krijgen in de ethiek en de moderne ontwikkelingen van het beroep. Luister alsof u er zelf bij was!

Meer lezen
Deontologie Rechten van de mens

Het Federaal Instituut voor de Rechten van de Mens: een steun voor klokkenluiders

Recente wetten versterken de bescherming van klokkenluiders in Belgische privébedrijven en de federale publieke sector. Deze wetten, voortkomend uit een Europese richtlijn, bieden niet alleen bescherming maar ook diverse vormen van ondersteuning via het onafhankelijke Federaal Instituut voor de Rechten van de Mens (FIRM). Advocaten en advocatenkantoren die geïnteresseerd zijn in de verdediging van klokkenluiders worden opgeroepen om zich bij het FIRM te melden.

Meer lezen
Deontologie Fiscaal recht

Nieuwjaarsgeschenk van het Grondwettelijk Hof

Het Grondwettelijk Hof heeft op 11 januari 2024 opnieuw het beroepsgeheim van de advocaat beschermd in een bevestiging van zijn eerdere DAC6-rechtspraak. Ditmaal handelen de arresten over de omzettingsregelgeving op federaal niveau en op het niveau van de Franstalige Gemeenschap, het Waalse Gewest en het Brussels Hoofdstedelijk Gewest.

Meer lezen
Deontologie

Individueel e-mailadres voortaan verplicht

Advocaten moeten vanaf nu bereikbaar zijn via een (individueel) e-mailadres. Dat besliste onze algemene vergadering.

Meer lezen
Deontologie

OVB waarschuwt voor platform 'starofservice.be'

Het platform “starofservice.be” beweert via het internet vragers en aanbieders van ‘diensten’ met elkaar in contact te brengen. Er is ernstige twijfel over het bonafide karakter ervan, zodat de OVB elke samenwerking afraadt. Samenwerking kan bovendien zware deontologische inbreuken opleveren.

Meer lezen
Tucht

Onrechtmatig verzet niet langer mogelijk in procedures zoals in tucht

Onze algemene vergadering keurde op 8 februari 2023 een wijzigingsreglement goed dat voortaan (onder meer) de mogelijkheid biedt aan de raad van de Orde om verzet in procedures zoals in tucht ongedaan te verklaren. Dat reglement trad recent in werking.

Meer lezen
Deontologie Fiscaal recht

Het Grondwettelijke Hof verdedigt opnieuw ons beroepsgeheim bij DAC6

Het Grondwettelijke Hof heeft vandaag opnieuw uitspraak gedaan met betrekking tot een Vlaams decreet dat de administratieve samenwerking op het gebied van belastingen regelt. Het Hof respecteert opnieuw het beroepsgeheim van ons beroep.

Meer lezen
Deontologie Witwaspreventie

OVB waarschuwt voor opleiding witwaspreventie door SwiftSkills

We vernamen dat SwiftSkills, een e-learning platform, advocaten via een misleidend e-mailbericht aanspoort om deel te nemen aan een opleiding over hun verplichtingen onder de wet van 18 september 2017 ‘tot voorkoming van het witwassen van geld en de financiering van terrorisme en tot beperking van het gebruik van contanten’ (WPW).

Meer lezen