Ga verder naar de inhoud

Deontologie-advies Advies 451

Een Belgisch advocatenkantoor wil een netwerk aangaan met een Nederlands advocatenkantoor – voorlegging van de ontwerpovereenkomst aan de stafhouder:
- de vermelding op het briefpapier van de respectieve kantoren “i.s.m. advocatenkantoor X” (Belgisch kantoor) enerzijds en anderzijds “i.s.m. Y” (Nederlands kantoor) wekt niet de indruk dat de advocatenkantoren een associatie of groepering vormen;
- de doorverwijzing is preferentieel zodat er absoluut geen sprake is van exclusiviteit.

Dominique Dombret

Jurist deontologie
Dominique Dombret

Merve Köse

Jurist deontologie
Merve Köse

Deel dit artikel

Vraag

U legt mij een ontwerpovereenkomst voor die een confrater van uw balie wil tekenen met een Nederlands advocatenkantoor.

Advies

Bij de lezing van het contract blijkt dat partijen de bedoeling hebben een netwerk aan te gaan. Een netwerk is één van de vormen van samenwerkingsverband zoals voorzien in het reglement van 8 november 2006 op de samenwerkingsverbanden tussen advocaten en eenpersoonsvennootschappen van advocaten. Het netwerk wordt er gedefinieerd als “een samenwerkingsverband waarvan de leden onafhankelijk van elkaar het beroep van advocaat uitoefenen, doch waarbij de leden bij hun cliënteel de andere leden van het netwerk aanbevelen”.

De overeenkomst voorziet niet in het delen van winsten of verliezen of inbreng van een beroepsbeoefening. Evenmin wordt een wijze van kostendeling bij de organisatie van de gemeenschappelijke diensten voorzien in de overeenkomst. Derhalve dient de voorgenomen samenwerking gecatalogeerd te worden als een netwerk in de zin van het voormeld reglement.

Gemakshalve herneem ik het artikel van de voorgenomen overeenkomst:

“1.
Partijen komen overeen, onder opschortende voorwaarde van akkoord van de Orde van Advocaten te ..., tot het aanbrengen van een vermelding op hun respectievelijke briefhoofding, publiciteitsbrochures en website dat zij gebruikelijk samenwerken bij grensoverschrijdende geschillen.

Op het briefhoofd van de kantoren zal respectievelijk vermeld worden: “i.s.m. advocatenkantoor X” (Belgisch kantoor) enerzijds en anderzijds “i.s.m. Y” (Nederlands kantoor).”

Het voornoemd reglement van 8 november 2006 bepaalt dat indien leden van het netwerk hun deelname aan het netwerk op hun briefpapier vermelden, dergelijke vermelding steeds zo zal gebeuren dat bij het publiek niet de indruk wordt gewekt dat de advocaat binnen een associatie of groepering werkzaam is.

Het komt mij voor dat de loutere vermelding “i.s.m. ...” niet de indruk wekt dat de advocatenkantoren een associatie of groepering vormen. De indruk dat partijen een associatie of groepering hebben aangegaan zou kunnen gewekt worden door de wijze van voorstelling op het briefpapier doch hiervan kan ik mij niet uitspreken bij gebreke aan ontwerp van briefpapier.

Ik ga er evenwel vanuit dat de melding “i.s.m. ...” geen verwarring zal teweegbrengen.

Wel stel ik vast dat mr. X melding maakt dat hij zowel in A als in B een vestiging heeft. Hij zal dus tevens het akkoord moeten vragen van de stafhouder van B overeenkomstig artikel 5.1 van het reglement van 8 november 2006 betreffende samenwerkingsverbanden tussen advocaten en betreffende de eenpersoonsvennootschappen van advocaten.

“2.
Publiciteit waarin melding wordt gemaakt van een verwijzing naar de contractspartner zal voorafgaandelijk worden voorgelegd ter goedkeuring aan de andere partij. Indien de andere partij bezwaar maakt, zal de vermelding van de samenwerking of verwijzing naar de overige partij niet worden opgenomen.”

Een advocaat mag publiciteit voeren of laten voeren voor zover dit niet in strijd is met enige wettelijke bepaling en/of reglement waaronder het reglement van 4 juni 2003 inzake publiciteit. Een advocaat valt onder de wet van 2 augustus 2002 betreffende de misleidende en vergelijkende reclame, de onrechtmatige bedingen en de op afstand gesloten overeenkomsten inzake de vrije beroepen.

Deze wet zal bij het voeren van publiciteit eveneens in aanmerking worden genomen door de advocatenkantoren.

Het voorgenomen artikel 2 van de overeenkomst van samenwerking is mijns inziens volledig aanvaardbaar.

“3.
Partijen zetten hun jarenlange de facto bestaande samenwerking houdende preferentiële doorverwijzing van cliënten naar elkaar m.b.t. grensoverschrijdende adviesverlening en/of procedurevoering voor onbepaalde tijd verder.”

De doorverwijzing is preferentieel zodat er absoluut geen sprake is van exclusiviteit. Met het voorgenomen artikel 3 heb ik geen probleem.

“4.
Elk der partijen kan onderhavige overeenkomst beëindigen mits respectering van een opzegtermijn van drie maanden.”

Ook dit artikel maakt mijns inziens geen probleem uit.

“5.
In geval van betwisting komen partijen overeen het geschil voor te leggen aan respectievelijk de stafhouder van de Orde van Advocaten te X en de deken van de Orde van Advocaten te Y.”

De overeenkomst dient mijns inziens ook voorgelegd te worden aan de stafhouder van B conform het reglement van 8 november 2006.

Evenwel kan ik aannemen dat in geval van betwisting partijen overeenkomen dat het geschil wordt voorgelegd aan slechts één stafhouder en een deken.

Edward Janssens
Bestuurder departement deontologie

Ook interessant

Gerelateerd nieuws

Deze berichten verschenen recent:
Deontologie

Inzicht in nationale risicoanalyse witwaspreventie

De Cel voor Financiële Informatieverwerking (CFI) heeft de nationale risicoanalyse over witwassen van geld, financiering van terrorisme en de proliferatie van massavernietigingswapens samengevat voor alle entiteiten die onder de witwaspreventiewet vallen. Deze samenvatting is daarom ook van belang voor advocaten. Ze biedt u een goed inzicht in de actuele risico’s, waardoor u uw eigen risicoanalyses daarop kunt afstemmen.

Meer lezen
Deontologie Podcast

Podcast Ten Gronde: F*Q deontologie

In een boeiende aflevering van de podcast Ten Gronde, gemodereerd door bestuurder Jan Meerts, wordt de deontologie kritisch in vraag gesteld, met een focus op de veranderende landschappen van ethiek en praktijk. Mr. Eva Raepsaet, stafhouder Luk Delbrouck en vice-stafhouder Frank Judo betreden de arena om te debatteren over de ethiek en de grenzen van het beroep.

Deze podcast biedt een unieke kans om diepgaand inzicht te krijgen in de ethiek en de moderne ontwikkelingen van het beroep. Luister alsof u er zelf bij was!

Meer lezen
Deontologie Rechten van de mens

Het Federaal Instituut voor de Rechten van de Mens: een steun voor klokkenluiders

Recente wetten versterken de bescherming van klokkenluiders in Belgische privébedrijven en de federale publieke sector. Deze wetten, voortkomend uit een Europese richtlijn, bieden niet alleen bescherming maar ook diverse vormen van ondersteuning via het onafhankelijke Federaal Instituut voor de Rechten van de Mens (FIRM). Advocaten en advocatenkantoren die geïnteresseerd zijn in de verdediging van klokkenluiders worden opgeroepen om zich bij het FIRM te melden.

Meer lezen
Deontologie Fiscaal recht

Nieuwjaarsgeschenk van het Grondwettelijk Hof

Het Grondwettelijk Hof heeft op 11 januari 2024 opnieuw het beroepsgeheim van de advocaat beschermd in een bevestiging van zijn eerdere DAC6-rechtspraak. Ditmaal handelen de arresten over de omzettingsregelgeving op federaal niveau en op het niveau van de Franstalige Gemeenschap, het Waalse Gewest en het Brussels Hoofdstedelijk Gewest.

Meer lezen
Deontologie

Individueel e-mailadres voortaan verplicht

Advocaten moeten vanaf nu bereikbaar zijn via een (individueel) e-mailadres. Dat besliste onze algemene vergadering.

Meer lezen
Deontologie

OVB waarschuwt voor platform 'starofservice.be'

Het platform “starofservice.be” beweert via het internet vragers en aanbieders van ‘diensten’ met elkaar in contact te brengen. Er is ernstige twijfel over het bonafide karakter ervan, zodat de OVB elke samenwerking afraadt. Samenwerking kan bovendien zware deontologische inbreuken opleveren.

Meer lezen
Tucht

Onrechtmatig verzet niet langer mogelijk in procedures zoals in tucht

Onze algemene vergadering keurde op 8 februari 2023 een wijzigingsreglement goed dat voortaan (onder meer) de mogelijkheid biedt aan de raad van de Orde om verzet in procedures zoals in tucht ongedaan te verklaren. Dat reglement trad recent in werking.

Meer lezen
Deontologie Fiscaal recht

Het Grondwettelijke Hof verdedigt opnieuw ons beroepsgeheim bij DAC6

Het Grondwettelijke Hof heeft vandaag opnieuw uitspraak gedaan met betrekking tot een Vlaams decreet dat de administratieve samenwerking op het gebied van belastingen regelt. Het Hof respecteert opnieuw het beroepsgeheim van ons beroep.

Meer lezen
Deontologie Witwaspreventie

OVB waarschuwt voor opleiding witwaspreventie door SwiftSkills

We vernamen dat SwiftSkills, een e-learning platform, advocaten via een misleidend e-mailbericht aanspoort om deel te nemen aan een opleiding over hun verplichtingen onder de wet van 18 september 2017 ‘tot voorkoming van het witwassen van geld en de financiering van terrorisme en tot beperking van het gebruik van contanten’ (WPW).

Meer lezen