Ga verder naar de inhoud

Deontologie-advies Advies 474

Uit de voorliggende briefwisseling blijkt dat er geenszins een akkoord is tot stand gekomen. Geen enkele voorliggende brief beantwoordt aan artikel 2.4 van het reglement betreffende het overleggen van briefwisseling tussen advocaten. De briefwisseling mag dan ook niet in rechte worden voorgelegd, zelfs niet om een deelaspect, waarover mogelijks een akkoord is tot stand gekomen, aan te tonen.


Dominique Dombret

Jurist deontologie
Dominique Dombret

Merve Köse

Jurist deontologie
Merve Köse

Deel dit artikel

Vraag

U verzoekt mij een niet-bindend advies te bezorgen op basis van het door u medegedeeld dossier.

Advies

Ik overloop de diverse brieven:

  • brief van mr. X d.d. 26 mei 2011 aan mr. Y;
  • de nota inhoudende de schadeberekening m.b.t. mevrouw A;
  • brief van mr. X d.d. 26 mei 2011 aan mr. Y m.b.t. de schadeberekening van de heer B.

Voormelde brieven houden een schadeberekening in. Deze brieven zouden een officieel karakter krijgen indien zij onvoorwaardelijk zouden worden aanvaard door de cliënten van mr. Y. Dit is niet het geval, zoals later zal blijken.

  • Brief van mr. Y d.d. 2 februari 2012:

Deze brief houdt een reactie in op de voorstellen van mr. X. Bepaalde posten worden aanvaard, andere posten worden volledig of gedeeltelijk afgewezen. Mr. Y maakt een nieuw voorstel aan mr. X over.

  • Brief van mr. X d.d. 20 november 2012 waarbij een nieuwe begroting van de schade geleden door haar cliënten wordt overgemaakt:

In deze nota reageert mr. X op het voorstel van mr. Y d.d. 2 februari. In deze brief worden een aantal posten aanvaard voor zover een globaal akkoord tot stand komt (bijvoorbeeld administratiekosten, verplaatsingskosten, kledijkosten). Voor het overige gaan de cliënten van mr. X niet akkoord met de degressiviteit van de tijdelijke werkonbekwaamheid en wordt aangedrongen op de 100% arbeidsongeschiktheid. Tevens gaat de cliënt van mr. X niet akkoord met het “zogezegd dubbel gebruik”.

  • Brief van mr. Y d.d. 3 december 2012:

In deze brief antwoordt mr. Y op de opmerkingen en voorstellen geformuleerd door mr. X in haar brief en nota medegedeeld op 20 november 2012. Uit dit schrijven blijkt dat er nog geen akkoord is tot stand gekomen. Mr. Y schrijft:

“Op deze manier gaan we er minnelijk niet uit geraken, ten ware u bereid bent uw standpunt andermaal te herzien. Dank mij dan ook per kerende uw definitief standpunt te willen meedelen bij gebreke waaraan ik onmiddellijk een verzoekschrift art. 4 VTSv.dien neer te leggen ten einde de zaak vooruit te helpen.”

  • Brief van mr. Y d.d. 17 januari 2013.

In dit schrijven bezorgt mr. Y twee brieven van de verzekeraar (één m.b.t. de heer B en de andere m.b.t. mevrouw A). Mr. X wordt verzocht de brieven van de verzekeraar aan haar cliënt te bezorgen en te laten ondertekenen.

  • Brief van 5 februari 2013.

Mr. X antwoordt dat zij een schade-eis opgemaakt door een confrater gespecialiseerd in “roulage” overmaakt. Verder schrijft zij:

“U gelieve uw cliënt uit te nodigen de overeenkomst tot regeling zoals overgemaakt aan te passen, waarna ik cliënten zal uitnodigen over te gaan tot ondertekening ervan.”

Uit dit schrijven kan afgeleid worden dat de cliënten van Mr. X de voorstellen vervat in de brieven van de verzekeraar niet aannemen.

  • Brief van mr. Y d.d. 7 februari 2013.

Bij deze brief laat mr. Y mr. X weten dat de nieuwe vordering van de cliënten van mr. X niet kan aanvaard worden. Verder schrijft hij als volgt:

“Uw brief van 6 december 2012 heeft, ingevolge het door mij aan u namens KBC betuigde akkoord voor de toezending van de twee dadingen, een officieel karakter bekomen zodat de vordering beperkt moet blijven tot de bedragen voorzien in de beide dadingen.”

De dadingen die door mr. Y werden bezorgd aan mr. X op 7 februari 2013 houden geen akkoord in met de voorstellen geformuleerd door mr. X in haar e-mail van 6 december 2012.

Uit de voorliggende briefwisseling blijkt dat er geenszins een akkoord is tot stand gekomen. De brief van 3 december 2012 en het antwoord van mr. X hebben een vertrouwelijk karakter. Uit geen enkel van deze brieven blijkt dat er een akkoord is tot stand gekomen. Ook de brief van 17 januari 2013, ook de voorstellen verwoord in een dading van 17 januari 2013 werden niet aanvaard door mr. X en/of haar cliënt. In de gegeven omstandigheden meen ik dat er geen reden is om de briefwisseling officieel te maken.

Artikel 2.4 van het reglement van 6 juni 1970, 6 maart 1980, 8 mei 1980 en 22 april 1986 betreffende het overleggen van briefwisseling tussen advocaten bepaalt onder meer dat “elke mededeling, zelfs vertrouwelijk gedaan uit naam van een partij, wanneer ze bepaalde voorstellen behelst die onvoorwaardelijk uit naam van de andere partij worden aangenomen, hun vertrouwelijk karakter verliezen.”

Geen enkele voorliggende brief beantwoordt aan deze bepaling. Het komt mij dan ook voor dat de briefwisseling niet in rechte mag worden voorgelegd. Zelfs niet om een deelaspect, waarover mogelijks een akkoord is tot stand gekomen, aan te tonen.

Edward Janssens
Bestuurder departement deontologie

Ook interessant

Advies 251

Meer lezen

Advies 622

Meer lezen

Gerelateerd nieuws

Deze berichten verschenen recent:
Deontologie

Inzicht in nationale risicoanalyse witwaspreventie

De Cel voor Financiële Informatieverwerking (CFI) heeft de nationale risicoanalyse over witwassen van geld, financiering van terrorisme en de proliferatie van massavernietigingswapens samengevat voor alle entiteiten die onder de witwaspreventiewet vallen. Deze samenvatting is daarom ook van belang voor advocaten. Ze biedt u een goed inzicht in de actuele risico’s, waardoor u uw eigen risicoanalyses daarop kunt afstemmen.

Meer lezen
Deontologie Podcast

Podcast Ten Gronde: F*Q deontologie

In een boeiende aflevering van de podcast Ten Gronde, gemodereerd door bestuurder Jan Meerts, wordt de deontologie kritisch in vraag gesteld, met een focus op de veranderende landschappen van ethiek en praktijk. Mr. Eva Raepsaet, stafhouder Luk Delbrouck en vice-stafhouder Frank Judo betreden de arena om te debatteren over de ethiek en de grenzen van het beroep.

Deze podcast biedt een unieke kans om diepgaand inzicht te krijgen in de ethiek en de moderne ontwikkelingen van het beroep. Luister alsof u er zelf bij was!

Meer lezen
Deontologie Rechten van de mens

Het Federaal Instituut voor de Rechten van de Mens: een steun voor klokkenluiders

Recente wetten versterken de bescherming van klokkenluiders in Belgische privébedrijven en de federale publieke sector. Deze wetten, voortkomend uit een Europese richtlijn, bieden niet alleen bescherming maar ook diverse vormen van ondersteuning via het onafhankelijke Federaal Instituut voor de Rechten van de Mens (FIRM). Advocaten en advocatenkantoren die geïnteresseerd zijn in de verdediging van klokkenluiders worden opgeroepen om zich bij het FIRM te melden.

Meer lezen
Deontologie Fiscaal recht

Nieuwjaarsgeschenk van het Grondwettelijk Hof

Het Grondwettelijk Hof heeft op 11 januari 2024 opnieuw het beroepsgeheim van de advocaat beschermd in een bevestiging van zijn eerdere DAC6-rechtspraak. Ditmaal handelen de arresten over de omzettingsregelgeving op federaal niveau en op het niveau van de Franstalige Gemeenschap, het Waalse Gewest en het Brussels Hoofdstedelijk Gewest.

Meer lezen
Deontologie

Individueel e-mailadres voortaan verplicht

Advocaten moeten vanaf nu bereikbaar zijn via een (individueel) e-mailadres. Dat besliste onze algemene vergadering.

Meer lezen
Deontologie

OVB waarschuwt voor platform 'starofservice.be'

Het platform “starofservice.be” beweert via het internet vragers en aanbieders van ‘diensten’ met elkaar in contact te brengen. Er is ernstige twijfel over het bonafide karakter ervan, zodat de OVB elke samenwerking afraadt. Samenwerking kan bovendien zware deontologische inbreuken opleveren.

Meer lezen
Tucht

Onrechtmatig verzet niet langer mogelijk in procedures zoals in tucht

Onze algemene vergadering keurde op 8 februari 2023 een wijzigingsreglement goed dat voortaan (onder meer) de mogelijkheid biedt aan de raad van de Orde om verzet in procedures zoals in tucht ongedaan te verklaren. Dat reglement trad recent in werking.

Meer lezen
Deontologie Fiscaal recht

Het Grondwettelijke Hof verdedigt opnieuw ons beroepsgeheim bij DAC6

Het Grondwettelijke Hof heeft vandaag opnieuw uitspraak gedaan met betrekking tot een Vlaams decreet dat de administratieve samenwerking op het gebied van belastingen regelt. Het Hof respecteert opnieuw het beroepsgeheim van ons beroep.

Meer lezen
Deontologie Witwaspreventie

OVB waarschuwt voor opleiding witwaspreventie door SwiftSkills

We vernamen dat SwiftSkills, een e-learning platform, advocaten via een misleidend e-mailbericht aanspoort om deel te nemen aan een opleiding over hun verplichtingen onder de wet van 18 september 2017 ‘tot voorkoming van het witwassen van geld en de financiering van terrorisme en tot beperking van het gebruik van contanten’ (WPW).

Meer lezen