Ga verder naar de inhoud

Deontologie-advies Advies 463

Het is, op grond van de regel van de onafhankelijkheid, onmogelijk voor een burgemeester om op te treden als raadsman van een sociale huisvestingsmaatschappij van de gemeente waarvan hij burgemeester is in zaken die betrekking hebben op het wezenlijk doel van de sociale huisvestigingsmaatschappij, daar een mogelijke belangenvermenging kan ontstaan tussen enerzijds de belangen van de sociale huisvestingsmaatschappij en anderzijds de gemeente (burgemeester). Indien zou blijken dat de sociale huisvestingsmaatschappij en de gemeente onafhankelijk van elkaar zouden zijn, dan bestaat er toch minstens een schijn van belangenvermenging, wat volstaat om de advocaat-burgemeester te verbieden op te treden als raadsman van de sociale huisvestingsmaatschappij van dezelfde gemeente als waarvan hij burgemeester is. Dit neemt niet weg dat hij wel kan optreden in zaken waar er totaal geen schijn van belangentegenstelling bestaat tussen enerzijds de functie van burgemeester en anderzijds de sociale huisvestingsmaatschappij.



Dominique Dombret

Jurist deontologie
Dominique Dombret

Merve Köse

Jurist deontologie
Merve Köse

Deel dit artikel

Vraag

U wordt geconfronteerd met de vraag of een burgemeester kan optreden als raadsman van de sociale huisvestingsmaatschappij van dezelfde gemeente.

U meent dat dit niet gepast is maar u wordt de vraag gesteld waarop u zich baseert.


Advies

U verwijst naar artikel 438, tweede lid Ger. W. Ik citeer hier gemakshalve integraal het artikel 438 Ger. W.:

“Advocaten die lid zijn van een der Wetgevende Kamers, mogen niet worden aangesteld als vast advocaat van openbare besturen, noch in enige zaak in geschil pleiten of optreden in het belang van de Staat of van een van de instellingen bedoeld in artikel 1, littera A en B, van de wet van 16 maart 1954 betreffende het toezicht op sommige instellingen van openbaar nut, noch in hun zodanige zaak van advies of van raad dienen, behalve onbezoldigd.

Hetzelfde verbod geldt voor de provincieraadsleden en de gemeenteraadsleden met betrekking tot zaken ingeleid voor de provincie of voor of tegen de gemeente waar zij verkozen zijn.”

Stafhouder X verwijst terecht naar het Gemeentedecreet (artikel 27, § 2), dat luidt als volgt:

“Het is voor een gemeenteraadslid verboden:
1° rechtstreeks of onrechtstreeks als advocaat of notaris tegen betaling te werken in geschillen ten behoeve van de gemeente. Dat verbod geldt ook ten aanzien van de personen die in het kader van een associatie, groepering, samenwerking of op hetzelfde kantooradres met het gemeenteraadslid werken;
2° rechtstreeks of onrechtstreeks als advocaat of notaris tegen betaling te werken in geschillen ten behoeve van de tegenpartij van de gemeente aangaande beslissingen in verband met de tewerkstelling binnen de gemeente. Dat verbod geldt ook ten aanzien van de personen die in het kader van een associatie, groepering, samenwerking of op hetzelfde kantooradres met het gemeenteraadslid werken;
(...)”

Ik treed het standpunt van stafhouder X bij, daar waar hij stelt dat de verboden opgenomen in artikel 27 van het Gemeentedecreet hier niet van toepassing zijn. Bij uitbreiding is mijns inziens artikel 438, tweede lid Ger. W. evenmin van toepassing.

Stafhouder X wijst verder op de plicht om problemen te voorkomen. Hoewel de graad van onafhankelijkheid van de sociale huisvestingsmaatschappij in casu ten opzichte van de gemeente niet gekend is, kan volgens stafhouder X terecht een burgemeester bezwaarlijk toezicht uitoefenen op een nauw met de gemeente verboden maatschappij en er tezelfdertijd raadsman van zijn.

Verder wil ik nog wijzen op de regel van de onafhankelijkheid. Deze onafhankelijkheid wordt gemist indien de advocaat vanuit zijn positie van openbaar ambtenaar (in casu burgemeester) invloed kan hebben op zaken of aangelegenheden die de sociale huisvesting betreffen. Zelfs enige schijn hiervan volstaat.

Het komt mij derhalve voor dat het, op grond van de regel van de onafhankelijkheid, onmogelijk zal zijn voor een burgemeester om op te treden als raadsman van een sociale huisvestingsmaatschappij van de gemeente waarvan hij burgemeester is in zaken die betrekking hebben op het wezenlijk doel van de sociale huisvestigingsmaatschappij daar een mogelijkheid van belangenvermenging kan ontstaan tussen enerzijds de belangen van de sociale huisvestingsmaatschappij en de gemeente (burgemeester). Zoals reeds gezegd is de graad van onafhankelijkheid van de sociale huisvestingsmaatschappij ten opzichte van de gemeente niet gekend. Indien zou blijken dat beiden onafhankelijk van elkaar zouden zijn, dan bestaat er minstens toch een schijn van belangenvermenging, wat volstaat om de advocaat-burgemeester te verbieden op te treden als raadsman van de sociale huisvestingsmaatschappij van dezelfde gemeente als waarvan hij burgemeester is. Dit neemt mijns inziens niet weg dat hij wel kan optreden in zaken waar er totaal geen schijn van belangentegenstelling bestaat tussen enerzijds de functie van burgemeester en anderzijds de sociale huisvestingsmaatschappij (bijvoorbeeld de sociale huisvestigingsmaatschappij wil een procedure beginnen wegens koopvernietigende gebreken voor een wagen die de maatschappij heeft aangeschaft).

In een andere situatie oordeelde de Tuchtraad van Gent dat het weinig kies is om als advocaat op te treden in een betwisting, waarbij –weze het zijdelings – stedenbouwkundige vergunningen (verleend door het College van Burgemeester en Schepenen waarvan diezelfde advocaat deel uitmaakte) ter discussie staan. Vooral omdat de advocaat schepen van ruimtelijke ordening is en dus als schepen rechtstreeks betrokken is bij het verlenen van een stedenbouwkundige vergunning, is het in strijd met de regels van kiesheid om naderhand – zelfs wanneer de stedenbouwkundige vergunning definitief is verleend door het College – op te treden in geschillen waarbij deze stedenbouwkundige vergunning, zelfs maar zijdelings, betrokken is. (Tuchtraad Gent, 14 maart 2012, onuitgegeven.). Ik voeg deze geanonimiseerde sententie als bijlage.

Edward Janssens
Bestuurder departement deontologie

Ook interessant

Advies 719

Meer lezen

Advies 720

Meer lezen

Gerelateerd nieuws

Deze berichten verschenen recent:
Deontologie

Inzicht in nationale risicoanalyse witwaspreventie

De Cel voor Financiële Informatieverwerking (CFI) heeft de nationale risicoanalyse over witwassen van geld, financiering van terrorisme en de proliferatie van massavernietigingswapens samengevat voor alle entiteiten die onder de witwaspreventiewet vallen. Deze samenvatting is daarom ook van belang voor advocaten. Ze biedt u een goed inzicht in de actuele risico’s, waardoor u uw eigen risicoanalyses daarop kunt afstemmen.

Meer lezen
Deontologie Podcast

Podcast Ten Gronde: F*Q deontologie

In een boeiende aflevering van de podcast Ten Gronde, gemodereerd door bestuurder Jan Meerts, wordt de deontologie kritisch in vraag gesteld, met een focus op de veranderende landschappen van ethiek en praktijk. Mr. Eva Raepsaet, stafhouder Luk Delbrouck en vice-stafhouder Frank Judo betreden de arena om te debatteren over de ethiek en de grenzen van het beroep.

Deze podcast biedt een unieke kans om diepgaand inzicht te krijgen in de ethiek en de moderne ontwikkelingen van het beroep. Luister alsof u er zelf bij was!

Meer lezen
Deontologie Rechten van de mens

Het Federaal Instituut voor de Rechten van de Mens: een steun voor klokkenluiders

Recente wetten versterken de bescherming van klokkenluiders in Belgische privébedrijven en de federale publieke sector. Deze wetten, voortkomend uit een Europese richtlijn, bieden niet alleen bescherming maar ook diverse vormen van ondersteuning via het onafhankelijke Federaal Instituut voor de Rechten van de Mens (FIRM). Advocaten en advocatenkantoren die geïnteresseerd zijn in de verdediging van klokkenluiders worden opgeroepen om zich bij het FIRM te melden.

Meer lezen
Deontologie Fiscaal recht

Nieuwjaarsgeschenk van het Grondwettelijk Hof

Het Grondwettelijk Hof heeft op 11 januari 2024 opnieuw het beroepsgeheim van de advocaat beschermd in een bevestiging van zijn eerdere DAC6-rechtspraak. Ditmaal handelen de arresten over de omzettingsregelgeving op federaal niveau en op het niveau van de Franstalige Gemeenschap, het Waalse Gewest en het Brussels Hoofdstedelijk Gewest.

Meer lezen
Deontologie

Individueel e-mailadres voortaan verplicht

Advocaten moeten vanaf nu bereikbaar zijn via een (individueel) e-mailadres. Dat besliste onze algemene vergadering.

Meer lezen
Deontologie

OVB waarschuwt voor platform 'starofservice.be'

Het platform “starofservice.be” beweert via het internet vragers en aanbieders van ‘diensten’ met elkaar in contact te brengen. Er is ernstige twijfel over het bonafide karakter ervan, zodat de OVB elke samenwerking afraadt. Samenwerking kan bovendien zware deontologische inbreuken opleveren.

Meer lezen
Tucht

Onrechtmatig verzet niet langer mogelijk in procedures zoals in tucht

Onze algemene vergadering keurde op 8 februari 2023 een wijzigingsreglement goed dat voortaan (onder meer) de mogelijkheid biedt aan de raad van de Orde om verzet in procedures zoals in tucht ongedaan te verklaren. Dat reglement trad recent in werking.

Meer lezen
Deontologie Fiscaal recht

Het Grondwettelijke Hof verdedigt opnieuw ons beroepsgeheim bij DAC6

Het Grondwettelijke Hof heeft vandaag opnieuw uitspraak gedaan met betrekking tot een Vlaams decreet dat de administratieve samenwerking op het gebied van belastingen regelt. Het Hof respecteert opnieuw het beroepsgeheim van ons beroep.

Meer lezen
Deontologie Witwaspreventie

OVB waarschuwt voor opleiding witwaspreventie door SwiftSkills

We vernamen dat SwiftSkills, een e-learning platform, advocaten via een misleidend e-mailbericht aanspoort om deel te nemen aan een opleiding over hun verplichtingen onder de wet van 18 september 2017 ‘tot voorkoming van het witwassen van geld en de financiering van terrorisme en tot beperking van het gebruik van contanten’ (WPW).

Meer lezen