Voorzitter op vrijdag: "Inzetten op educatieve communicatie, digitalisering en alternatieve geschillenoplossing, daarin valt nog bijzonder veel te winnen"
Deontologie-advies Advies 506
Het gebruiken van de hoedanigheid van burgemeester of advocaat als dreigement om druk uit te oefenen, beantwoordt niet aan de vereisten van waardigheid, noch kiesheid waaraan de advocaat moet voldoen - wanneer dit zich voordoet in een procedure getuigt het niet van enige confraterniteit om in een betwisting de verbalisanten trachten te beïnvloeden. - van de advocaat-politicus mag de nodige terughoudendheid verwacht worden en moet hij zijn beroep van advocaat gescheiden houden van zijn politiek mandaat.
Dominique Dombret
![Dominique Dombret](/files_filesystem/files/Fotos/Mensen/Medewerkers/_75x75_crop_center-center_none/Dominique-Dombret_2023-10-12-113552_szsd.jpg)
Merve Köse
![Merve Köse](/files_filesystem/files/Fotos/Mensen/Medewerkers/_75x75_crop_center-center_none/OVB_Portretten-oktober_19_low.jpg)
Vraag
Een stafhouder legt de situatie voor waarbij een advocaat, die tevens burgemeester is, door zijn concrete handelswijze in een betwisting druk zou hebben gezet op verbalisanten. U vraagt hierbij naar bepalingen in een reglement of naar voorgaanden.
Advies
Na onderzoek van de voorgaande adviezen kan ik u verwijzen naar advies 294. Hieruit blijkt dat van de advocaat-politicus de nodige terughoudendheid mag verwacht worden en dat hij zijn beroep van advocaat gescheiden moet houden van zijn politiek mandaat (Advies Departement Deontologie OVB nr. 294 (2007), hetgeen ik kan onderschrijven.
Hieromtrent bestaat er geen expliciete bepaling in een reglement, doch is dit een toepassing van de algemene beginselen van waardigheid, rechtschapenheid en kiesheid waar de advocaat zich aan moet houden.
Van de advocaat mag verwacht worden dat hij – wegens de aard van zijn beroep en de ermee gepaard gaande verantwoordelijkheden – ook in zijn privéleven meer voorzichtigheid en omzichtigheid aan de dag legt, dan een gewoon particulier burger.
Gelet op de (beperkte) gegevens die voorliggen, nl. het “gebruiken van de hoedanigheid van burgemeester of advocaat als dreigement” om druk uit te oefenen, beantwoordt een degelijk optreden hoegenaamd niet aan de vereisten van waardigheid, noch kiesheid waaraan de advocaat moet voldoen.
Wanneer dit alles zich voordoet in een procedure biedt het reglement confraterniteit uiteraard ook een houvast. Het getuigt alleszins niet van enige confraterniteit om in een betwisting de verbalisanten trachten te beïnvloeden. Overigens, indien zijn tegenstrever op dat ogenblik reeds aan hem bekend was, hoorde de betrokken advocaat de tegenspraak na te leven en schriftelijk te handelen en kopie voorbehouden aan zijn tegenstrever.
Uw mening, met name dat de handelswijze van de advocaat-burgemeester deontologisch niet correct is, kan ik dan ook volledig onderschrijven.
Jacques Van Malleghem
Bestuurder departement deontologie