Voorzitter op vrijdag: "Inzetten op educatieve communicatie, digitalisering en alternatieve geschillenoplossing, daarin valt nog bijzonder veel te winnen"
Deontologie-advies Advies 355
- Volgens artikel 2.15 van het reglement samenwerkingsverbanden moet de naam uit de benaming van een samenwerkingsverband worden geschrapt wanneer de betrokken advocaat wordt weggelaten om een beroep uit te oefenen dat onverenigbaar is met dat van advocaten zoals bedoeld in artikel 437 Ger. W.
De verwarring die zou kunnen ontstaan door het opnemen van de naam in de benaming van een samenwerkingsverband geldt a fortiori voor het opnemen van naam en voornaam op het briefpapier, onder de vermelding “ere-advocaat”. De vermelding van een ere-advocaat kan de verkeerde indruk geven dat deze nog op een of andere wijze samenwerkt met het kantoor. - Het beroep van magistraat zoals bedoeld in artikel 437, 1° Ger. W. moet in de ruime zin worden geïnterpreteerd. Het ambt van effectief bijzitter in het Milieuhandhavingscollege, dat een administratief rechtscollege is, moet inzake onverenigbaarheid worden beschouwd als een beroep van werkend magistraat. Bij uitbreiding ook het ambt van bijzitter in het Milieuhandhavingscollege.
Dominique Dombret
![Dominique Dombret](/files_filesystem/files/Fotos/Mensen/Medewerkers/_75x75_crop_center-center_none/Dominique-Dombret_2023-10-12-113552_szsd.jpg)
Merve Köse
![Merve Köse](/files_filesystem/files/Fotos/Mensen/Medewerkers/_75x75_crop_center-center_none/OVB_Portretten-oktober_19_low.jpg)
Vraag
Confrater X is benoemd als effectief bijzitter in het Milieuhandhavingscollege dat in werking treedt vanaf …
Ondertussen heeft hij de eed afgelegd in handen van de premier van de Vlaamse regering.
Mr. Z en mr. Y hebben tot op heden kantoor gehouden onder hun BVBA Y & Z. Deze vennootschap neemt de aandelen over van de BVBA Advocatenkantoor X.
De benaming van BVBA Advocatenkantoor X zou worden gewijzigd naar Y & X Advocatenkantoor en in het kader van deze laatste vennootschap met zetel …, zouden zij hun beroep als advocaat verder uitoefenen.
De problematiek die zij voorleggen is eigenlijk tweeledig: enerzijds het gebruik van de naam X in de briefhoofding en anderzijds de vermelding van mr. X op het briefpapier als ere-advocaat.
Een bijkomende vraag die ik mijzelf stel is de naamswijziging van het Advocatenkantoor X in de benaming Y & X Advocatenkantoor vermits X niets meer te zien heeft met deze vennootschap.
Advies
Met betrekking tot het opnemen van de naam van mr. X in de benaming van het samenwerkingsverband is artikel 2.15 van het reglement van de OVB van toepassing.
Dit artikel stelt dat de naam uit de benaming van een samenwerkingsverband moet worden geschrapt onder meer wanneer de betrokken advocaat wordt weggelaten om een beroep uit te oefenen dat onverenigbaar is met dat van advocaten zoals bedoeld in artikel 437 Ger. W.
Artikel 437, 1° Ger. W. bepaalt dat het beroep van advocaat onverenigbaar is met het beroep van werkend magistraat en artikel 437, 4° bepaalt dat het beroep van advocaat onverenigbaar is met alle bezoldigde betrekkingen of werkzaamheden, openbare of particuliere, tenzij ze noch de onafhankelijkheid van de advocaat, noch de waardigheid van de balie in gevaar brengen.
Het beroep van magistraat zoals bedoeld in artikel 437, 1° Ger. W. moet in de ruime zin worden geïnterpreteerd. Het ambt van effectief bijzitter in het Milieuhandhavingscollege, dat een administratief rechtscollege is (dat, als ik het goed voorheb, een aantal taken van de Raad van State zal overnemen), moet inzake de onverenigbaarheid ongetwijfeld worden beschouwd als een beroep van werkend magistraat.
Mr. Y schrijft in zijn brief van 26 augustus 2009 overigens zelf:
Het spreekt voor zich dat dit mandaat evenmin verenigbaar is met de uitoefening van het beroep van advocaat
Bij uitbreiding kan ook worden gesteld het ambt van bijzitter in het Milieuhandhavingscollege een bezoldigde betrekking is die niet verenigbaar is met het beroep van advocaat omdat deze betrekking de onafhankelijkheid van de advocaat in het gedrang kan brengen.
De ratio van artikel 2.15 van de OVB is precies dat er geen enkele verwarring mag worden gecreëerd tussen een samenwerkingsverband van advocaten enerzijds en een gewezen advocaat die ondertussen een beroep uitoefent dat onverenigbaar is met het beroep van advocaat. De onverenigbaarheid betekent niet enkel dat beide beroepen niet tegelijkertijd kunnen worden uitgevoerd, maar betekent ook dat elke verwijzing naar deze advocaat op het briefpapier verboden moet worden om elke mogelijke verwarring uit te sluiten.
Meteen wordt hiermee ook een antwoord geboden op de vraag of mr. X als ere-advocaat op het briefpapier mag worden vermeld. De verwarring die zou kunnen ontstaan door het opnemen van de naam “X” in de benaming van een samenwerkingsverband geldt a fortiori voor het opnemen van naam en voornaam op het briefpapier, onder de vermelding “ere-advocaat”. De vermelding van een ereadvocaat kan de verkeerde indruk geven dat deze nog op een of andere wijze samenwerkt met het kantoor.
Terecht wijst u erop dat de commissie deontologie in 2007 heeft geoordeeld dat de naam van een overleden advocaat of een ere-advocaat los van de benaming of het logo van het samenwerkingsverband niet op het briefpapier mag blijven staan, omdat dit verkeerdelijk de indruk zou wekken dat deze gewezen advocaat nog steeds werkzaam is op het kantoor (advies 277). Dit advies ligt in de lijn van een eerder advies van juni 2000 (advies 98).
Philippe De Jaegere
Bestuurder departement deontologie