Ga verder naar de inhoud

Deontologie-advies Advies 367

Artikel 2.3 bis van het reglement van de Nationale Orde van advocaten betreffende het overleggen van briefwisseling betreft een brief met uitsluitend de nauwkeurige omschrijving van precieze feiten.

De algemene regel is dat de brieven vertrouwelijk zijn en er bestaat geen enkele verplichting in hoofde van de ontvanger van een niet-vertrouwelijk brief om het niet-vertrouwelijk karakter van deze brief te aanvaarden. Het is niet onconfraterneel om het niet-vertrouwelijke karakter van een brief niet te aanvaarden.

Dominique Dombret

Jurist deontologie
Dominique Dombret

Merve Köse

Jurist deontologie
Merve Köse

Deel dit artikel

Vraag

U vraagt mijn advies betreffende het al dan niet vertrouwelijk karakter van twee brieven van respectievelijk 30 maart 2009 en 2 april 2009 van mr. X van de balie van A aan mr. Y van de balie van B.

Mr. X beëindigt de brief van 30 maart 2009 met de zin:

Ik verzoek u huidig schrijven als officieel en niet-vertrouwelijk te willen beschouwen.

In de brief van 2 april 2009 staat

U zal huidig schrijven, dat u per fax en per post zal toegezonden worden, als officieel en niet-vertrouwelijk willen beschouwen.

Mr. Y heeft geen van beide brieven beantwoord.

In de daaropvolgende procedure verzet hij zich evenwel tegen het gebruik van deze brieven door mr. X, omdat de brieven volgens hem vertrouwelijk zijn. Hij argumenteert dat de brieven vertrouwelijk zijn omdat hij het niet-vertrouwelijk karakter nooit heeft aanvaard.

Advies

Zoals u weet is de algemene regel dat alle brieven tussen advocaten (in hun hoedanigheid van advocaat) vertrouwelijk zijn.

Op deze regel bestaan krachtens het reglement van de Nationale Orde van advocaten, dat nog steeds geldt, vijf uitzonderingen. Mr. X beroept zich op de uitzondering van art. 2.3 bis van het reglement:

Verliezen nochtans hun vertrouwelijk karakter, zodat ze zonder toelating van de stafhouder mogen overgelegd worden: elke schriftelijke mededeling met vermelding “niet-vertrouwelijk” die uitsluitend de nauwkeurige omschrijving van precieze feiten bevat, alsmede het antwoord daarop, indien hetzij een deurwaardersexploot, hetzij een mededeling van partij tot partij vervangt”

Deze regel, die een uitzondering is op art. 2.3, waarin staat dat elke mededeling, zonder voorbehoud en niet-vertrouwelijk gedaan, ten verzoeke van een partij, om er kennis van te geven aan een andere partij, het vertrouwelijk karakter verliest op voorwaarde dat de geadresseerde ze uitdrukkelijk aanvaardt als zijnde niet-vertrouwelijk, moet uiterst restrictief worden geïnterpreteerd.

Art. 2.3 bis betreft een brief met uitsluitend de nauwkeurige omschrijving van precieze feiten.

De lectuur van de brieven van 30 maart 2009 en 2 april 2009 leert onmiddellijk dat deze brieven veel meer inhouden dan uitsluitend nauwkeurig omschreven feiten.

Art. 2.3 bis van het reglement kan dan ook niet worden toegepast.

De brieven maken ook geen akte van rechtspleging uit (art. 2.1), houden geen eenzijdige verbintenis in (art. 2.2) en bevatten geen voorstellen die door de andere partij onvoorwaardelijk werden aanvaard (art. 2.4).

De enige regel waarop mr. X zich desgevallend kan beroepen, is deze van art. 2.3, met name de meest algemene uitzondering op de regel van vertrouwelijkheid

Elke mededeling, zonder voorbehoud en niet-vertrouwelijk gedaan, ten verzoeke van een partij, om er kennis van te geven aan een andere partij, op voorwaarde dat de geadresseerde ze uitdrukkelijk aanvaard als zijnde niet-vertrouwelijk.

Het wordt niet betwist dat mr. Y, die de brieven niet beantwoordde, het niet-vertrouwelijk karakter van de brieven niet heeft aanvaard.

Gezien de aanvaarding door de geadresseerde een essentiële voorwaarde is om te kunnen spreken van een niet-vertrouwelijke brief in de zin van art. 2.3 en gezien aan deze voorwaarde niet is voldaan, zijn de brieven krachtens de algemene regel vertrouwelijke brieven en kunnen ze in rechte niet worden overgelegd.

Ik lees in de briefwisseling ook dat wordt geargumenteerd dat mr. Y niet te goeder trouw is, omdat hij aan mr. X niet liet weten dat hij het niet-vertrouwelijk karakter van de brieven niet aanvaardde.

Geen enkele bepaling van het reglement vereist dat een advocaat uitdrukkelijk laat weten aan zijn confrater dat hij het niet-vertrouwelijk karakter van een brief niet aanvaardt.

De algemene regel is dat de brieven vertrouwelijk zijn en er bestaat geen enkele verplichting in hoofde van de ontvanger van een niet-vertrouwelijk brief om het niet-vertrouwelijk karakter van deze brief te aanvaarden. Het is niet onconfraterneel om het niet-vertrouwelijke karakter van een brief niet te aanvaarden.

De advocaat die een brief verzendt, waarvan hij wenst dat de brief niet-vertrouwelijk is en dus kan worden overgelegd in rechte, moet weten dat de mogelijkheid om een niet-vertrouwelijke brief te creëren krachtens het reglement aan zeer strikte en beperkende voorwaarden is onderworpen. Behalve in een aantal specifieke gevallen is een van deze voorwaarden het akkoord van de ontvanger van de brief. De advocaat die een niet-vertrouwelijke brief verzendt weet dat deze brief slechts nietvertrouwelijk wordt wanneer de ontvanger daarvan uitdrukkelijk het niet-vertrouwelijk karakter aanvaard. Het behoort tot de plicht van diligentie van de afzender om de ontvanger van de brief daaraan te herinneren en om de nodige conclusies te trekken uit het feit dat hij bijvoorbeeld geen antwoord krijgt van de ontvanger van de brief.

U weet dat er voorstellen zijn om het reglement ter zake te versoepelen, maar u weet evenzeer dat deze voorstellen tot op heden niet werden aanvaard. Het reglement is strikt en moet ook strikt worden geïnterpreteerd, bij gebreke waarvan elke rechtszekerheid met betrekking tot deze kwestie verloren zal gaan.

Mijn advies is dus dat de brieven van 30 maart 2009 en 2 april 2009 zonder enige twijfel vertrouwelijke brieven zijn en niet kunnen worden overgelegd in rechte.

Philippe De Jaegere

Bestuurder departement deontologie

Ook interessant

Advies 251

Meer lezen

Advies 716

Meer lezen

Gerelateerd nieuws

Deze berichten verschenen recent:
Deontologie

Inzicht in nationale risicoanalyse witwaspreventie

De Cel voor Financiële Informatieverwerking (CFI) heeft de nationale risicoanalyse over witwassen van geld, financiering van terrorisme en de proliferatie van massavernietigingswapens samengevat voor alle entiteiten die onder de witwaspreventiewet vallen. Deze samenvatting is daarom ook van belang voor advocaten. Ze biedt u een goed inzicht in de actuele risico’s, waardoor u uw eigen risicoanalyses daarop kunt afstemmen.

Meer lezen
Deontologie Podcast

Podcast Ten Gronde: F*Q deontologie

In een boeiende aflevering van de podcast Ten Gronde, gemodereerd door bestuurder Jan Meerts, wordt de deontologie kritisch in vraag gesteld, met een focus op de veranderende landschappen van ethiek en praktijk. Mr. Eva Raepsaet, stafhouder Luk Delbrouck en vice-stafhouder Frank Judo betreden de arena om te debatteren over de ethiek en de grenzen van het beroep.

Deze podcast biedt een unieke kans om diepgaand inzicht te krijgen in de ethiek en de moderne ontwikkelingen van het beroep. Luister alsof u er zelf bij was!

Meer lezen
Deontologie Rechten van de mens

Het Federaal Instituut voor de Rechten van de Mens: een steun voor klokkenluiders

Recente wetten versterken de bescherming van klokkenluiders in Belgische privébedrijven en de federale publieke sector. Deze wetten, voortkomend uit een Europese richtlijn, bieden niet alleen bescherming maar ook diverse vormen van ondersteuning via het onafhankelijke Federaal Instituut voor de Rechten van de Mens (FIRM). Advocaten en advocatenkantoren die geïnteresseerd zijn in de verdediging van klokkenluiders worden opgeroepen om zich bij het FIRM te melden.

Meer lezen
Deontologie Fiscaal recht

Nieuwjaarsgeschenk van het Grondwettelijk Hof

Het Grondwettelijk Hof heeft op 11 januari 2024 opnieuw het beroepsgeheim van de advocaat beschermd in een bevestiging van zijn eerdere DAC6-rechtspraak. Ditmaal handelen de arresten over de omzettingsregelgeving op federaal niveau en op het niveau van de Franstalige Gemeenschap, het Waalse Gewest en het Brussels Hoofdstedelijk Gewest.

Meer lezen
Deontologie

Individueel e-mailadres voortaan verplicht

Advocaten moeten vanaf nu bereikbaar zijn via een (individueel) e-mailadres. Dat besliste onze algemene vergadering.

Meer lezen
Deontologie

OVB waarschuwt voor platform 'starofservice.be'

Het platform “starofservice.be” beweert via het internet vragers en aanbieders van ‘diensten’ met elkaar in contact te brengen. Er is ernstige twijfel over het bonafide karakter ervan, zodat de OVB elke samenwerking afraadt. Samenwerking kan bovendien zware deontologische inbreuken opleveren.

Meer lezen
Tucht

Onrechtmatig verzet niet langer mogelijk in procedures zoals in tucht

Onze algemene vergadering keurde op 8 februari 2023 een wijzigingsreglement goed dat voortaan (onder meer) de mogelijkheid biedt aan de raad van de Orde om verzet in procedures zoals in tucht ongedaan te verklaren. Dat reglement trad recent in werking.

Meer lezen
Deontologie Fiscaal recht

Het Grondwettelijke Hof verdedigt opnieuw ons beroepsgeheim bij DAC6

Het Grondwettelijke Hof heeft vandaag opnieuw uitspraak gedaan met betrekking tot een Vlaams decreet dat de administratieve samenwerking op het gebied van belastingen regelt. Het Hof respecteert opnieuw het beroepsgeheim van ons beroep.

Meer lezen
Deontologie Witwaspreventie

OVB waarschuwt voor opleiding witwaspreventie door SwiftSkills

We vernamen dat SwiftSkills, een e-learning platform, advocaten via een misleidend e-mailbericht aanspoort om deel te nemen aan een opleiding over hun verplichtingen onder de wet van 18 september 2017 ‘tot voorkoming van het witwassen van geld en de financiering van terrorisme en tot beperking van het gebruik van contanten’ (WPW).

Meer lezen