Ga verder naar de inhoud

Deontologie-advies Advies 448

Artikel 2.4, 4° van het reglement betreffende het overleggen van briefwisseling tussen advocaten bepaalt dat elke mededeling, zelfs vertrouwelijk gedaan uit naam van een partij, wanneer ze bepaalde voorstellen behelst die onvoorwaardelijk uit naam van de andere partij worden aangenomen, officieel is - door de mededeling ‘ik kan u hierbij bevestigen dat ik akkoord ga met uw afrekening van …’ antwoordde de advocaat in zijn persoonlijke naam en niet namens zijn cliënt – vertrouwelijke brief



Dominique Dombret

Jurist deontologie
Dominique Dombret

Merve Köse

Jurist deontologie
Merve Köse

Deel dit artikel

Vraag

Mr. X liet via het batonnaat van A weten dat “gelet op het feit dat [het] voorstel vertrouwelijk gedaan via brief d.d. 2 augustus 2010, voorbehoudloos was aanvaard,” hij dit als niet-vertrouwelijk beschouwt.

De stafhouder van B schrijft hierover het volgende:

“Op 2 augustus 2010 wordt een afrekening door mr. X overgemaakt aan confrater Y.

Op 31 augustus 2010 maakt confrater Y naar aanleiding van deze afrekening uitdrukkelijk voorbehoud.

Op 19 oktober 2010 – ofschoon confrater X kennis had van het schrijven van confrater Y van 31 augustus 2010 - vraagt hij opnieuw het akkoord. Op 21 oktober 2010 deelt mr. Y mee dat hij akkoord gaat met de afrekening. Op 22 oktober maakte confrater X een nieuwe afrekening over. Op 29 oktober 2010 deelt confrater Y het misverstand mede. Op 9 november 2010 schrijft confrater X dat het voorstel werd aanvaard bij brief van 21 oktober 2010.

Bij onderzoek van de stukken meen ik niet dat de kwestieuze afrekening voldoet aan artikel 5, de uitzondering die stelt:

“elk voorstel, zelfs vertrouwelijk gedaan uit naam van een partij dat uit naam van een andere partij onvoorwaardelijk wordt aangenomen”.

Vooreerst meen ik dat het schrijven van 2 augustus 2010 niet als een voorstel dient te worden aanzien in de zin van artikel 2.4 van het reglement van de Nationale Orde. Het betreft gewoon een afrekening en nergens wordt er melding gemaakt van een onvoorwaardelijk voorstel.

Bovendien dient er op gewezen te worden dat mr. X het schrijven van 31 augustus 2010 heeft ontvangen, waaruit duidelijk blijkt dat confrater Y uitdrukkelijk stelt dat de derving wel degelijk dient te worden becijferd zoals hij het heeft gedaan.”

De vice-stafhouder van B besluit dat de briefwisseling niet voldoet aan de uitzondering bepaald in artikel 2.4 van het reglement van de Nationale Orde en dus vertrouwelijk blijft.

De stafhouder van C meent dat de brief van mr. X d.d. 2 augustus 2010, hernomen in een mailbericht van 22 oktober 2010, een formeel aanbod tot transactie bevatte. Dit wordt door mr. Y op 21 oktober 2010 zonder enig voorbehoud aanvaard waardoor deze brieven automatisch een officieel karakter krijgen. De stafhouder van A deelt het standpunt van de stafhouder van C.


Advies

Ik verleen derhalve volgende beslissing:

In zijn brief van 2 augustus 2010 bezorgt mr. X een afrekening. Hierbij stelt hij onder meer dat bij nazicht van het dossier evenwel blijkt dat het voertuig niet buiten gebruik was en niet diende afgesleept te worden. Op 31 augustus 2010 laat mr. Y weten dat het voertuig niet kan gebruikt worden omwille van het feit dat de laadklep achteraan niet kan worden geopend. Dit houdt een protest in van de brief van 2 augustus 2010.

De brieven van 2 augustus 2010 en 31 augustus 2010 zijn dus op dat ogenblik nog vertrouwelijk.

Op 19 oktober 2010 laat mr. X weten dat hij op de derdenrekening van mr. Y een bedrag van 837,50 euro heeft overgeschreven. Hij vraagt tevens of mr. Y akkoord kan gaan met de afrekening overgemaakt bij brief van 2 augustus 2010, uiteraard onder aftrok van een bedrag van 837,50 euro.

Op 21 oktober 2010 laat mr. Y weten dat hij akkoord gaat met de afrekening: “ik dank u vriendelijk voor uw e-mailbericht van 19 oktober 2010 en kan u hierbij bevestigen dat ik akkoord ga met uw afrekening van 2 augustus 2010. Zorgt u voor doorstorting van het saldo?”

Artikel 2.4 van het reglement van 6 juni 1970, 6 maart 1980, 8 mei 1980 en 22 april 1986 betreffende het overleggen van briefwisseling tussen advocaten luidt als volgt onder 4°:

“elke mededeling, zelfs vertrouwelijk gedaan uit naam van een partij, wanneer ze bepaalde voorstellen behelst die onvoorwaardelijk uit naam van de andere partij worden aangenomen.”

In casu antwoordde mr. Y in zijn persoonlijke naam en niet namens zijn cliënt. De brief van 21 oktober 2010 had de brieven van 2 augustus, 19 oktober en uiteraard die van 21 oktober officieel gemaakt indien mr. Y had geschreven dat hij namens zijn cliënt had geantwoord.

Het komt mij dan ook voor dat de brieven een vertrouwelijk karakter hebben.

“Het voorstel moet niet schriftelijk maar wel ondubbelzinnig en onvoorwaardelijk aanvaard zijn namens de wederpartij zelf. Antwoordt de raadsman van de wederpartij ten persoonlijke titel of onder voorwaarden, dan blijft de briefwisseling vertrouwelijk. “(LINDEMANS, D., Briefwisseling tussen advocaten, Orde van Advocaten te Antwerpen/Vlaamse Conferentie bij de balie Antwerpen, Antilope, 2003, 20.)

Mijn besluit luidt dan ook als volgt:

De brieven van 2 augustus 2010, 31 augustus 2010, 19 oktober 2010 en 21 oktober 2010 hebben een vertrouwelijk karakter en kunnen niet in rechte worden aangewend.

Edward Janssens
Bestuurder departement deontologie

Ook interessant

Advies 251

Meer lezen

Advies 622

Meer lezen

Gerelateerd nieuws

Deze berichten verschenen recent:
Deontologie

Inzicht in nationale risicoanalyse witwaspreventie

De Cel voor Financiële Informatieverwerking (CFI) heeft de nationale risicoanalyse over witwassen van geld, financiering van terrorisme en de proliferatie van massavernietigingswapens samengevat voor alle entiteiten die onder de witwaspreventiewet vallen. Deze samenvatting is daarom ook van belang voor advocaten. Ze biedt u een goed inzicht in de actuele risico’s, waardoor u uw eigen risicoanalyses daarop kunt afstemmen.

Meer lezen
Deontologie Podcast

Podcast Ten Gronde: F*Q deontologie

In een boeiende aflevering van de podcast Ten Gronde, gemodereerd door bestuurder Jan Meerts, wordt de deontologie kritisch in vraag gesteld, met een focus op de veranderende landschappen van ethiek en praktijk. Mr. Eva Raepsaet, stafhouder Luk Delbrouck en vice-stafhouder Frank Judo betreden de arena om te debatteren over de ethiek en de grenzen van het beroep.

Deze podcast biedt een unieke kans om diepgaand inzicht te krijgen in de ethiek en de moderne ontwikkelingen van het beroep. Luister alsof u er zelf bij was!

Meer lezen
Deontologie Rechten van de mens

Het Federaal Instituut voor de Rechten van de Mens: een steun voor klokkenluiders

Recente wetten versterken de bescherming van klokkenluiders in Belgische privébedrijven en de federale publieke sector. Deze wetten, voortkomend uit een Europese richtlijn, bieden niet alleen bescherming maar ook diverse vormen van ondersteuning via het onafhankelijke Federaal Instituut voor de Rechten van de Mens (FIRM). Advocaten en advocatenkantoren die geïnteresseerd zijn in de verdediging van klokkenluiders worden opgeroepen om zich bij het FIRM te melden.

Meer lezen
Deontologie Fiscaal recht

Nieuwjaarsgeschenk van het Grondwettelijk Hof

Het Grondwettelijk Hof heeft op 11 januari 2024 opnieuw het beroepsgeheim van de advocaat beschermd in een bevestiging van zijn eerdere DAC6-rechtspraak. Ditmaal handelen de arresten over de omzettingsregelgeving op federaal niveau en op het niveau van de Franstalige Gemeenschap, het Waalse Gewest en het Brussels Hoofdstedelijk Gewest.

Meer lezen
Deontologie

Individueel e-mailadres voortaan verplicht

Advocaten moeten vanaf nu bereikbaar zijn via een (individueel) e-mailadres. Dat besliste onze algemene vergadering.

Meer lezen
Deontologie

OVB waarschuwt voor platform 'starofservice.be'

Het platform “starofservice.be” beweert via het internet vragers en aanbieders van ‘diensten’ met elkaar in contact te brengen. Er is ernstige twijfel over het bonafide karakter ervan, zodat de OVB elke samenwerking afraadt. Samenwerking kan bovendien zware deontologische inbreuken opleveren.

Meer lezen
Tucht

Onrechtmatig verzet niet langer mogelijk in procedures zoals in tucht

Onze algemene vergadering keurde op 8 februari 2023 een wijzigingsreglement goed dat voortaan (onder meer) de mogelijkheid biedt aan de raad van de Orde om verzet in procedures zoals in tucht ongedaan te verklaren. Dat reglement trad recent in werking.

Meer lezen
Deontologie Fiscaal recht

Het Grondwettelijke Hof verdedigt opnieuw ons beroepsgeheim bij DAC6

Het Grondwettelijke Hof heeft vandaag opnieuw uitspraak gedaan met betrekking tot een Vlaams decreet dat de administratieve samenwerking op het gebied van belastingen regelt. Het Hof respecteert opnieuw het beroepsgeheim van ons beroep.

Meer lezen
Deontologie Witwaspreventie

OVB waarschuwt voor opleiding witwaspreventie door SwiftSkills

We vernamen dat SwiftSkills, een e-learning platform, advocaten via een misleidend e-mailbericht aanspoort om deel te nemen aan een opleiding over hun verplichtingen onder de wet van 18 september 2017 ‘tot voorkoming van het witwassen van geld en de financiering van terrorisme en tot beperking van het gebruik van contanten’ (WPW).

Meer lezen