Voorzitter op vrijdag: "Inzetten op educatieve communicatie, digitalisering en alternatieve geschillenoplossing, daarin valt nog bijzonder veel te winnen"
Deontologie-advies Advies 445
Door het e-mailadres van een gewezen stagiair te vermelden op de website wordt de indruk gewekt dat hij nog tot het kantoor van de eigenaar van de website behoort. Zodoende misleidt het advocatenkantoor de (mogelijke) cliënt in de zin van de wet van 2 augustus 2002 betreffende de misleidende en vergelijkende reclame, de onrechtmatige bedingen en de op afstand gesloten overeenkomsten inzake de vrije beroepen - het blijven vermelden van gegevens / een e-mailadres van een gewezen stagiair kan een inbreuk uitmaken op de rechtschapenheid en de kiesheid - elke verwijzing naar een naam van een vroegere kantoorgenoot is volgens artikel 2.15 van het reglement van 8 november 2006 betreffende de samenwerkingsverbanden tussen advocaten en betreffende de eenpersoonsvennootschappen van advocaten, niet gepast onder meer wanneer hij het beroep in een ander kantoor verder blijft uitoefenen.
Dominique Dombret
Merve Köse
Vraag
U stelde volgende vraag:
Is het mogelijk dat een advocatenkantoor nog het e-mailadres (passief) gebruikt van een gewezen stagiair?
Advies
Ik verleen u mijn advies.
Ik veronderstel dat het passieve gebruik van het e-mailadres van de advocaat-stagiair geschiedt door dit adres op de website te gebruiken.
In dit geval valt de communicatie alleszins onder de wet van 2 augustus 2002 betreffende de misleidende en vergelijkende reclame, de onrechtmatige bedingen en de op afstand gesloten overeenkomsten inzake de vrije beroepen.
Deze wet bepaalt dat elke vorm van misleidende reclame verboden is. Ook de mogelijkheid tot misleiding wordt geviseerd. Een website van een advocatenkantoor valt onder de definitie van reclame in de zin van vermelde wet. Gemakkelijkheidshalve herneem ik hier de definitie van reclame zoals geformuleerd in de wet:
reclame: iedere vorm van mededeling bij de uitoefening van een vrij beroep die rechtstreeks of onrechtstreeks tot doel heeft de afzet van goederen of diensten te bevorderen, met inbegrip van onroerende goederen, van rechten en verplichtingen en met uitsluiting van de door de wet voorgeschreven mededelingen
Om uit te maken of reclame misleidend is worden alle gegevens ervan in aanmerking genomen en o.a.:
(...) de hoedanigheid,, kwalificaties en rechten van de adverteerder, zoals zijn identiteit en zijn vermogen, zijn bekwaamheden en zijn industriële, commerciële of intellectuele eigendomsrechten of zijn bekroningen en onderscheidingen (....)
Door het e-mailadres van een gewezen stagiair te vermelden wordt de indruk geschapen dat deze nog tot het kantoor van de eigenaar van de website behoort. Zodoende misleidt het advocatenkantoor de (mogelijke) cliënt.
De definitie van reclame is ruim. Het betreft “iedere vorm van mededeling bij de uitoefening van een vrij beroep die tot doel heeft rechtstreeks of onrechtstreeks de afzet van diensten te bevorderen”. Derhalve zal de vermelding van een e-mailadres van een gewezen stagiair op briefpapier of op andere documenten van het advocatenkantoor als een vorm van reclame kunnen beschouwd worden in de zin van de wet van 2 augustus 2002 betreffende de misleidende en vergelijkende reclame, de onrechtmatige bedingen en de op afstand gesloten overeenkomst inzake vrije beroepen. Ik kan mij ook geen andere bedoeling indenken die de vermelding van het e -mailadres van een gewezen stagiair kan rechtvaardigen.
Ik benadruk nogmaals dat elke mogelijkheid tot misleiding door de advocaat moet vermeden worden. Derhalve deel ik uw mening dat de verdere verwijzing naar het e-mailadres als verwarrend kan geïnterpreteerd worden.
Bovendien komt het mij voor dat het blijven vermelden van gegevens / een e-mailadres van een gewezen stagiair een inbreuk kan uitmaken op de rechtschapenheid en de kiesheid. De stagiair – zelfs indien hij niet meer tot de balie zou behoren – kan (mogelijkerwijs) belang hebben dat zijn naam niet meer verbonden is aan het kantoor waartoe hij niet meer behoort.
Ten slotte vermeldt artikel 2.15 van het reglement van 8 november 2006 betreffende de samenwerkingsverbanden tussen advocaten en betreffende de eenpersoonsvennootschappen van advocaten dat:
Indien een Samenwerkingsverband in zijn naam of logo de naam van een lid van dat Samenwerkingsverband voert, zullen het Samenwerkingsverband en zijn leden er onverwijld voor zorgen dat de naam van dat lid uit de naam en het logo van dat Samenwerkingsverband wordt geschrapt en dat de Documenten van het Samenwerkingsverband in die zin worden aangepast indien
a) de betrokken advocaat uittreedt om buiten het Samenwerkingsverband het beroep uit te oefenen;
b) de betrokken advocaat bij definitieve tuchtbeslissing werd geschrapt;
c) de betrokken advocaat van een Samenwerkingsverband wordt uitgesloten;
d) de betrokken advocaat het beroep niet meer uitoefent en geen akkoord met hem of met zijn rechtsopvolgers over het verder gebruik van zijn naam door het Samenwerkingsverband werd gesloten;
e) de betrokken advocaat wordt weggelaten om een beroep uit te oefenen dat onverenigbaar is met dat van advocaat zoals bedoelt in artikel 437 van het Gerechtelijk Wetboek.
Documenten zijn voor de toepassing van het reglement betreffende de samenwerkingsverbanden tussen advocaten alle mogelijke stukken waarmee een Samenwerkingsverband naar buiten treedt ongeacht de drager van de stukken en de middelen waarmee de stukken worden verspreid. Ik weet niet of er in casu gesproken wordt van een samenwerkingsverband en wellicht niet met de gewezen advocaat doch deze tekst wijst erop dat elke verwijzing naar een naam van een vroegere kantoorgenoot niet gepast is onder meer wanneer hij het beroep in een ander kantoor verder blijft uitoefenen.
Ik deel dan ook uw mening dat de verwijzing naar het e-mailadres van de gewezen stagiair niet gepast is.
Edward Janssens
Bestuurder departement deontologie