Voorzitter op vrijdag: "Inzetten op educatieve communicatie, digitalisering en alternatieve geschillenoplossing, daarin valt nog bijzonder veel te winnen"
Deontologie-advies Advies 486
Een advocaat-bemiddelaar werd geraadpleegd door uit de echt gescheiden partners die door bemiddeling de vereffening-verdeling wensten opgelost te zien. Hij heeft, al dan niet op de hoogte, de advocaat die optrad voor één van de partijen, niet verwittigd. De advocaat-bemiddelaar moest de advocaat van de partij(en) verwittigen. Het gaat hier niet om opvolging.
Dominique Dombret
![Dominique Dombret](/files_filesystem/files/Fotos/Mensen/Medewerkers/_75x75_crop_center-center_none/Dominique-Dombret_2023-10-12-113552_szsd.jpg)
Merve Köse
![Merve Köse](/files_filesystem/files/Fotos/Mensen/Medewerkers/_75x75_crop_center-center_none/OVB_Portretten-oktober_19_low.jpg)
Vraag
Een stafhouder vraagt advies met betrekking tot volgend probleem:
Ik word geconfronteerd met een klacht tegen een advocaat-bemiddelaar. Deze advocaat-bemiddelaar werd geraadpleegd door uit de echt gescheiden partners die door bemiddeling de vereffening-verdeling wensten opgelost te zien. Advocaat-bemiddelaar, al dan niet op de hoogte, heeft de advocaat dewelke optrad voor één van de partijen, niet verwittigd. Mijn vraag naar u toe is of in de commissie bemiddeling hierover een standpunt is ingenomen? Gaat het hier om opvolging? Is de advocaat-bemiddelaar gehouden om de advocaten van de partijen die bij haar in bemiddeling zijn op de hoogte hiervan te brengen?
Advies
De commissie deontologie heeft uw vraag besproken op 24 april 2014 en kwam tot het unanieme besluit dat:
- het niet gaat om opvolging;
- de advocaat-bemiddelaar de advocaat van de partij(en) moet verwittigen.
Volledigheidshalve kan nog verwezen worden naar artikel 2 van het reglement van 21 november 2007 betreffende de aanvaarding van gerechtelijke mandaten, dat luidt als volgt:
De advocaat belast met een gerechtelijk mandaat blijft onderworpen aan de deontologie van de advocaat, tenzij de deontologische regel onverenigbaar is met zijn mandaat.
Tot slot deel ik u mee dat op het einde van het vorige decennium werd vastgesteld dat notarissen gemakkelijk contact opnamen met partijen zonder de raadsman van één van de partijen te kennen om alzo een akkoord tussen partijen te bewerkstelligen. Dit akkoord, waarbij de partijen niet waren bijgestaan door hun raadsman, leidde vaak tot de vaststelling door één van de partijen dat het akkoord nadelig was voor één van hen. Binnen de provincie Antwerpen werd dan ook een protocol afgesloten waarbij voorzien werd in het verbod voor de boedelnotarissen om zelf een partij te ontvangen of om met hen rechtstreeks te communiceren (protocol balies Antwerpen, Turnhout en Mechelen – notarissen). Dit om verwarring bij de cliënten te vermijden. Naar analogie dient dit mijns inziens ook toegepast te worden op dit geval.
Edward Janssens
Bestuurder departement deontologie