Voorzitter op vrijdag: "Inzetten op educatieve communicatie, digitalisering en alternatieve geschillenoplossing, daarin valt nog bijzonder veel te winnen"
Deontologie-advies Advies 379
De beslissing van de raad van de Orde in het kader van art. 436 Ger. W. is een soevereine beslissing - de raad kiest de ere-advocaten die hij zelf wenst - de beslissing tot toekenning van de eretitel is geen jurisdictionele beslissing. Derhalve is ze niet bekleed met gezag van gewijsde. Er is dus geen sprake van een mogelijk argument non bis in idem. De raad, hier een administratieve overheid, beslist nooit definitief, vermits het voorwerp van de beslissing geen “rechtspreken” is, dat een betwisting beslecht.
Dominique Dombret
![Dominique Dombret](/files_filesystem/files/Fotos/Mensen/Medewerkers/_75x75_crop_center-center_none/Dominique-Dombret_2023-10-12-113552_szsd.jpg)
Merve Köse
![Merve Köse](/files_filesystem/files/Fotos/Mensen/Medewerkers/_75x75_crop_center-center_none/OVB_Portretten-oktober_19_low.jpg)
Vraag
Moet de beslissing van de raad van de Orde tot afwijzing van de toekenning van de titel van ere- advocaat als definitief worden beschouwd?
In welke mate moet een beslissing van de raad als definitief worden beschouwd en ingevolge non bis in idem het niet mogelijk zou zijn een zelfde verzoek opnieuw op de agenda te plaatsen?
Advies
De beslissing van de raad van de Orde in het kader van art. 436 Ger. W. is een soevereine (Cass. 25 oktober 1973, RW 1973-74, 1317). De eretitel wordt toegekend door de raad (sommige reglementen van de Ordes bepalen zelfs dat men als gewezen advocaat zelf geen aanvraag kan indienen), zonder dat de kandidaat wordt gehoord; men neemt dit aan omdat er niet over een recht van de kandidaat wordt geoordeeld. De raad kiest immers de ere-advocaten die hij zelf wenst. Enkel om de eretitel te ontnemen dient een gewone (quasi-disciplinaire) procedure gevolgd, beroep inbegrepen, maar geen verzet (art. 436 laatste lid). De betrokken advocaat heeft dan immers een “recht” op de eretitel bekomen, door het feit dat deze hem werd toegekend.
Uit het voorgaande blijkt dat de beslissing tot toekenning van de eretitel geen jurisdictionele beslissing is. Derhalve is ze niet bekleed met gezag van gewijsde. Er is dus geen sprake van een mogelijk argument non bis in idem (Steven, J. Regels en gebruiken, 1997, nr. 1239; Mast, A.; Dujardin, J.; Van Damme M.; Vande Lanotte, J.; Overzicht van het Belgisch Administratief recht (2006) nr. 838).
Het gaat dus zoals voor een administratieve vergunning, eens afgewezen kan een nieuw verzoek ingediend worden. De raad, hier een administratieve overheid, beslist nooit definitief, vermits het voorwerp van de beslissing geen “rechtspreken” is, dat een betwisting beslecht.
Philippe De Jaegere
Bestuurder departement deontologie