Voorzitter op vrijdag: "Inzetten op educatieve communicatie, digitalisering en alternatieve geschillenoplossing, daarin valt nog bijzonder veel te winnen"
Deontologie-advies Advies 433
Het is ongepast dat een advocaat zou optreden in een aangelegenheid waarin hij zelf een betrokken partij is of kan zijn of op enigerlei wijze begunstigde is - het feit dat een advocaat door zijn cliënt als begunstigde werd aangeduid in het kader van een levensverzekering ligt gevoelig - het feit dat een advocaat mogelijks financieel geïnteresseerd is (door de begunstiging van een levensverzekering) in het voeren van een procedure tast zijn onafhankelijkheid aan - bijkomende omstandigheden kunnen de begunstiging als strijdig maken met de beroepsregels van de advocatuur waaronder de kiesheid en de rechtschapenheid.
Dominique Dombret
Merve Köse
Vraag
Een advocaat van uw balie is raadsman van de heer F. L. Deze cliënt was betrokken in een echtscheidingsprocedure. Na zijn echtscheiding verkocht F. L. zijn persoonlijk onroerend goed en belegde de opbrengst ervan in een Tak 21 investeringsplan. Thans is er een procedure aanhangig met de meerderjarige zoon van F. L. en werd u gemeld dat de advocaat van F.L. als begunstigde werd aangeduid in de levensverzekering.
Advies
Terecht meent u dat de raadsman van F., die thans als begunstigde werd aangeduid van de levensverzekering, niet kan optreden in deze zaak. Het is inderdaad totaal ongepast dat een advocaat zou optreden in een aangelegenheid waarin hij zelf een betrokken partij is of kan zijn of op enigerlei wijze begunstigde is.
Het behoort een advocaat op te treden in volle onafhankelijkheid. De advocaat dient derhalve elke aantasting van zijn onafhankelijkheid te vermijden. Het feit dat de raadsman van F. mogelijks financieel geïnteresseerd is – via de begunstiging van de levensverzekering – in de procedure tast zijn onafhankelijkheid aan.
Het feit dat een advocaat door zijn cliënt als begunstigde werd aangeduid in het kader van een levensverzekering ligt mijns inziens eveneens gevoelig. De commissie deontologie onderzocht onlangs de problematiek van de schenkingen/legaten aan gerechtelijke mandatarissen. Het komt de
commissie voor dat dergelijke legaten/giften niet kunnen en het de wetgever behoort in te grijpen. Wat de schenkingen betreft van cliënten aan advocaten meent de commissie deontologie dat deze aangelegenheid moeilijk kan geregeld worden.
Eén en ander belet niet dat aandachtig dient onderzocht te worden hoe de begunstiging tot stand kwam. Uw brief maakt hier geen gewag van. Maar bijkomende omstandigheden kunnen inderdaad de begunstiging als strijdig maken met de beroepsregels van de advocatuur waaronder de kiesheid en de rechtschapenheid. Het komt mij voor dat het aangewezen is de omstandigheden te onderzoeken naar de begunstiging van de levensverzekering.
Edward Janssens
Bestuurder departement deontologie