Voorzitter op vrijdag: "Inzetten op educatieve communicatie, digitalisering en alternatieve geschillenoplossing, daarin valt nog bijzonder veel te winnen"
Deontologie-advies Advies 520
Artikel III.5.3.1. van de Codex Deontologie voor Advocaten bepaalt dat geluidsregistratie noch beeldregistratie kunnen zonder de voorafgaande verwittiging van de betrokken personen. De ratio legis van deze tekst is de “fair trial”: een advocaat verrast geen anderen, noch confraters, noch partijen noch derden. Het verbod is ook gegrond op de plicht tot kiesheid - de vraag naar het gebruik van geluidsopnames en/of beeldmateriaal met voorafgaandelijke kennisgeving behoort tot het bewijsrecht.
Dominique Dombret
![Dominique Dombret](/files_filesystem/files/Fotos/Mensen/Medewerkers/_75x75_crop_center-center_none/Dominique-Dombret_2023-10-12-113552_szsd.jpg)
Merve Köse
![Merve Köse](/files_filesystem/files/Fotos/Mensen/Medewerkers/_75x75_crop_center-center_none/OVB_Portretten-oktober_19_low.jpg)
Vraag
U vraagt in welke mate het gebruik van onaangekondigde audio-opnames mag worden verboden en/of gesanctioneerd.
Advies
Formeel staat in de Codex Deontologie voor Advocaten onder art. III.5.3.1. dat noch geluidsregistratie noch beeldregistratie kunnen zonder de voorafgaande verwittiging van de betrokken personen.
Voormeld artikel bepaalt: “Een advocaat mag rechtstreeks noch onrechtstreeks gesprekken, vergaderingen of zittingen (laten) registreren op geluids- of beelddragers, zonder voorafgaande kennisgeving.”
De ratio legis van deze tekst is de “fair trial”. Een advocaat verrast geen anderen, noch confraters noch partijen noch derden. Vraag is dan ook of deze confraters gehandeld hebben conform de richtlijnen. Ik begrijp uit uw uiteenzetting dat dit niet het geval is.
Daarnaast is dit verbod ook gegrond op de plicht tot kiesheid. Onaangekondigd overgaan tot een audio-opname is niet kies ten aanzien van andere confraters. Het is ook een onbetamelijk en niet passend gedrag naar derden toe. Of zoals P. LAMBERT het verwoordt: “L’obligation de délicatesse relève, quant à elle, d’une certaine conception de la profession qui ne peut s’exercer sans une éthique rigoureuse.”1.
De vraag naar het gebruik van geluidsopnames en/of beeldmateriaal met voorafgaandelijke kennisgeving is door de commissie ad hoc Vlaamse Codex niet geregeld omdat dit tot het bewijsrecht behoort. Vergelijk o.m. ‘La preuve’ van D. MOUGENOT waar bandopnames worden aanvaard als bewijs met verwijzing naar cassatierechtspraak en waar, onder bepaalde voorwaarden, hetzelfde geldt voor filmbeelden2.
Jacques Van Malleghem
Bestuurder departement deontologie
1 P. LAMBERT, Règles et usages de la profession d’avocat du barreau de Bruxelles, Bruylant, 1994, 3e editie, p. 405.