Ga verder naar de inhoud

Deontologie-advies Advies 460

Hoewel conform artikel 6.3 EVRM iedereen het recht heeft zichzelf te verdedigen, is het een deontologisch principe dat een advocaat er zich van onthoudt zijn persoonlijke, directe of indirecte belangen in burgerlijke, disciplinaire en strafzaken te verdedigen, ook wanneer hij niet in toga verschijnt. Deze deontologische regel is ingegeven door de onafhankelijkheid – dat een magistraat er nooit eerder een probleem van heeft gemaakt dat de advocaat zichzelf verdedigt (artikel 758 Ger. W.), staat los van de bevoegdheid van de stafhouder om een advocaat te verbieden in een bepaalde zaak te pleiten, op grond dat deze daardoor de beginselen van waardigheid en kiesheid van zijn beroep in het gedrang zou brengen



Dominique Dombret

Jurist deontologie
Dominique Dombret

Merve Köse

Jurist deontologie
Merve Köse

Deel dit artikel

Vraag

U wordt geconfronteerd met de vraag van stafhouder X van de balie van A om een advocaat van uw balie te verbieden nog op te treden in zijn eigen zaak tegen zijn ex-echtgenote.

Gelet op de animositeit ter zake vraagt u alvorens een beslissing te nemen, mijn gemotiveerd advies.

De feiten zijn de volgende.

Mr. Y (balie B) treedt in persoon op in diverse procedures tegen zijn ex-echtgenote, mevrouw V. Deze laatste wordt bijgestaan door stafhouder X (balie A). Deze procedures (voor de beslagrechter te B, de rechtbank van eerste aanleg te A (beroep tegen een vonnis van het vredegerecht) en het vredegerecht van het kanton ...) zouden betrekking hebben op de persoon van partijen, evenals op hun gemeenschappelijke kinderen.

Bij brief van stafhouder X d.d. 28.12.2012 aan stafhouder Z deelt hij mee dat hij tijdens een zitting te B persoonlijk heeft moeten vaststellen dat mr. Y volstrekt geen afstand kan nemen van de dossiers en zich erg geagiteerd opstelt. Dit zou reeds sedert 1999 het geval zijn.

Stafhouder X verwijst naar een arrest van het hof van beroep te ... d.d. 14.09.2004 waarin mr. Y werd veroordeeld wegens belaging, het vonnis van het vredegerecht van het 1ste kanton te ... d.d. 18.09.2012 waarin de vrederechter enkele bedenkingen uitte inzake het optreden van mr. Y en de conclusies van mr. Y d.d. 10.11.2012 in één van de hangende procedures waarin uitdrukkelijk wordt gesteld dat hij geen spijt heeft dat hij zijn ex-echtgenote heeft lastiggevallen en zelfs fier is op zijn veroordeling.

Stafhouder X meent dat het in deze omstandigheden aangewezen is dat mr. Y zich in de genoemde procedures laat bijstaan door een advocaat en niet langer zichzelf verdedigt. Hiervoor vraagt hij tussenkomst van stafhouder Z.

Bij brief van stafhouder Z aan stafhouder W d.d. 28.12.2012 stelt hij dat het passend voorkomt dat “de stafhouder confrater Y oplegt om zich door een raadsman te laten vertegenwoordigen.”, temeer daar stafhouder X aan stafhouder Z heeft meegedeeld dat mr. Y op de zitting ook zeer agressief en onbeleefd is.

Op 21.01.2013 vraagt stafhouder W aan mr. Y zijn reactie en voegt eraan toe dat hij als stafhouder wel degelijk over de bevoegdheid beschikt om een dergelijk verbod op te leggen.

Bij brief van 25.01.2013 zet mr. Y zijn zienswijze uiteen. Vooreerst merkt hij op dat stafhouder X pas sedert augustus 2012 optreedt als raadsman van mevrouw V, zodat hij van de periode 1998 – juli 2012 niets weet, met uitzondering van de geschreven stukken. Verder verwijt hij stafhouder X onconfraterneel gedrag, waarvoor hij nooit eerder klacht heeft ingediend bij de stafhouder.

Mr. Y bevestigt dat hij fier is op zijn veroordeling wegens belaging. Wat de verwijzing van stafhouder X naar het vonnis van het vredegerecht van het 1ste kanton te ... d.d. 18.09.2012 betreft, stelt mr. Y dat stafhouder X niet het hele verhaal vertelt.

Verder verwijst mr. Y naar een eerdere beslissing van stafhouder W dat eenieder zijn zaak mag verdedigen en dat mr. Y zijn zaak in dat geval zelf mocht blijven behartigen.
Nooit eerder heeft volgens mr. Y een magistraat er een probleem van gemaakt dat hij zichzelf verdedigt.

Tot slot heeft mr. Y vragen bij het optreden van stafhouder X als raadsman van mevrouw V. Hij meent dat er sprake is van belangenvermenging.

Mr. Y vraagt dat stafhouder X zich uit het dossier zou terugtrekken.


Advies

Na de uiteenzetting van de feiten verleen ik u volgend advies.

Hoewel conform artikel 6.3 EVRM iedereen het recht heeft zichzelf te verdedigen, is het een deontologisch principe dat een advocaat er zich van onthoudt zijn persoonlijke, directe of indirecte belangen in burgerlijke, disciplinaire en strafzaken te verdedigen, ook wanneer hij niet in toga verschijnt. De organen van de Orde zijn immers bevoegd om in de bepalingen van de plichtenleer verbintenissen te formuleren die eigen zijn aan de leden van de balie, zelfs zover reikend dat de uitoefening van hun individuele vrijheden worden beperkt. (E. BOYDENS, “De onafhankelijkheid van de advocaat” in X. (ed.), Deontologie. Handboek voor de advocaat-stagiair 2012-2013, Mechelen, Kluwer, 2012, nr. 73-74.)

De deontologische regel dat de advocaat niet optreedt in zijn eigen zaken is ingegeven door de onafhankelijkheid, één van de kernwaarden van het beroep van advocaat. Dit betekent dat de advocaat zonder enige beïnvloeding moet kunnen optreden.

In dit verband verwijs ik naar de omzendbrief van stafhouder H. Segers van Antwerpen d.d. 6 juni 1979 die als volgt luidt:

“Voor zover als nodig, herinner ik er dan ook aan dat de onafhankelijkheid van de advocaat ten opzichte van de hem toevertrouwde belangen tot gevolg heeft dat hij zich ervan moet onthouden voor zichzelf te pleiten, voor zijn ouders, zijn kinderen of echtgenote.
Wat andere familieleden betreft, zal iedere advocaat naar eigen inzicht oordelen of de zaak niet te persoonlijk en eventueel te passioneel geladen is om een objectieve verdediging te kunnen waarnemen en in geval van twijfel zal hij best de stafhouder raadplegen.
Overtreding van deze deontologische regel kan aanleiding geven tot disciplinaire vervolgingen.”

(eigen markering)

Volledigheidshalve merk ik op dat sommige auteurs van oordeel zijn dat de waardigheid de grondslag vormt van de regel dat de advocaat niet optreedt in zijn eigen zaken. (zie J. STEVENS, Regels en gebruiken van de advocatuur te Antwerpen, Antwerpen, Kluwer, 1997, 440, nr. 596.)

In casu treedt mr. Y op in zijn eigen zaken die zijn persoon, die van zijn ex-echtgenote en die van hun kinderen betreffen. Het spreekt voor zich dat in dergelijke persoonlijk geladen, familiale aangelegenheden het aangewezen is zich te laten bijstaan door een confrater. Deze kan in volle onafhankelijkheid en met de nodige afstand de zaak pleiten. Dit belet mr. Y niet zelf in persoon te verschijnen.

Stafhouder X klaagt het feit aan dat mr. Y niet terugdeinst agressieve en onbeleefde uitlatingen ter zitting te gebruiken. Ook in zijn conclusies (die ik evenwel niet ter beschikking heb) zou hij zich erg emotioneel uitlaten, wat hij enigszins toegeeft in zijn brief d.d. 25.01.2013 aan stafhouder W (“Meester X deelt besluiten mee. Mijns inziens mag men alles zeggen voor een rechtbank (behalve bedreigingen, majesteitsschennis, etc. ...). Ik ben en blijf fier op die veroordeling. Dit betekent op het feit dat ik ben blijven aandringen om de kinderen te zien... de moeder was daardoor gestoord. (...)”). Dergelijk gedrag kan ingaan tegen de waardigheid van het beroep en de kiesheid. Aan de hand van diverse conclusies en verklaringen zal dit moeten worden nagegaan.

Wat de opmerking van mr. Y betreft dat nooit eerder een magistraat er een probleem van heeft gemaakt dat hij zichzelf verdedigt (artikel 758 Ger. W.), staat los van de bevoegdheid van de stafhouder om een advocaat te verbieden in een bepaalde zaak te pleiten, op grond dat deze daardoor de beginselen van waardigheid en kiesheid van zijn beroep in het gedrang zou brengen (zie Cass. 31 januari 1980, Arr.Cass. 1979-80, 639; Bull. 1980, 619; JT 1980, 280; Pas. 1980, I, 619.).

Besluitend meen ik dan ook dat de onafhankelijkheid en de waardigheid vereisen dat mr. Y zich in zijn persoonlijke zaken laat bijstaan door een confrater.

Bovendien komt het u toe – aan de hand van de conclusies en /of de verklaringen, om te oordelen of er in casu gronden zijn om mr. Y in tucht te vervolgen wegens onwaardig gedrag lastens de rechtbank, stafhouder X en/of derden.

Hoewel het niet uw vraag is, merk ik tot slot op dat ik mij bij gebreke aan concrete informatie niet kan uitspreken over de vraag van mr. Y dat stafhouder X zich uit het dossier zou terugtrekken. Tevens zal hierover slechts kunnen geadviseerd worden voor zover stafhouder X en zijn stafhouder hun standpunt hebben gegeven.

Edward Janssens
Bestuurder departement deontologie

Ook interessant

Advies 719

Meer lezen

Advies 720

Meer lezen

Gerelateerd nieuws

Deze berichten verschenen recent:
Deontologie

Inzicht in nationale risicoanalyse witwaspreventie

De Cel voor Financiële Informatieverwerking (CFI) heeft de nationale risicoanalyse over witwassen van geld, financiering van terrorisme en de proliferatie van massavernietigingswapens samengevat voor alle entiteiten die onder de witwaspreventiewet vallen. Deze samenvatting is daarom ook van belang voor advocaten. Ze biedt u een goed inzicht in de actuele risico’s, waardoor u uw eigen risicoanalyses daarop kunt afstemmen.

Meer lezen
Deontologie Podcast

Podcast Ten Gronde: F*Q deontologie

In een boeiende aflevering van de podcast Ten Gronde, gemodereerd door bestuurder Jan Meerts, wordt de deontologie kritisch in vraag gesteld, met een focus op de veranderende landschappen van ethiek en praktijk. Mr. Eva Raepsaet, stafhouder Luk Delbrouck en vice-stafhouder Frank Judo betreden de arena om te debatteren over de ethiek en de grenzen van het beroep.

Deze podcast biedt een unieke kans om diepgaand inzicht te krijgen in de ethiek en de moderne ontwikkelingen van het beroep. Luister alsof u er zelf bij was!

Meer lezen
Deontologie Rechten van de mens

Het Federaal Instituut voor de Rechten van de Mens: een steun voor klokkenluiders

Recente wetten versterken de bescherming van klokkenluiders in Belgische privébedrijven en de federale publieke sector. Deze wetten, voortkomend uit een Europese richtlijn, bieden niet alleen bescherming maar ook diverse vormen van ondersteuning via het onafhankelijke Federaal Instituut voor de Rechten van de Mens (FIRM). Advocaten en advocatenkantoren die geïnteresseerd zijn in de verdediging van klokkenluiders worden opgeroepen om zich bij het FIRM te melden.

Meer lezen
Deontologie Fiscaal recht

Nieuwjaarsgeschenk van het Grondwettelijk Hof

Het Grondwettelijk Hof heeft op 11 januari 2024 opnieuw het beroepsgeheim van de advocaat beschermd in een bevestiging van zijn eerdere DAC6-rechtspraak. Ditmaal handelen de arresten over de omzettingsregelgeving op federaal niveau en op het niveau van de Franstalige Gemeenschap, het Waalse Gewest en het Brussels Hoofdstedelijk Gewest.

Meer lezen
Deontologie

Individueel e-mailadres voortaan verplicht

Advocaten moeten vanaf nu bereikbaar zijn via een (individueel) e-mailadres. Dat besliste onze algemene vergadering.

Meer lezen
Deontologie

OVB waarschuwt voor platform 'starofservice.be'

Het platform “starofservice.be” beweert via het internet vragers en aanbieders van ‘diensten’ met elkaar in contact te brengen. Er is ernstige twijfel over het bonafide karakter ervan, zodat de OVB elke samenwerking afraadt. Samenwerking kan bovendien zware deontologische inbreuken opleveren.

Meer lezen
Tucht

Onrechtmatig verzet niet langer mogelijk in procedures zoals in tucht

Onze algemene vergadering keurde op 8 februari 2023 een wijzigingsreglement goed dat voortaan (onder meer) de mogelijkheid biedt aan de raad van de Orde om verzet in procedures zoals in tucht ongedaan te verklaren. Dat reglement trad recent in werking.

Meer lezen
Deontologie Fiscaal recht

Het Grondwettelijke Hof verdedigt opnieuw ons beroepsgeheim bij DAC6

Het Grondwettelijke Hof heeft vandaag opnieuw uitspraak gedaan met betrekking tot een Vlaams decreet dat de administratieve samenwerking op het gebied van belastingen regelt. Het Hof respecteert opnieuw het beroepsgeheim van ons beroep.

Meer lezen
Deontologie Witwaspreventie

OVB waarschuwt voor opleiding witwaspreventie door SwiftSkills

We vernamen dat SwiftSkills, een e-learning platform, advocaten via een misleidend e-mailbericht aanspoort om deel te nemen aan een opleiding over hun verplichtingen onder de wet van 18 september 2017 ‘tot voorkoming van het witwassen van geld en de financiering van terrorisme en tot beperking van het gebruik van contanten’ (WPW).

Meer lezen