Voorzitter op vrijdag: "Inzetten op educatieve communicatie, digitalisering en alternatieve geschillenoplossing, daarin valt nog bijzonder veel te winnen"
Deontologie-advies Advies 371
De tuchtwet van juni 2006, die voor het eerst eerherstel toestaat, moet ook worden toegepast op schorsingen uitgesproken vóór de inwerkingtreding van de wet –de tuchtraad of de tuchtraad van beroep kan het eerherstel uitspreken - de tuchtraad of de tuchtraad van beroep “die de schorsing heeft uitgesproken” moet geïnterpreteerd worden als een bepaling van territoriale bevoegdheid
Dominique Dombret
![Dominique Dombret](/files_filesystem/files/Fotos/Mensen/Medewerkers/_75x75_crop_center-center_none/Dominique-Dombret_2023-10-12-113552_szsd.jpg)
Merve Köse
![Merve Köse](/files_filesystem/files/Fotos/Mensen/Medewerkers/_75x75_crop_center-center_none/OVB_Portretten-oktober_19_low.jpg)
Vraag
Er zijn mijns inziens twee vragen:
- Kan eerherstel worden bekomen door een schorsing uitgesproken onder de vroegere tuchtrechtspleging (waar eerherstel niet bestond)?
- Indien ja, aan wie moet het verzoek dan worden gericht en wie kan het eerherstel geven?
Advies
Als bijlage zend ik u een noot van mijn hand, die in de volgende Ad Rem zal verschijnen onder een uitspraak van de tuchtraad van beroep.
Zoals u in deze noot kunt lezen, ben ik van oordeel dat de wet van juni 2006, die voor het eerst eerherstel toestaat, ook moet worden toegepast op schorsingen uitgesproken vóór de inwerkingtreding van de wet. Het was duidelijk de wil van de wetgever om eerherstel voortaan mogelijk te maken en er is geen enkele reden waarom dit zou worden beperkt tot de schorsingen uitgesproken onder de nieuwe procedure.
Wat de tweede vraag betreft, bepaalt de wet uitdrukkelijk dat het de tuchtraad of de tuchtraad van beroep is die het eerherstel kan uitspreken en aan wie dus ook het verzoek moet worden gericht. Dit is logisch omdat de raad van de Orde geen tuchtrechtelijke bevoegdheid meer heeft en omdat de vroegere tuchtraden van beroep niet meer bestaan.
De bepaling dat het de tuchtraad of de tuchtraad van beroep is “die de schorsing heeft uitgesproken”, die het eerherstel uitspreekt, moet mijns inziens geïnterpreteerd worden als een bepaling van territoriale bevoegdheid.
Concreet betekent dit dat eerherstel voor een schorsing uitgesproken door de raad van de Orde van de balie van Hasselt kan worden uitgesproken door de tuchtraad van het rechtsgebied Antwerpen. Een verzoek daartoe moet worden gericht aan de voorzitter van de tuchtraad.
Philippe De Jaegere
Bestuurder departement deontologie