Voorzitter op vrijdag: "Inzetten op educatieve communicatie, digitalisering en alternatieve geschillenoplossing, daarin valt nog bijzonder veel te winnen"
Deontologie-advies Advies 404
Het samenbrengen van advocaten met mogelijke cliënten is als dusdanig niet verboden. Het feit dat een vergoeding wordt gevraagd voor dergelijke ontmoetingen verandert hier in beginsel niets aan
Het is een advocaat verboden zijn honorarium te delen met iemand die geen advocaat is, tenzij een associatie tussen de advocaat en deze andere persoon toegelaten is door de wet en de beroeps- en gedragsregels waaraan de advocaat is onderworpen
Europese richtlijn 2006/123/EG verzet zich tegen elke nationale regeling die de beoefenaars van een gereglementeerd beroep volledig verbiedt cliënten te werven
Dominique Dombret
![Dominique Dombret](/files_filesystem/files/Fotos/Mensen/Medewerkers/_75x75_crop_center-center_none/Dominique-Dombret_2023-10-12-113552_szsd.jpg)
Merve Köse
![Merve Köse](/files_filesystem/files/Fotos/Mensen/Medewerkers/_75x75_crop_center-center_none/OVB_Portretten-oktober_19_low.jpg)
Vraag
Een stafhouder ontvangt een bericht van firma X – in Nederland gevestigd – die hem voorstelt met hen een verbintenis aan te gaan tot het werven van nieuwe cliënten.
Nadat hij op het opgegeven mailadres de voorgestelde overeenkomst heeft nagegaan, lijkt dit ontegensprekelijk om “een raccolage” te gaan.
Zelfs de betiteling lijkt dubieus.
Hoe kan men nu advocaten vergelijken? Het enige wat men zou kunnen doen is de naam en de verdere gegevens van een advocaat vermelden met het vernoemen van zijn voorkeurmateries.
Volgens de stafhouder gebeurt dit door de balies en de Orde zelf.
De stafhouder ziet dus niet in waarom een externe actor zich hiermee zou moeten bezighouden tegen betaling.
Van de advocaat wordt verwacht dat hij maandelijks €15 + BTW betaalt telkens hem een offerte wordt overgemaakt in zijn vernoemde voorkeurmateries.
Advies
Het samenbrengen van advocaten met mogelijke cliënten is als dusdanig niet verboden. De markt is vrij. Het feit dat een vergoeding wordt gevraagd voor dergelijke ontmoetingen verandert hier in beginsel niets aan.
Weliswaar is het een advocaat verboden zijn honorarium te delen met iemand die geen advocaat is, tenzij een associatie tussen de advocaat en deze andere persoon toegelaten is door de wet en de beroeps- en gedragsregels waaraan de advocaat is onderworpen (gedragscode van de advocaat van de Europese Gemeenschap van 18 oktober 1998, gewijzigd op 28 november 1998, 6 december 2002 en 19 mei 2006). Maar dit is klaarblijkelijk niet de bedoeling. Hier wordt geen ereloon gedeeld met de organisator. X stelt enkel advocaten voor aan mogelijke cliënten. De vergoeding die de advocaat moet betalen is derhalve niet gebonden aan enig resultaat, namelijk het tot stand komen van een cliënteelverbintenis.
Het Hof van Justitie oordeelde recent (Hof van Justitie, 5 april 2011, C-119/09) dat de Europese richtlijn 2006/123/EG van het Europese parlement en de Raad van 12 december 2006 met betrekking tot de dienstverlening op de interne markt, zich verzet tegen elke nationale regeling die de beoefenaars van een gereglementeerd beroep volledig verbiedt cliënten te werven. Dit arrest had betrekking op accountants, maar de toepassing is uiteraard ook geldig op advocaten.
De deelname van advocaten aan de X-actie kan mijns inziens op basis van de bestaande reglementering niet worden verboden. Enkel bijkomende omstandigheden/concrete gegevens/feiten kunnen uitmaken dat de participatie van een advocaat aan een dergelijke actie niet toegelaten is omdat het zijn onafhankelijkheid in gevaar kan brengen of de waardigheid aantast. Dit zal het geval zijn wanneer een advocaat bijvoorbeeld gewag maakt van zijn bestaande cliënten om zijn toekomstige of potentiële cliënt te impressioneren.
Het verdient evenwel aanbeveling de X-actie van nabij te volgen. Het is mij - in casu - niet duidelijk hoe X advocaten vergelijkt doch lijkt de vergelijking betrekking te hebben op hun tarieven en erelonen nu er offertes kunnen gevraagd worden bij verschillende kantoren.
Edward Janssens
Bestuurder departement deontologie