Ga verder naar de inhoud

Deontologie-advies Advies 482

Een Belgisch advocaat vraagt of hij zijn beroep als advocaat kan uitoefenen als lid van een associatie, bestaande uit twee vennootschappen: één naar Belgisch recht voor de activiteiten in België en één naar Slovaaks recht voor de activiteiten in Bratislava. Het gaat hier om één associatie met een vestiging in België en een vestiging in het buitenland. Dit is conform artikel 2 van het reglement betreffende het houden van meerdere kantoren of vestigingen, toegestaan. In de Slovaakse vestiging dient wel minstens één lid van het samenwerkingsverband kantoor te houden – toepassing van Richtlijn 98/5/EG van 16 februari 1998 ter vergemakkelijking van de permanente uitoefening van het beroep van advocaat in een andere lidstaat dan die waar de beroepskwalificatie is verworven.

Dominique Dombret

Jurist deontologie
Dominique Dombret

Merve Köse

Jurist deontologie
Merve Köse

Deel dit artikel

Vraag

Mr. X legt volgende vragen aan de stafhouder voor:

Ons kantoor legt, zoals de naam het zegt, zich toe op transportrecht, hetgeen een bij uitstek internationale aangelegenheid is. Het is in het kader hiervan dat wij aan het onderzoeken zijn of en, zo ja, in welke omstandigheden het mogelijk is een advocatenkantoor te runnen in Bratislava (Slovakije). Ik heb reeds heel wat informatie van de lokale balie in Bratislava, waarbij men mij voorstelt om een inschrijving te nemen als zijnde “European registered lawyer” en op grond van deze inschrijving dan een Slovaakse “limited liability firm” op te richten waarbinnen wij dan onze activiteiten in Bratislava kunnen ontplooien (in samenwerking uiteraard met een lokale advocaat). Bij nazicht echter van de reglementen van OVB, met name het reglement meerdere kantoren en het reglement betreffende samenwerkingsverbanden, stel ik vast dat dit principieel mogelijk zou moeten zijn, doch lees ik tegelijkertijd dat een advocaat het beroep van advocaat niet als lid van meer dan één associatie kan uitvoeren (artikel 3.4 van het reglement samenwerkingsverbanden). Ik stel mij dan ook de vraag of er zich ter zake een probleem zou stellen zo ik als Belgisch advocaat mijn beroep uitoefen als lid van de associatie Y, dewelke echter zou bestaan uit 2 vennootschappen (één naar Belgisch recht voor de activiteit hier in België en één naar Slovaaks recht voor de activiteit in Bratislava) ? Ik verduidelijk daarbij dat beide vennootschappen zouden opereren als één internationaal kantoor onder de naam Y waarbij beide vennootschappen dezelfde aandeelhouders (telkens Belgische advocaten) zouden hebben. Heeft U daarnaast kennis van eventuele andere deontologische struikelblokken?

Advies

Aangezien Slowakije een EU-lidstaat is wens ik u vooreerst te wijzen op Richtlijn 98/5/EG van 16 februari 1998 ter vergemakkelijking van de permanente uitoefening van het beroep van advocaat in een andere lidstaat dan die waar de beroepskwalificatie is verworven (hierna: de vestigingsrichtlijn).

Volgens artikel 3 moet de advocaat zich inschrijven bij de bevoegde autoriteit (lees: de betreffende balie) van Slowakije en een verklaring van inschrijving bij de balie van A (België) voorleggen.

De advocaat van uw balie zal zijn beroep uitoefenen onder zijn oorspronkelijke beroepstitel van ‘advocaat’, ‘avocat’ of ‘Rechtsanwalt’. Mogelijk moet hij hieraan toevoegen dat hij lid is van de balie van A. (artikel 4)

De Vlaamse advocaat oefent in de lidstaat van ontvangst dezelfde werkzaamheden uit als de Slowaakse advocaten, met name juridisch advies verstrekken over het recht van de lidstaat van herkomst, het Gemeenschapsrecht, het internationale recht en het recht van de lidstaat van ontvangst. In alle gevallen moet hij de voor de nationale jurisdicties toepasselijke procedureregels naleven. (artikel 5, al. 1)

Indien in Slowakije bepaalde advocaten akten zouden mogen opmaken waarbij de bevoegdheid wordt verleend de goederen van overledenen te beheren of waarbij onroerende zakelijke rechten worden gevestigd of overgedragen, – hetgeen in andere lidstaten voor andere beroepsbeoefenaars is gereserveerd – kan de Vlaamse advocaat van die werkzaamheden uitgesloten worden (artikel 5, al. 2). Of deze bevoegdheden in Slowakije aan (bepaalde) advocaten toekomen, kan u best informeren bij een Slowaakse balie.

Voor de vertegenwoordiging en verdediging van cliënten in rechte, kan de Vlaamse advocaat verplicht worden om samen te werken met een advocaat die bij de geadieerde rechterlijke instantie optreedt en die in voorkomend geval tegenover die rechterlijke instantie verantwoordelijk is of samen te werken met een bij die rechterlijke instantie optredende “avoué”. Met het oog op de goede werking van de rechtspleging zouden mogelijk specifieke regels kunnen vastgesteld zijn voor de toegang tot de hogere rechtscolleges. (artikel 5, al. 3)

Onafhankelijk van de Vlaamse beroeps- en gedragsregels, is de advocaat van de balie van A onderworpen aan dezelfde beroeps- en gedragsregels als die van toepassing zijn op de Slowaakse. (artikel 6, al. 1)

Verder moet nagegaan worden of de beroepsaansprakelijkheidsverzekering van de advocaat van uw balie een gelijkwaardige dekking heeft als die in Slowakije vereist is. Indien de dekking slechts gedeeltelijk gelijkwaardig is, kan de betrokken balie in Slowakije een aanvullende verzekering of garantie eisen voor de elementen die niet gedekt zijn door de Belgische verzekering. (artikel 6, al. 3)

Hoewel de bepaling van artikel 8 misschien in casu niet van toepassing is, wens ik er volledigheidshalve toch op te wijzen. Volgens deze bepaling mag de Vlaamse advocaat zijn beroep in loondienst bij een andere advocaat uitoefenen, bij een samenwerkingsverband van advocaten of een advocatenkantoor of bij een publiek- of privaatrechtelijke onderneming uitoefenen, voor zover de lidstaat van ontvangst dit toestaat voor de eigen advocaten.

Tot slot vestig ik uw bijzondere aandacht op de artikelen 11 en 12 van de richtlijn, die luiden als volgt:

“Artikel 11
Beroepsuitoefening in groepsverband

Wanneer beroepsuitoefening in groepsverband wordt toegestaan voor advocaten die hun werkzaamheden onder de relevante beroepstitel in de lidstaat van ontvangst uitoefenen, gelden voor advocaten die hun werkzaamheden wensen uit te oefenen of die titel wensen in te schrijven bij de bevoegde autoriteit, de volgende bepalingen:

1. Een of meer onder hun oorspronkelijke beroepstitel in een lidstaat van ontvangst werkzame advocaten en leden van eenzelfde groep in de lidstaat van herkomst mogen hun beroepswerkzaamheden in het kader van een filiaal of agentschap van hun groep in de lidstaat van ontvangst uitoefenen. Indien de basisregels die op deze groep in de lidstaat van herkomst van toepassing zijn, evenwel onverenigbaar zijn met de basisregels die voortvloeien uit de wettelijke of bestuursrechtelijke bepalingen van de lidstaat van ontvangst zijn de laatstbedoelde bepalingen van toepassing, voorzover de naleving ervan door het algemeen belang dat met de bescherming van de cliënt en van derden is gemoeid, wordt gerechtvaardigd.

2. Elke lidstaat biedt twee of meer onder hun oorspronkelijke beroepstitel op zijn grondgebied werkzame advocaten uit eenzelfde groep of uit eenzelfde lidstaat van herkomst de mogelijkheid op zijn grondgebied tot een vorm van beroepsuitoefening in groepsverband over te gaan. Indien de lidstaat van ontvangst de eigen advocaten verschillende samenwerkingsvormen biedt, moeten deze tevens voor eerstgenoemde advocaten toegankelijk zijn. De wijze waarop de beroepsuitoefening in groepsverband in de lidstaat van ontvangst geschiedt, is onderworpen aan de wettelijke en bestuursrechtelijke en administratieve bepalingen van die lidstaat.

3. De lidstaat van ontvangst neemt de nodige maatregelen om tevens de beroepsuitoefening in groepsverband mogelijk te maken voor:
a) verscheidene onder hun oorspronkelijke beroepstitel werkzame en uit verschillende lidstaten komende advocaten;
b) een of meer onder a) bedoelde advocaten en een of meer advocaten van de lidstaat van ontvangst. De wijze waarop de gezamenlijke beroepsuitoefening door deze advocaten in de lidstaat van ontvangst geschiedt, wordt beheerst door de wettelijke en bestuursrechtelijke en administratieve bepalingen van die lidstaat.

4. De advocaat die onder zijn oorspronkelijke beroepstitel werkzaam wenst te zijn, stelt de bevoegde autoriteit van de lidstaat van ontvangst in kennis van het feit dat hij in de lidstaat van herkomst deel uitmaakt van een groep en verstrekt over die groep alle dienstige inlichtingen.

5. In afwijking van de punten 1 tot en met 4, kan de lidstaat van ontvangst, voorzover deze aan de advocaten die onder de aldaar relevante beroepstitel werkzaam zijn, verbiedt het beroep van advocaat uit te oefenen in een groep waarvan buiten het beroep staande personen deel uitmaken, een onder zijn oorspronkelijke beroepstitel ingeschreven advocaat het recht ontzeggen in de hoedanigheid van lid van zijn groep op het grondgebied van die lidstaat werkzaam te zijn. Een groep wordt beschouwd als een groep waarvan buiten het beroep staande personen deel uitmaken, indien personen die niet de hoedanigheid van advocaat bezitten in de zin van artikel 1, lid 2:
- het geheel of een deel van het kapitaal van de groep in handen hebben; of - de benaming waaronder de groep werkzaam is, gebruiken; of
- de zeggenschap binnen die groep feitelijk of rechtens uitoefenen.

Indien de fundamentele regels die gelden voor een dergelijke groep van advocaten in de lidstaat van herkomst onverenigbaar zijn met de regels die in de lidstaat van ontvangst gelden of met de bepalingen van de eerste alinea, mag de lidstaat van ontvangst zich, zonder beperkingen van punt 1, verzetten tegen de opening van een bijkantoor of een agentschap ervan op zijn grondgebied.

Artikel 12 Groepsbenaming

Ongeacht de regeling volgens welke de onder hun oorspronkelijke beroepstitel werkzame advocaten in de lidstaat van ontvangst hun beroep uitoefenen, mogen zij de naam van de groep waartoe zij in de lidstaat van herkomst behoren, vermelden.

De lidstaat van ontvangst kan eisen dat bovendien de rechtsvorm van de groep in de lidstaat van herkomst en/of de namen van de in de lidstaat van ontvangst werkzame leden van de groep worden vermeld.”

Mr. X verwijst naar het reglement van 12 mei 2010 betreffende het houden van meerdere kantoren of vestigingen.

Artikel 1 laat inderdaad toe dat een advocaat ingeschreven op het tableau meerdere kantoren kan houden in één of meerdere gerechtelijke arrondissementen, in binnen- of buitenland. Volgens artikel 2 kunnen samenwerkingsverbanden van advocaten meerdere vestigingen hebben in één of meerdere gerechtelijke arrondissementen, in binnen- en buitenland. In elke vestiging van het samenwerkingsverband dient minstens één lid van het samenwerkingsverband kantoor te houden.

Daarnaast wijst mr. X op artikel 3.4 van het reglement van 8 november 2006 betreffende samenwerkingsverbanden tussen advocaten en betreffende eenpersoonsvennootschappen van advocaten, volgens hetwelk een advocaat het beroep van advocaat niet als een lid van meer dan één associatie kan uitoefenen.

Mr. X vraagt of hij als Belgisch advocaat zijn beroep als advocaat kan uitoefenen als lid van de associatie Y, bestaande uit twee vennootschappen (één naar Belgisch recht voor de activiteiten in België en één naar Slovaaks recht voor de activiteiten in Bratislava).

Het gaat hier om één associatie met een vestiging in België en een vestiging in het buitenland. Dit is conform artikel 2 van het reglement betreffende het houden van meerdere kantoren of vestigingen, toegestaan. In de Slovaakse vestiging dient wel minstens één lid van het samenwerkingsverband kantoor te houden.

Edward Janssens

Bestuurder departement deontologie

Ook interessant

Advies 719

Meer lezen

Advies 714

Meer lezen

Gerelateerd nieuws

Deze berichten verschenen recent:
Deontologie

Inzicht in nationale risicoanalyse witwaspreventie

De Cel voor Financiële Informatieverwerking (CFI) heeft de nationale risicoanalyse over witwassen van geld, financiering van terrorisme en de proliferatie van massavernietigingswapens samengevat voor alle entiteiten die onder de witwaspreventiewet vallen. Deze samenvatting is daarom ook van belang voor advocaten. Ze biedt u een goed inzicht in de actuele risico’s, waardoor u uw eigen risicoanalyses daarop kunt afstemmen.

Meer lezen
Deontologie Podcast

Podcast Ten Gronde: F*Q deontologie

In een boeiende aflevering van de podcast Ten Gronde, gemodereerd door bestuurder Jan Meerts, wordt de deontologie kritisch in vraag gesteld, met een focus op de veranderende landschappen van ethiek en praktijk. Mr. Eva Raepsaet, stafhouder Luk Delbrouck en vice-stafhouder Frank Judo betreden de arena om te debatteren over de ethiek en de grenzen van het beroep.

Deze podcast biedt een unieke kans om diepgaand inzicht te krijgen in de ethiek en de moderne ontwikkelingen van het beroep. Luister alsof u er zelf bij was!

Meer lezen
Deontologie Rechten van de mens

Het Federaal Instituut voor de Rechten van de Mens: een steun voor klokkenluiders

Recente wetten versterken de bescherming van klokkenluiders in Belgische privébedrijven en de federale publieke sector. Deze wetten, voortkomend uit een Europese richtlijn, bieden niet alleen bescherming maar ook diverse vormen van ondersteuning via het onafhankelijke Federaal Instituut voor de Rechten van de Mens (FIRM). Advocaten en advocatenkantoren die geïnteresseerd zijn in de verdediging van klokkenluiders worden opgeroepen om zich bij het FIRM te melden.

Meer lezen
Deontologie Fiscaal recht

Nieuwjaarsgeschenk van het Grondwettelijk Hof

Het Grondwettelijk Hof heeft op 11 januari 2024 opnieuw het beroepsgeheim van de advocaat beschermd in een bevestiging van zijn eerdere DAC6-rechtspraak. Ditmaal handelen de arresten over de omzettingsregelgeving op federaal niveau en op het niveau van de Franstalige Gemeenschap, het Waalse Gewest en het Brussels Hoofdstedelijk Gewest.

Meer lezen
Deontologie

Individueel e-mailadres voortaan verplicht

Advocaten moeten vanaf nu bereikbaar zijn via een (individueel) e-mailadres. Dat besliste onze algemene vergadering.

Meer lezen
Deontologie

OVB waarschuwt voor platform 'starofservice.be'

Het platform “starofservice.be” beweert via het internet vragers en aanbieders van ‘diensten’ met elkaar in contact te brengen. Er is ernstige twijfel over het bonafide karakter ervan, zodat de OVB elke samenwerking afraadt. Samenwerking kan bovendien zware deontologische inbreuken opleveren.

Meer lezen
Tucht

Onrechtmatig verzet niet langer mogelijk in procedures zoals in tucht

Onze algemene vergadering keurde op 8 februari 2023 een wijzigingsreglement goed dat voortaan (onder meer) de mogelijkheid biedt aan de raad van de Orde om verzet in procedures zoals in tucht ongedaan te verklaren. Dat reglement trad recent in werking.

Meer lezen
Deontologie Fiscaal recht

Het Grondwettelijke Hof verdedigt opnieuw ons beroepsgeheim bij DAC6

Het Grondwettelijke Hof heeft vandaag opnieuw uitspraak gedaan met betrekking tot een Vlaams decreet dat de administratieve samenwerking op het gebied van belastingen regelt. Het Hof respecteert opnieuw het beroepsgeheim van ons beroep.

Meer lezen
Deontologie Witwaspreventie

OVB waarschuwt voor opleiding witwaspreventie door SwiftSkills

We vernamen dat SwiftSkills, een e-learning platform, advocaten via een misleidend e-mailbericht aanspoort om deel te nemen aan een opleiding over hun verplichtingen onder de wet van 18 september 2017 ‘tot voorkoming van het witwassen van geld en de financiering van terrorisme en tot beperking van het gebruik van contanten’ (WPW).

Meer lezen