Voorzitter op vrijdag: "Inzetten op educatieve communicatie, digitalisering en alternatieve geschillenoplossing, daarin valt nog bijzonder veel te winnen"
Deontologie-advies Advies 366
Het reglement samenwerkingsverbanden laat niet toe om in het kader van familiale vermogensplanning af te wijken van de regel dat alle aandelen van een vennootschap van advocaten in handen moeten zijn van advocaten. In de toelichting is wel bepaald dat de stafhouder in een concreet geval bepaalde afwijkingen zou kunnen toestaan.
Dominique Dombret
![Dominique Dombret](/files_filesystem/files/Fotos/Mensen/Medewerkers/_75x75_crop_center-center_none/Dominique-Dombret_2023-10-12-113552_szsd.jpg)
Merve Köse
![Merve Köse](/files_filesystem/files/Fotos/Mensen/Medewerkers/_75x75_crop_center-center_none/OVB_Portretten-oktober_19_low.jpg)
Vraag
Daar ik als alleen werkend advocaat mijn beroepsactiviteit nog enkele jaren wens verder te zetten, dit zonder mijn recht op pensioen hoe gering het ook is te verliezen, ben ik in het kader mijner familiale vermogensplanning overgegaan tot de oprichting van een Gewone Commanditaire Vennootschap met mijzelf als enig “werkend vennoot”’ en mijn echtgenote, welke mij reeds gans mijn beroepsloopbaan administratief bijstaat, als “stille vennoot” zonder enige juridische inmenging of medezeggingschap.
De voordelen van deze vennootschapsvorm, in tegenstelling met bv. de E.B.V.B.A., zijn qua familiale planning evident: budgetvriendelijk, geen notariële tussenkomst, geen minimumkapitaal, geen bankattest, geen financieel plan of bijzonder controleverslag van bedrijfsrevisor, vereenvoudigde boekhouding, geen neer te leggen jaarrekening, en totale discretie.
Ook in “Indicator: Praktijkadvies dd. 18.06.2004” lezen wij dat o.a. wegens discretie deze vennootschapsvorm gebruikt wordt door beursvennootschappen, advocaten,...
Deze familiale vennootschap is naar mijn mening volledig in overeenstemming met de geest van de reglementen van de Orde van Vlaamse Balies.
In “Ad Rem 5/2006 p. 30” lezen wij dat de samenwerking met niet-advocaten kan worden gedoogd indien die activiteit niet met andere beroepsregels (bv. onafhankelijkheid) strijdt. (In casu is mijn echtgenote “stille vennoot” en dus zonder activiteit.)
“... in het raam van zijn familiale vermogensplanning ... kan (die samenwerking) niet in abstracto in het reglement worden ingeschreven...
... het reglement bepaalt dat de aandelen op naam van de advocaat moeten worden ingeschreven.
Op basis van de fundamentele deontologische regels betekent dit dat de advocaat in beginsel volle eigenaar van zijn aandelen moet zijn. Dit belet niet dat een advocaat in geval van dergelijke specifieke omstandigheden, meer bepaald bij een familiale vermogensregeling, zijn situatie aan de stafhouder voorlegt en aan de hand van aangepaste statuten, waarbij in elk geval de rechten van de advocaat-vruchtgebruiker elke inmenging van niet-advocaten in de werking van de vennootschap en in de uitoefening van het advocatenberoep op sluitende wijze onmogelijk maken, aantoont dat in zijn concreet geval zowel in feite als in rechte de aandelen op zijn naam zijn ingeschreven, zoals het reglement het bedoelt. Dit geldt ook wanneer een advocaat zijn beroep via een eenpersoonsvennootschap uitoefent...”
Ik meen dat mijn familiale vermogensplanning elke inmenging in de uitoefening van het advocatenberoep uitsluit, en aldus niet in tegenstrijd is met de geest en bedoeling van het reglement, noch met de deontologische regels van ons beroep.
Ik was dan ook uitermate verwonderd toen mijn stafhouder mij aanschreef: “In een advocatenvennootschap kunnen enkel advocaten vennoot zijn en ook stille vennoot. Dit dient derhalve te worden aangepast.”
In casu is het niet de bedoeling met andere advocaten een “advocatenvennootschap” op te richten doch een “familiale vennootschap” dit louter om pensioen en fiscale redenen.
De stafhouder verleent geen toelating omdat de Orde van Vlaamse Balies het niet toelaat.
Dit verbod is tegengesteld aan het hoger geciteerd artikel uit “Ad Rem” dat vermeldt dat de advocaat in geval van familiale vermogensregeling zijn situatie aan de stafhouder voorlegt, daar dergelijke situatie niet in abstracto in het reglement kan worden ingeschreven.
Advies
Noch de voorzitter van de Orde van Vlaamse Balies, noch een bestuurder hebben de bevoegdheid om in een individueel geval een afwijking toe te staan op een reglement van de OVB.
Het is enkel de stafhouder die kan beslissen op welke wijze hij een reglement toepast en handhaaft.
Aangezien ik nauw betrokken was bij het opstellen van het reglement betreffende de samenwerkingsverbanden kan ik bevestigen dat de familiale problematiek die u schetst uitvoerig werd besproken in de commissie die het reglement heeft opgesteld. Zoals te lezen is in de toelichting bij het reglement en ook in het artikel dat in Ad Rem is verschenen en waarnaar u verwijst, werd in deze commissie, na een lange discussie, beslist om in het reglement geen tekst op te nemen die zou toelaten om in het kader van familiale vermogensplanning af te wijken van de regel dat alle aandelen van een vennootschap van advocaten in handen moeten zijn van advocaten. Er werden ter zake ontwerpteksten opgesteld, maar telkens bleek dat deze teksten ook zouden kunnen worden misbruikt door advocaten met minder goede bedoelingen. Daarom werd er uitdrukkelijk voor gekozen om geen reglementaire afwijking toe te staan, maar om in de toelichting wel even uitdrukkelijk te schrijven dat de stafhouder in een concreet geval bepaalde afwijkingen zou kunnen toestaan. Ik wijs erop dat in de toelichting wordt verwezen naar het feit dat de advocaat geen eigenaar, maar wel vruchtgebruiker zou zijn van de aandelen, zodat hij als vruchtgebruiker alle lidmaatschapsrechten en alle zeggenschap zou kunnen uitoefenen. Ik weet niet of dit bij u het geval is.
Gezien ik mij niet wens te mengen in de beslissingen die uw stafhouder neemt, ga ik verder ook niet in op deze zaak. Ik stel voor dat u dit nogmaals bespreekt met uw stafhouder, aan wie ik kopie zend van deze brief.
Philippe De Jaegere
Bestuurder departement deontologie