Voorzitter op vrijdag: "Inzetten op educatieve communicatie, digitalisering en alternatieve geschillenoplossing, daarin valt nog bijzonder veel te winnen"
Deontologie-advies Advies 400
De stafhouder kan als hoofd van de Orde van Advocaten (artikel 447 Ger. W.) de Orde in rechte vertegenwoordigen (in de veronderstelling dat de Orde niet vertegenwoordigd is door een raadsman), behoudens afwijkende bepaling in een reglement van orde - de raad van de Orde kan, op grond van de bevoegdheden die haar worden toegewezen bij artikel 455 Ger. W., de beslissing nemen een vordering in te stellen
Dominique Dombret
Merve Köse
Vraag
U vraagt op welke wijze een lokale Orde van Advocaten in een procedure wordt vertegenwoordigd: door de stafhouder en de secretaris, door de stafhouder alleen of door de raad.
Advies
Ik heb de studiedienst gevraagd dit te onderzoeken, maar er werd geen of weinig rechtspraak gevonden.
Persoonlijk denk ik dat aangezien de Orde van Advocaten rechtspersoonlijkheid heeft (artikel 431 Ger. W.) zij zonder “vertegenwoordiging” in rechte kan optreden. Zij kan dus als “Orde van advocaten” verschijnen via haar raadsman.
Indien de vraag is wie de Orde in rechte kan vertegenwoordigen (in de veronderstelling dat de Orde niet vertegenwoordigd is door een raadsman), is dit wellicht de stafhouder, als hoofd van de Orde (artikel 447 Ger. W.), behoudens afwijkende bepaling in een reglement van orde.
Het hof van beroep te Antwerpen heeft in een arrest van 3 februari 1995 eerder terloops geoordeeld dat de Orde “traditioneel” door de stafhouder en secretaris wordt vertegenwoordigd, maar tegelijk zei het hof niet dat de vordering niet ontvankelijk was omdat in casu de Orde enkel door de stafhouder werd vertegenwoordigd (Antwerpen 3 februari 1995, RW, 1995-96, 48.). Het is overigens niet duidelijk of de Orde in deze zaak een raadsman had, dan wel vertegenwoordigd werd door de stafhouder in persoon. Er kan m.i. dus niet zoveel waarde gehecht worden aan dit arrest.
Een andere vraag is wie de beslissing kan nemen een vordering in te stellen. Dat is mijns inziens de raad van de Orde, op grond van de bevoegdheden die haar worden toegewezen bij artikel 455 Ger. W.
Philippe De Jaegere
Bestuurder departement deontologie