Voorzitter op vrijdag: "Inzetten op educatieve communicatie, digitalisering en alternatieve geschillenoplossing, daarin valt nog bijzonder veel te winnen"
Deontologie-advies Advies 424
In een procedure met een tegensprekelijk karakter neemt een advocaat nooit eenzijdig contact op met de rechter, de arbiter of de deskundige en laat hij onder meer geen brieven, documenten, stukken toekomen zonder deze gelijktijdig over te maken aan de tegenstrever of aan de tegenpartij indien deze geen raadsman heeft. Deze regel wordt niet beperkt tot procedures die gevoerd worden voor de rechtbanken en hoven, maar is van toepassing van zodra een geschil wordt voorgelegd, zelfs aan een buitengerechtelijk orgaan of een bemiddelingsinstelling – in de praktijk van de ombudsdienst van de verzekering wordt, om de kansen op het bereiken van een oplossing te vergroten, vaak met een enkele partij gecommuniceerd zodat de andere partij niet altijd de briefwisseling ontvangt van zijn tegenpartij. Het uiteindelijk advies van de ombudsman van de verzekeringen zal wel aan iedereen worden medegedeeld. Deze werkwijze wijkt af van de deontologie van de advocatuur en kan slechts gevolgd worden voor zover alle partijen van in het begin hierover geïnformeerd zijn en hiermede akkoord zijn.
De ombudsman van de verzekeringen dient zijn opdracht in alle onafhankelijkheid uit te oefenen en is gebonden door beroepsgeheim.
Dominique Dombret
![Dominique Dombret](/files_filesystem/files/Fotos/Mensen/Medewerkers/_75x75_crop_center-center_none/Dominique-Dombret_2023-10-12-113552_szsd.jpg)
Merve Köse
![Merve Köse](/files_filesystem/files/Fotos/Mensen/Medewerkers/_75x75_crop_center-center_none/OVB_Portretten-oktober_19_low.jpg)
Vraag
U stelt de vraag of advocaten die betrokken zijn in de briefwisseling met de ombudsman van de verzekeringen - op basis van hun deontologie - gehouden zijn de briefwisseling met de ombudsdienst uit te wisselen. De vraag wordt gesteld door een confrater van uw balie. Zijn tegenstrever schrijft hierover als volgt:
Er bestaat geen deontologische verbintenis tot mededeling van de briefwisseling met de ombudsman van de verzekeringen aan de raadsman van de tegenpartij. De deontologie van de advocaten vereist wel de mededeling van bepaalde stukken in het kader van een gerechtelijke procedure (deskundigenverslagen, conclusies, stukken, rechtspraak en rechtsleer,...) om het contradictoir karakter van rechtspleging te verzekeren, maar die regels zijn in casu niet relevant. De brieven waarnaar mr. X in zijn schrijven van 6 september 2010 verwijst, werden verstuurd in het kader van een bijzondere bemiddelingsprocedure die wordt behandeld door de ombudsman van de verzekeringen, zonder tussenkomst van de rechter, en niet in het kader van een gerechtelijke procedure. Ik merk op dat de ombudsman van de verzekeringen gebonden is door het beroepsgeheim. Er is dus geen reden om beroep te doen op de deontologische regels die toepasbaar zijn voor de rechtbanken. In het kader van een bemiddelingsprocedure voor de ombudsman van de verzekeringen moet mr. X – in tegenstelling tot wat hij in zijn brief stelt – niet in staat worden gesteld om op onze argumentatie te kunnen antwoorden. Hij dient slechts namens zijn cliënt op de vragen van de ombudsman van de verzekeringen te antwoorden.
Advies
Artikel 15bis van het Koninklijk Besluit houdende het algemene reglement betreffende de controle op de verzekeringsondernemingen bepaalt dat een ombudsdienst verzekering als buitenrechtelijke klachtenbehandelingsorgaan ingesteld wordt. De ombudsdienst verzekeringen wordt opgericht als VZW en werd erkend (M.B. 17 november 2006 tot erkenning van de ombudsdienst verzekeringen, BS 27 november 2006). Onverminderd de bevoegdheid van de hoven en rechtbanken is de ombudsdienst verzekeringen bevoegd om geschillen tussen verzekeringsondernemingen of tussenpersonen en de verzekeringsnemer, verzekerde begunstigde en derden betrokken bij de uitvoering van een verzekeringsovereenkomst te onderzoeken (L. SCHUERMANS, Grondslagen van het Belgisch verzekeringsrecht, Antwerpen, Intersentia, 2008, 779.).
In een procedure met een tegensprekelijk karakter neemt een advocaat nooit eenzijdig contact op met de rechter, de arbiter of de deskundige en laat hij onder meer geen brieven, documenten, stukken toekomen zonder deze gelijktijdig over te maken aan de tegenstrever of aan de tegenpartij indien deze geen raadsman heeft. (reglement van 31 januari 2007 betreffende de aan de procedure verbonden regels van confraterniteit).
Deze regel wordt niet beperkt tot procedures die gevoerd worden voor de rechtbanken en hoven. Deze regel dient zo gelezen te worden dat zij van toepassing is van zodra een geschil wordt voorgelegd, zelfs aan een buitengerechtelijk orgaan of een bemiddelingsinstelling.
De ombudsman van de verzekeringen dient zijn opdracht weliswaar in alle onafhankelijkheid uit te oefenen (A. MAST, J. DUJARDIN, M. VAN DAMME, J. VANDE LANOTTE, Overzicht van het Belgisch administratief recht, Mechelen, Kluwer, 2002, 723). (Aanbeveling van de EU- commissie van 30 maart 1998 betreffende de principes die van toepassing zijn op de organen die verantwoordelijk zijn voor de buitengerechtelijke beslechting van consumentengeschillen.)
De ombudsman is gebonden door het beroepsgeheim en dient zijn onderzoeks- en bemiddelingsrol in alle objectiviteit uit te voeren en hij werkt maximaal op basis van wetten, reglementen, polisvoorwaarden en de gedragsregels van de verzekeringsondernemingen. De ombudsman dient bij de uitoefening van zijn opdracht steeds rekening te houden met de principes van billijkheid en streeft steeds naar het bereiken van minnelijke oplossingen.
De voormelde EU-aanbeveling voorziet uitdrukkelijk in doorzichtigheid van de procedure. De aanbeveling voorziet eveneens dat de te volgen procedure voor alle betrokken partijen de mogelijkheid moet bieden hun standpunt aan het bevoegde orgaan kenbaar te maken en kennis te nemen van alle standpunten en alle feiten die door de partij naar voren wordt gebracht en eventueel van de verklaringen van de deskundigen. (Aanbeveling van de commissie van 30 maart 1998 betreffende de principes die van toepassing zijn op de organen die verantwoordelijk zijn voor de buitengerechtelijke beslechting van consumentengeschillen – 98/57/EEG.)
De praktijk van de ombudsdienst van de verzekering is evenwel anders. Om de kansen op het bereiken van een oplossing te vergroten wordt vaak met een enkele partij gecommuniceerd zodat de andere partij niet altijd de briefwisseling ontvangt van zijn tegenpartij. Het uiteindelijk advies van de ombudsman van de verzekeringen zal wel aan iedereen worden medegedeeld.
Deze werkwijze wijkt af van de deontologie van de advocatuur en kan mijns inziens slechts gevolgd worden voor zover alle partijen van in het begin hierover geïnformeerd zijn en hiermede akkoord zijn. Dezelfde regel bestaat overigens in bemiddelingsprocedures.
Edward Janssens
Bestuurder departement deontologie