Voorzitter op vrijdag: "Inzetten op educatieve communicatie, digitalisering en alternatieve geschillenoplossing, daarin valt nog bijzonder veel te winnen"
Deontologie-advies Advies 514
De Codex Deontologie voor Advocaten kent geen deontologisch verbod m.b.t. het optreden voor een onderneming waarvan een naast familielid of een persoon waarmee de advocaat samenwoont, zaakvoerder is. Er moet ook rekening gehouden worden met de onafhankelijkheid.
Dominique Dombret
![Dominique Dombret](/files_filesystem/files/Fotos/Mensen/Medewerkers/_75x75_crop_center-center_none/Dominique-Dombret_2023-10-12-113552_szsd.jpg)
Merve Köse
![Merve Köse](/files_filesystem/files/Fotos/Mensen/Medewerkers/_75x75_crop_center-center_none/OVB_Portretten-oktober_19_low.jpg)
Vraag
Een stafhouder stelt twee vragen. De eerste vraag betreft of een advocaat mag optreden als raadsman van een onderneming (bv. rechtspersoon in de vorm van een cvba of evba) waarvan één van de zaakvoerders (doorgaans de enige zelfs) de vader/ de echtgeno(o)t(e) van de betrokken advocaat is.
De tweede vraag gaat over wat er dient te gebeuren met een bedrag gestort door een cliënt op de derdenrekening en waarvan voorzien was dat deze zou worden geconsigneerd terwijl deze cliënt vóór de consignatie in staat van faillissement werd verklaard. Dient het bedrag te worden gestort op een consignatierekening dan wel op de faillissementsrekening?
Advies
1.
Wat uw tweede vraag betreft, zoals ik U reeds mondeling liet weten, kan ik u geen inhoudelijk antwoord verschaffen. Het gaat hier mijns inziens om een rechtsvraag die zo nodig voor de rechtbank zal dienen te worden behandeld.
2.
Wat uw eerste vraag betreft, kan ik u wel antwoorden. Art. I.2.1.2 van de Codex Deontologie voor Advocaten stelt dat een advocaat geen zaken van of tegen naaste familieleden behandelt, noch dat hij mag hij optreden voor personen die met hem samenwonen of nauw verbonden zijn met die samenwonenden.
Doch dit artikel slaat op natuurlijke personen.
Art. I.2.5.6 stelt dat een advocaat een rechtspersoon mag vertegenwoordigen waarvoor hij een mandaat uitoefent.
Er is in de codex geen deontologisch verbod opgenomen m.b.t. het optreden voor een onderneming waarvan een naast familielid of een persoon waarmee men samenwoont, zaakvoerder is.
De bepalingen van artikelen I.2.1.1 en I.2.5.6 bekrachtigen dit.
Er moet evenwel ook rekening gehouden worden met de kernverplichting van ons beroep, met name de onafhankelijkheid. Art. I.2.1.1 bepaalt:
“De verplichtingen die op de advocaat rusten, vereisen de absolute onafhankelijkheid van de advocaat, vrij van alle druk, in het bijzonder van de druk van eigen belangen of van beïnvloeding van buitenaf.”
Dit dient geval per geval beoordeeld te worden. Indien een advocaat bijvoorbeeld de onderneming van zijn partner verdedigt voor de rechtbank en waarvan de uitkomst van de procedure een invloed heeft op de persoonlijke situatie van de advocaat, kan men niet stellen dat de advocaat onafhankelijk, vrij van alle druk, de belangen van de rechtspersoon verdedigt. Een éénpersoonsvennootschap zal dan ook m.b.t. de onafhankelijkheid anders behoren benaderd te worden dan een NV. De verbondenheid en de invloed op de persoonlijke situatie van de advocaat zullen in de vennootschap waar de echtgenoot en / of vader de enige of de enige twee vennoten zijn, veel groter zijn dan wanneer men met een zuivere kapitaalsvennootschap te maken heeft waar een zekere vorm van anonimiteit ontstaat door het groter geheel.
Ik wijs er verder op dat de ratio legis van art. I.2.1.2 tot doel heeft de advocaat te beschermen tegen de mogelijks negatieve houding van naaste familieleden of samenwonende partners bij de behandeling van een zaak die niet loopt zoals deze personen het wensen c.q. hadden verhoopt. Een advocaat mag bijvoorbeeld op een zitting niet derwijze onder druk staan dat hij een bepaalde oplossing bestrijdt omdat hij het thuis niet zal kunnen doen aanvaarden.
Jacques Van Malleghem
Bestuurder departement deontologie