Voorzitter op vrijdag: "Inzetten op educatieve communicatie, digitalisering en alternatieve geschillenoplossing, daarin valt nog bijzonder veel te winnen"
Deontologie-advies Advies 452
Het is onmogelijk voor een OCMW-voorzitter of lid van de OCMW-raad, burgemeester of schepen op te treden als advocaat-schuldbemiddelaar van een inwoner van de stad of gemeente waarvan de schuldbemiddelaar voorzitter, lid van de OCMW-raad, burgemeester of schepen is - voor “gewone” gemeenteraadsleden geldt deze onmogelijkheid om op te treden wellicht minder, tenzij zij zich in een positie bevinden waarin zij invloed kunnen uitoefenen op het dossier.
Dominique Dombret
![Dominique Dombret](/files_filesystem/files/Fotos/Mensen/Medewerkers/_75x75_crop_center-center_none/Dominique-Dombret_2023-10-12-113552_szsd.jpg)
Merve Köse
![Merve Köse](/files_filesystem/files/Fotos/Mensen/Medewerkers/_75x75_crop_center-center_none/OVB_Portretten-oktober_19_low.jpg)
Vraag
Vanaf 1 januari worden de nieuwe burgemeesters, schepencolleges, gemeenteraden en OCMW-raden geïnstalleerd.
Heel wat advocaten hebben een politiek mandaat.
Ik stel mij de vraag in welke mate deze mandaten verenigbaar zijn met de aanstelling als schuldbemiddelaar. Dit zeker wanneer men wordt aangesteld als schuldbemiddelaar van een rechtzoekende die woont in de gemeente waarin men enig politiek mandaat uitoefent.
Bestaan hierover afspraken?
In het verleden werden binnen onze balie eerder aan een burgemeester en schepenen het verbod opgelegd om op te treden als schuldbemiddelaar voor inwoners van de eigen gemeente. Er werd toelating verleend om op te treden als schuldbemiddelaar van rechtzoekenden van andere steden en gemeenten.
Kan u mij hierover informeren?
Advies
Concrete afspraken bestaan hierover niet.
De schuldbemiddelaar is de spilfiguur in de collectieve schuldenregeling wiens inbreng de kans op succes rechtstreeks van de schuldbemiddeling beïnvloedt. Als schuldbemiddelaar moet hij ervoor zorgen dat de doelstelling van de collectieve schuldregeling wordt bereikt, nl. het herstellen van de financiële situatie van de schuldenaar door enerzijds hem in staat te stellen zoveel mogelijk van zijn schulden terug te betalen en tegelijkertijd ervoor te zorgen dat de schuldenaar en zijn gezin een menswaardig bestaan kunnen leiden. (Gent 6 mei 2008, NJW 2009, 905, noot aan A. VANDERHAEGHEN)
De wetgever geeft aan dat de schuldbemiddelaar onafhankelijk en onpartijdig moet zijn tegenover de betrokken partijen.
De beslagrechter van Luik oordeelde aldus dat het OCMW, zelf werkgever van de verzoeker, niet voldeed aan de vereisten van onafhankelijkheid en onpartijdigheid zoals bepaald in artikel 1675 Ger. W.
Bovendien dient een schuldbemiddelaar, zoals een advocaat, elke vorm van tegenstrijdige belangen te vermijden. Dit houdt in dat elke belangenvermenging dient vermeden te worden. Indien de schuldbemiddelaar in zijn hoedanigheid van openbaar ambtenaar een mogelijke invloed kan hebben bij beslissingen die het beheer van het vermogen van de schuldbemiddeling kunnen treffen, kan hij mijns inziens niet worden aangesteld.
Het komt mij dan ook voor dat het niet mogelijk is voor een advocaat die voorzitter is van een OCMW of lid van de OCMW-raad, op te treden als schuldbemiddelaar.
Dezelfde redenering kan wellicht ook gelden voor de burgemeester en schepenen. De regel is de onafhankelijkheid. Deze onafhankelijkheid wordt gemist indien de schuldbemiddelaar vanuit zijn positie van openbaar ambtenaar enig invloed kan hebben op zaken of aangelegenheden die specifiek het dossier van een schuldbemiddeling kunnen treffen. Het komt mij derhalve voor dat het onmogelijk is voor een OCMW-voorzitter of lid van de OCMW-raad, burgemeester of schepen op te treden als schuldbemiddelaar van een inwoner van de stad of gemeente waarvan de schuldbemiddelaar voorzitter, lid van de OCMW-raad, burgemeester of schepen is.
In een andere situatie oordeelde de Tuchtraad van Gent dat het weinig kies is om als advocaat op te treden in een betwisting, waarbij –weze het zijdelings – stedenbouwkundige vergunningen (verleend door het College van Burgemeester en Schepenen waarvan diezelfde advocaat deel uitmaakte) ter discussie staan. Vooral omdat de advocaat schepen van ruimtelijke ordening is en dus als schepen rechtstreeks betrokken is bij het verlenen van een stedenbouwkundige vergunning, is het in strijd met de regels van kiesheid om naderhand – zelfs wanneer de stedenbouwkundige vergunning definitief is verleend door het College – op te treden in geschillen waarbij deze stedenbouwkundige vergunning, zelfs maar zijdelings, betrokken is. (Tuchtraad Gent, 14 maart 2012, onuitgegeven.).
Voor “gewone” gemeenteraadsleden geldt deze onmogelijkheid om op te treden mijns inziens minder tenzij zij zich in een positie bevinden (bijvoorbeeld betrokken in een bestuur van het OCMW) waarin zij invloed kunnen uitoefenen op het dossier. Ik besef wel dat gemeenteraadsleden die tot de meerderheid behoren –via hun partijgenoten – specifieke zaken zouden kunnen (laten) regelen, maar zolang dat hier geen concrete aanwijzingen bestaan, meen ik dat de onmogelijkheid om op te treden hier niet kan uitgebreid worden.
Edward Janssens
Bestuurder departement deontologie