Voorzitter op vrijdag: "Inzetten op educatieve communicatie, digitalisering en alternatieve geschillenoplossing, daarin valt nog bijzonder veel te winnen"
Deontologie-advies Advies 382
Een rechter kan de advocaat bevelen vertrouwelijke brieven voor te leggen, maar een advocaat mag zijn beroepsgeheim niet schenden, ook niet wanneer een rechter hem dit zou bevelen – mogelijke tuchtrechtelijke vervolging - een voogd ad hoc handelt niet in de hoedanigheid van advocaat. Om die reden is het beroepsgeheim van de voogd ad hoc niet gelijk aan het beroepsgeheim van de advocaat en is briefwisseling tussen een advocaat en een voogd ad hoc in principe niet vertrouwelijk. Een advocaat kan zijn beroepsgeheim dus niet delen met een voogd ad hoc.
Dominique Dombret
![Dominique Dombret](/files_filesystem/files/Fotos/Mensen/Medewerkers/_75x75_crop_center-center_none/Dominique-Dombret_2023-10-12-113552_szsd.jpg)
Merve Köse
![Merve Köse](/files_filesystem/files/Fotos/Mensen/Medewerkers/_75x75_crop_center-center_none/OVB_Portretten-oktober_19_low.jpg)
Vraag
Kan een rechter bevelen dat een advocaat zijn beroepsgeheim schendt door vertrouwelijke briefwisseling voor te leggen?
Hoe kunnen cliënten vertrouwelijke briefwisseling voorleggen waarvan zij niet in het bezit zijn?
De voogden ad hoc zijn benoemd door en staan onder het toezicht van de vrederechter, die op elk moment inzage kan krijgen van het dossier, waarin de vertrouwelijke briefwisseling zich zou bevinden. Dit zou noch min noch meer betekenen dat het principe van de vertrouwelijkheid van briefwisseling tussen advocaten wordt geschonden. Wat is ter zake het standpunt van de balie?
Advies
Een rechter kan dit bevelen, maar een advocaat mag zijn beroepsgeheim niet schenden, ook niet wanneer een rechter hem dit zou bevelen. Een advocaat die vertrouwelijke briefwisseling overmaakt aan de rechtbank of aan derden, zelfs na een bevel van de rechtbank, stelt zich eventueel bloot aan tuchtrechtelijke vervolging.
Het is een geruststellende vaststelling dat de cliënten niet in het bezit zijn van de vertrouwelijke briefwisseling, zoniet was er reeds schending van het vertrouwelijk karakter. De cliënten kunnen inderdaad geen gevolg geven aan het bevel om deze briefwisseling neer te leggen of over te maken aan de voogd ad hoc. Zij kunnen enkel laten weten dat zij niet in het bezit zijn van deze briefwisseling.
Artikel 2 van het Reglement van 21 november 2007 betreffende de aanvaarding van gerechtelijke mandaten bepaalt dat de advocaat belast met een gerechtelijk mandaat onderworpen blijft aan de deontologie van de advocaat, tenzij de deontologische regel onverenigbaar is met zijn mandaat.
Zoals mr. X terecht opmerkt, wringt hier het schoentje.
De voogd ad hoc staat onder toezicht van de vrederechter en de vrederechter kan en mag inzage nemen van het dossier van de voogd ad hoc. Een voogd ad hoc handelt overigens niet in de hoedanigheid van advocaat. Om die reden is het beroepsgeheim van de voogd ad hoc niet gelijk aan het beroepsgeheim van de advocaat. Om die reden ook is briefwisseling tussen een advocaat en een voogd ad hoc in principe niet vertrouwelijk. Een advocaat kan zijn beroepsgeheim dus niet delen met een voogd ad hoc.
Philippe De Jaegere
Bestuurder departement deontologie