Voorzitter op vrijdag: "Inzetten op educatieve communicatie, digitalisering en alternatieve geschillenoplossing, daarin valt nog bijzonder veel te winnen"
Deontologie-advies Advies 516
Een stagemeester wijzigt zijn hoofdkantoor in een bijkantoor - artikel V.3.1.1, alinea 2 van de Codex Deontologie voor Advocaten is niet van toepassing, wel afdeling II.1.2 en II.1.4. - er is geen bepaling die voorschrijft dat de stagemeester enkel een stagiair kan aannemen op zijn hoofdkantoor - indien de stagemeester effectief nooit meer aanwezig is in zijn bijkantoor en derhalve niet beschikbaar is voor zijn stagiair, kan dit een reden zijn om tussen te komen. De tussenkomst behoort dan zowel naar de stagiair toe te zijn door hem te wijzen dat hij een effectieve stagemeester moet hebben en t.a.v. de stagemeester dat hij bij gebreke aan het vervullen van zijn taken als stagemeester niet langer op de lijst van de stagemeesters zal kunnen blijven vermeld staan.
Dominique Dombret
![Dominique Dombret](/files_filesystem/files/Fotos/Mensen/Medewerkers/_75x75_crop_center-center_none/Dominique-Dombret_2023-10-12-113552_szsd.jpg)
Merve Köse
![Merve Köse](/files_filesystem/files/Fotos/Mensen/Medewerkers/_75x75_crop_center-center_none/OVB_Portretten-oktober_19_low.jpg)
Vraag
U vraagt mij of een stagiair een ander kantoor kan hebben dan het kantoor van zijn stagemeester voor zover dit kantoor niet aan een andere balie verbonden is, en dit gelet op de bepalingen van de Vlaamse Codex (art. V.3.1.1 alinea 2).
Advies
Sta mij toe uw vraag anders te formuleren gelet op de door u geschetste situatie. Als ik u goed begrijp houdt de stagiair er geen ander kantoor op na dan het kantoor dat hij houdt bij zijn stagemeester. De stagiair blijft nog steeds werkzaam op het kantoor van zijn stagemeester doch de stagemeester wijzigt zijn hoofdkantoor in een bijkantoor.
Art. V.3.1.1 alinea 2 is in casu dan ook niet van toepassing. In deze situatie moet echter wel gekeken worden of de stagemeester voldoet aan de bepalingen zoals opgenomen in de Codex Deontologie voor Advocaten in afdeling II.1.2 en II.1.4.
Het gegeven dat de stagemeester een kantoor opent in een ander arrondissement en van dit kantoor zijn hoofdkantoor maakt, stelt op het eerste gezicht geen probleem. Er is geen bepaling die voorschrijft dat de stagemeester enkel een stagiair kan aannemen op zijn hoofdkantoor. Het probleem stelt zich wat de Orde zelf betreft, met name hoe kan u als stafhouder nog nagaan of de stagemeester aan zijn verplichting onder art. II.1.2.1 (niet meer dan 3 stagiairs) voldoet wanneer hij zich als stagemeester kan opgeven in de balie met zijn hoofdkantoor. Er is geen Vlaams register van stagemeesters noch een register van de stagiairs die bij één stagemeester zijn ingeschreven. De coördinatie behoort bij gebrek aan dergelijk register door de stafhouders onderling te gebeuren.
Het is de plicht van de stagemeester om er op toe te zien dat de stagiair zijn activiteiten uitoefent met naleving van de deontologische regels en dat de stagiair kennis en praktische vaardigheden worden bijgebracht (ar. II.1.4.1 alinea 1).
De stagemeester zal, wanneer noodzakelijk, ter beschikking zijn van de stagiair voor bijstand en richtlijnen (ar. II.1.4.1 alinea 1).
De stagemeester met een hoofdkantoor in X en een bijkantoor in Y zal in het arrondissement van beide Ordes zijn activiteiten uitoefenen en aldus behoren in te staan voor het toezicht en de opleiding van zijn stagiair.
De stagemeester dient uiteraard ook de voorwaarden na te leven van het stagemeesterschap (art. II.1.2.1).
Ik wijs u er op dat de raad van de Orde de opname van een advocaat op de lijst van de stagemeesters kan weigeren. Indien u weet dat de stagemeester effectief nooit meer aanwezig is in zijn bijkantoor en derhalve niet beschikbaar is voor zijn stagiair, kan dit een reden zijn om tussen te komen. De tussenkomst behoort dan zowel naar de stagiair toe te zijn door hem te wijzen dat hij een effectieve stagemeester moet hebben en t.a.v. de stagemeester dat bij gebreke aan het vervullen van zijn taken als stagemeester hij niet langer op de lijst van de stagemeesters zal kunnen blijven vermeld staan.
Jacques Van Malleghem
Bestuurder departement deontologie