Voorzitter op vrijdag: "Inzetten op educatieve communicatie, digitalisering en alternatieve geschillenoplossing, daarin valt nog bijzonder veel te winnen"
Deontologie-advies Advies 434
De briefwisseling evenals de gesprekken tussen advocaten en de stafhouder zijn vertrouwelijk. Behoudens andersluidende beslissing van de stafhouder mag er jegens de rechtsmachten noch jegens derden gewag van gemaakt worden - de niet-uitvoering door de stafhouder van een bevel tot overlegging van stukken om reden dat het bevel slaat op vertrouwelijke briefwisseling tussen advocaten of tussen een advocaat en zijn stafhouder heeft een wettige reden in de zin van artikel 882 Ger. W. en geeft evenmin aanleiding tot een gedwongen uitvoering - het beroepsgeheim is een waarborg voor de cliënt dat hij aan de advocaat in vertrouwen alle informatie kan geven die kan bijdragen tot de uitoefening van zijn rechten van verdediging. Zo verleent het beroepsgeheim aan een advocaat toegang tot een zo goed mogelijke rechtsbijstand bij de uitoefening van de rechten van de verdediging van de cliënt. Daardoor wordt de toegang tot de rechter bevorderd en neemt de waarborg op een eerlijk proces toe.
Dominique Dombret
![Dominique Dombret](/files_filesystem/files/Fotos/Mensen/Medewerkers/_75x75_crop_center-center_none/Dominique-Dombret_2023-10-12-113552_szsd.jpg)
Merve Köse
![Merve Köse](/files_filesystem/files/Fotos/Mensen/Medewerkers/_75x75_crop_center-center_none/OVB_Portretten-oktober_19_low.jpg)
Vraag
Naar aanleiding van een geschil over een ereloonbetwisting van een advocaat van uw Orde heeft de rechtbank van eerste aanleg te … d.d. 20 april 2012 bevolen :
“… bij toepassing van artikel 877 en 878 van het Ger. W. aan de Stafhouder van de orde van advocaten bij de balie te …, om binnen de drie maanden vanaf heden de volgende stukken aan het dossier van de rechtspleging toe te voegen via de neerlegging ervan op de burgerlijke griffie van de Rechtbank van eerste aanleg te … (en gelijktijdige mededeling van de brief aan de advocaat van partijen ):
- de briefwisseling gevoerd met de appellant naar aanleiding van het schrijven van appellant van 16 oktober 2008;
- de briefwisseling gevoerd met geïntimeerde naar aanleiding van het schrijven van appellant van 16 oktober 2008;
- de briefwisseling gevoerd met advocaat X naar aanleiding van het schrijven van appellant van 16 oktober 2008.”
De zaak werd op een latere zitting in voortzetting gesteld.
Advies
De briefwisseling van een advocaat met zijn stafhouder is vertrouwelijk.
De briefwisseling evenals de gesprekken tussen advocaten en stafhouder zijn vertrouwelijk. Behoudens andersluidende beslissing van de stafhouder mag er jegens de rechtsmachten noch jegens derden gewag van gemaakt worden.
(Cfr. E. BOYDENS, “De briefwisseling met de stafhouder belicht”, Informatieblad NOAB, 2002-2003, 523.)
Het lijdt geen twijfel dat een advocaat gebonden is door het beroepsgeheim zoals bedoeld in artikel 458 Sw. In de uitoefening van zijn beroep wordt de advocaat door de cliënt in kennis gesteld van informatie die de cliënt als geheim en vertrouwelijk beschouwt. Het beroepsgeheim is een waarborg voor de cliënt dat hij aan de advocaat in vertrouwen alle informatie kan geven die kan bijdragen tot de uitoefening van zijn rechten van verdediging. Zo verleent het beroepsgeheim aan een advocaat toegang tot een zo goed mogelijke rechtsbijstand bij de uitoefening van de rechten van de verdediging van de cliënt. Daardoor wordt de toegang tot de rechter bevorderd en neemt de waarborg op een eerlijk proces toe. (Cfr. artikel 6.A. EVRM)
Het bevel van de rechter tot het overmaken van stukken waarvan vermoed wordt dat ze het bewijs van een terzake dienend feit inhouden, geeft, bij weigering tot naleving van het bevel, geen aanleiding tot een gedwongen uitvoering. Zulke weigering kan, indien zij niet op een wettige reden steunt, enkel aanleiding geven tot een schadeloosstelling.
(Cfr. artikel 882 van het Ger. W.)
Het komt mij voor dat de niet-uitvoering door de stafhouder van een bevel tot overlegging van stukken om reden dat het bevel slaat op vertrouwelijke briefwisseling tussen advocaten of tussen een advocaat en zijn stafhouder, een wettige reden heeft in de zin van art. 882 van het Gerechtelijk Wetboek.
Er zou kunnen overwogen worden dat de briefwisseling gevoerd door de stafhouder met appellant naar aanleiding van het schrijven van appellant van 16 oktober 2008, wel zou worden meegedeeld. Deze briefwisseling valt m.i. niet onder het beroepsgeheim.
Edward Janssens
Bestuurder departement deontologie